Direct naar artikelinhoud

Amsterdamse zoon van maffiabaas 'Jotsa' Jocic moest wel schieten

De zoon van de gevreesde maffiabaas Sreten 'Jotsa' Jocic schoot op een groep die hem met messen en ijzeren staven belaagde. Het lijkt dat hij zich wel móest verdedigen.

Vader 'Jotsa' Jocic, de gevreesde maffiabaas, zit in Belgrado een lange gevangenisstraf uit voor het geven van een opdracht voor een dubbele moordBeeld ap

'Negentig procent van de mensen zou gericht op hem hebben geschoten in deze situatie. Ik ben er trots op dat ik dat niet heb gedaan.' De 20-jarige N. Jocic vertelt uiterst charmant aan de rechtbank waarom hij op 4 juli op de Erasmusgracht de 29-jarige illegale Marokkaan Othmane T. in zijn nek schoot. Die overleefde met veel geluk.

Zelf had hij nog nooit een trekker overgehaald, maar het geluid van schoten kende Jocic wel. Helemaal verwonderlijk is dat niet: hij is de zoon van Sreten 'Jotsa' Jocic, de Serviër die lange tijd gold als de absolute baas van de Joegoslavische maffia in Amsterdam. Vanaf de jaren negentig was Jocic sr. een man die vrees aanjoeg in de onderwereld. Hij werd in 1993 veroordeeld voor het schieten op leden van een arrestatieteam en werd door politie en justitie beschouwd als het brein achter meerdere liquidaties. Hij zou ook plannen hebben gehad om een aanslag te plegen op officier van justitie Koos Plooy. Tegenwoordig zit hij in Belgrado een lange gevangenisstraf uit voor het geven van een opdracht voor een dubbele moord. Toen hij werd gearresteerd, bevond hij zich in een villa van de Servische oud-president Slobodan Milosevic.

'Dit is mijn buurt'
Wie Othmane T., precies voor zich had zal hij niet hebben geweten, toen hij op die zomeravond in de Bestevaerstraat een woordenwisseling kreeg met Jocic, die met zijn broer en een Servische vriend door Amsterdam-West liep.

'Dit is mijn buurt, wacht maar, je gaat zien,' zei T., zelf bepaald geen onbekende van politie en justitie, tegen Jocic en zijn kompanen. Dat bleek: binnen een paar minuten zag Jocic een groep van tien tot vijftien mannen op hem afrennen, gewapend met ijzeren staven en gebroken flessen. T. liep voorop en trok vlakbij Jocic een groot mes.

Volgens Jocic probeerde T. hem neer te steken, waarna de Marokkaan zich naar de broer van Jocic draaide. Toen ging het snel: Jocic ritste zijn vest open, pakte een vuurwapen, laadde het wapen door en schoot. 'Twee keer in de grond, bam bam,  twee keer in de lucht, bam bam,' zegt hij zelf. Jocic kan niet verklaren hoe één van de schoten T. in zijn nek raakte. Twee andere kogels vlogen bij woningen in de Blancefloorstraat en de Roelantstraat naar binnen. Een ander schot kwam terecht in de koffer van een buurtbewoner die thuiskwam van vakantie.

Noodweer
Op filmpjes is te zien hoe T. seconden na de schietpartij gillend zijn vrienden aanspoort achter Jocic en zijn kompanen aan te gaan. Hij bloedt dan al hevig. Even later zakt hij in elkaar.

'Ik ben geen bang persoon, maar als iemand je in je nek wil steken om een woordenwisseling, dan ben je wel bang. Ik was in paniek, ik had nog nooit zoiets meegemaakt. Maar als ik niets had gedaan, had ik of mijn broertje een mes in de keel gehad,' aldus Jocic.

Na bestudering van het dossier lijkt de rechtbank geneigd Jocic' te geloven, vooral omdat het wordt ondersteund door getuigenverklaringen en forensisch bewijs. Jocic vertelt honderduit en doet met grote armgebaren voor wat zich afspeelde. Ook de officier van justitie sluit niet uit dat sprake is geweest van noodweer. Jocic wordt dus per direct - en tot zijn grote blijdschap - vrijgelaten.

De rechtbank houdt de zaak aan omdat het OM nog een aantal getuigen wil horen. Die zijn tot op heden echter niet erg welwillend geweest om naar de rechtbank te komen.

Ik was in paniek, ik had nog nooit zoiets meegemaakt
N. Jocic (20)