De oecumenische Marialeer van Hendro Munsterman: 'Maria is een symbool van pure genade'
De rooms-katholieke theoloog Hendro Munsterman komt met een aanzet tot een Marialeer waarin zowel rooms-katholieken als protestanten zich kunnen vinden.
‘Maria is een beeld van de verlossing die God mij geschonken heeft, een symbool van pure genade.’
Barneveld
De rooms-katholieke theoloog Hendro Munsterman, Vaticaancommentator van het Nederlands Dagblad, komt vandaag op een ontmoetingsdag van het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit met een schets van een oecumenische Marialeer. De hoop is dat protestanten en katholieken samen een feestdag ter ere van Maria gaan vieren – elk jaar op 25 maart.
Wat zijn de pijnpunten tussen katholieken en protestanten, als het gaat om Maria?
‘In de eerste plaats de medewerking van Maria aan het heil in Christus. Heeft zij, door ja te zeggen toen de engel zei dat zij zwanger zou worden van Jezus, bijgedragen aan de redding van de wereld, of was zij slechts een instrument in handen van een soevereine God? Katholieken zeggen het eerste, protestanten staan op het tweede standpunt. In de tweede plaats kent de Rooms-Katholieke Kerk drie dogma’s waarmee protestanten moeite hebben: de onbevlekte ontvangenis – Maria is geboren zonder zonde; de altijddurende maagdelijkheid van Maria en Maria’s tenhemelopneming. In de derde plaats is er de vraag of we tot Maria kunnen bidden, wat volgens katholieken mag, maar volgens protestanten niet.’
Hét pijnpunt is toch Maria als middelares tussen mens en God, een positie die volgens protestanten exclusief aan Jezus toekomt?
‘Dat is een misverstand bij protestanten en trouwens ook bij veel katholieken. Maria als middelares is namelijk geen dogma. Katholieken zien Maria als een biddende middelares, in die zin dat zij voor mij kan bidden zoals ik voor jou kan bidden. De bemiddeling van het heil, de genade, komt alleen Jezus Christus toe. Als wij het goed uitleggen, hoeft dit geen punt te zijn tussen katholieken en protestanten.’
Hoe ziet uw oecumenische Marialeer eruit?
‘In de oecumenische dialoog bestonden en bestaan over en weer vooroordelen. Bijvoorbeeld dat katholieken Maria aanbidden. Maar wij doen niets anders dan in de Bijbel staat. Maria zegt zelf dat alle geslachten haar gelukkig zullen prijzen.
Aan de andere kant denken katholieken dat de reformatoren de Mariadevotie aan de kant schoven. Dat klopt niet, de mooiste meditatie over de lofzang van Maria is geschreven door Luther.
In de tweede helft van de twintigste eeuw gebeuren er twee dingen in de oecumenische dialoog over Maria: de protestanten krijgen meer oog voor de positie van Maria in de Bijbel, en de katholieken laten hun beeld van Maria meer bepalen door de Bijbel.
Mijn voorstel aan het adres van mijn eigen kerk is: lees de leeruitspraken over Maria niet al te historisch en letterlijk, maar kijk naar de theologische en symbolische bedoeling. Dat Maria bijvoorbeeld zonder erfzonde is geboren, wil zeggen dat God zich wil inlaten met ons mensen; de redding door Christus, die ontvangen is door Maria, is een kwestie van sola gratia – alleen genade.’
Waarom zouden protestanten meer oog moeten hebben voor Maria, laat staan warmlopen voor een feestdag?
‘Als ik voor een Maria-icoon ga zitten, zie ik een vrouw die ja heeft gezegd tegen God en zo laat zien dat ik altijd weer hetzelfde mag doen. Zij is een spiegel: in haar zie ik mezelf zoals God mij gewild heeft en zoals ik later zal zijn, als voltooide schepping. Maria is een beeld van de verlossing die God mij geschonken heeft, een symbool van pure genade. Een gezamenlijke feestdag laat zien dat Mariaverering draait om Christus en om niets anders.’ <