Direct naar artikelinhoud
Opinie

Suriname van nu richt zich op regio

Meer burgers uit Nederland vestigen zich in Suriname dan omgekeerd. De Nederlandse fixatie op Bouterse belemmert het zicht op ingrijpende ontwikkelingen.

Drukte op het Onafhankelijkheidsplein in het centrum van Paramaribo.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Bij de viering van het eeuwfeest van de afschaffing van de slavernij in 1963 sprak de Surinaamse minister-president Johan Adolf Pengel over het proces van emancipatie waarin Surinamers verwikkeld waren.

Naar zijn zeggen lag in 1863 het beginpunt van een ontwikkeling in de richting van een menswaardig leven. Maar snelle vorderingen waren er op dit traject niet geboekt. De eerste vijftig jaar hadden volgens Pengel het imago van Suriname als ongeluksland alleen maar bevestigd. Vooral het systeem van contractarbeid en de verdeel- en heerspolitiek van de Nederlandse kolonisator waren hier debet aan geweest.

De tweede vijftig jaar hadden een gunstiger beeld laten zien. De toekenning van autonomie in 1954 en de op gang gekomen ontwikkelingssamenwerking met Nederland waren naar zijn mening de menswaardigheid van het bestaan ten goede gekomen.

Toch was er volgens Pengel geen reden voor voldaanheid. Er diende duurzaam te worden geïnvesteerd in democratie, verdraagzaamheid en het één land, één volk-ideaal. Alleen langs die weg was het mogelijk de emancipatie van de Surinamers te verdiepen en te versterken.

Terugkeer van de NDP

Inmiddels zijn we ruim een halve eeuw verder. Suriname werd op 25 november 1975 onafhankelijk en wie terugkijkt op de afgelopen veertig jaar moet constateren dat de bewoners van de jonge staat met menswaardigheid niet zijn overbedeeld. Dekoloniseren gaat met vallen en opstaan, maar de achtbaan waarin de republiek al kort na de soevereiniteitsoverdracht terechtkwam, heeft de samenleving hard door elkaar geschud.

De democratisch gekozen, maar tegenvallende regering onder leiding van premier Henck Arron werd op 25 februari 1980 de pas afgesneden door zestien onderofficieren, die onder leiding van Desi Bouterse een staatsgreep pleegden. Daarmee brak een decennium aan van autoritair bestuur, economische crisis, grensoverschrijdende criminaliteit en ernstige mensenrechtenschendingen.

De effecten van deze neergang die aanhield tot het vertrek van Bouterse als bevelhebber van het Nationaal Leger in 1993 doen zich nog altijd gevoelen. Na een turbulente regeerperiode door Bouterses Nationale Democratische Partij (NDP) aan het einde van het vorige millennium trad in 2000 een periode van relatieve rust en stabiliteit in. De terugkeer van de NDP in het politieke machtscentrum en de aanvaarding van het presidentschap door Bouterse in 2010 en 2015 hebben nieuwe vragen opgeworpen over de kwaliteit van het bestuur in Suriname en het functioneren van de democratie en de rechtsstaat.

In de Nederlandse media valt de aandacht voor Suriname grotendeels samen met een al jaren bestaande fixatie op, zo men wil obsessie met Bouterse. Berichten over Suriname zijn voor de meeste media pas nieuwswaardig als ze licht werpen op zíjn handel en wandel. Daarvoor zijn een aantal redenen. Het nog altijd onopgehelderde aandeel van Bouterse in de moord op vijftien tegenstanders van zijn bewind op 8 december 1982, zijn veroordeling in 1999 door een Nederlandse rechter wegens grootschalige drugshandel en de aanname in 2012 van een omstreden amnestiewet, die het bijna afgeronde 8 decemberstrafproces op de lange baan schoof en Bouterse en andere verdachten vrijwaarde van vervolging.

Wat politici ook mogen beweren, de digitale revolutie is de enige revolutie die in de afgelopen veertig jaar in Suriname heeft plaatsgevonden
In de Nederlandse media valt de aandacht voor Suriname grotendeels samen met een obsessie met Bouterse

Dieptepunt

De mediabelangstelling in Nederland voor de decembermoorden wordt gevoed door de Nederlandse nationaliteit van een van de slachtoffers en door de aanwezigheid van een actieve groep rechtzoekende nabestaanden in Nederland.

De dominantie van Bouterse in de beeldvorming over Suriname heeft een keerzijde. Deze houdt veel ontwikkelingen in Suriname en menig aspect van de relatie Nederland-Suriname buiten het gezichtsveld van het Nederlandse publiek. De indruk wordt gewekt dat de verhoudingen tussen Nederland en Suriname zich al jaren op een dieptepunt bevinden.

Nu laten de relaties op regeringsniveau inderdaad te wensen over, maar de banden tussen Nederland en Suriname zijn onverminderd hecht, of de ontwikkelingssamenwerking nu opgeschort is (sinds 2012 voor de vierde keer) of niet. Vooral in de particuliere sector werken de twee landen samen en het transatlantische personenverkeer is intensief. Opvallend: de afgelopen jaren hebben meer burgers uit Nederland zich in Suriname gevestigd dan omgekeerd.

De buitensporige aandacht voor Bouterse ontneemt met name het zicht op een aantal langetermijnontwikkelingen die zich in de afgelopen veertig jaar hebben voorgedaan. Ten eerste is de verhouding van Suriname tot Nederland veranderd. De hulpafhankelijkheid is verdwenen, in beginsel streven alle politieke partijen in Suriname naar een normalisering van de betrekkingen met Den Haag en wensen zij nauwere banden aan te knopen met de Surinaamse diaspora in Nederland.

Een man zit aan de waterkant in Paramaribo, SurinameBeeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Globalisering

Alleen voor Bouterse persoonlijk (en voor zijn inner circle) geldt dat de Noordzee nog altijd het kwaad vertegenwoordigt en dat hij (uit machtsbehoud en overlevingsdrang) volhardt in het houden van afstand tot het voormalige moederland.

De verminderde financieel-economische oriëntatie van Paramaribo op Nederland heeft, behalve met de uitputting van de in 1975 toegekende verdragsmiddelen, in belangrijke mate te maken met de toegenomen integratie van de republiek in de eigen regio. De toetreding van Suriname tot de Caribbean Community and Common Market (Caricom) in 1995 en de Unión de Naciones Suramericanas (Unasur) in 2009 heeft de blik van Paramaribo verruimd, ook al heeft dit economisch nog niet de vertaling gekregen waarop politici hadden gehoopt. In ruimere zin heeft de globalisering ertoe geleid dat het neoliberale beleid ook in Suriname voet aan de grond heeft gekregen.

De staat doet er nog altijd toe (met Staatsolie als belangrijkste visitekaartje), maar de markt is invloedrijker geworden. Bedrijven die in Suriname goud produceren, zijn voor een belangrijk deel in buitenlandse handen of worden geleid door lokale ondernemers.

Vooral Chinese zakenlieden, onder andere actief in de detailhandel en in de houtsector, timmeren aan de weg. Is de financieel-economische invloed van Nederland sterk afgenomen, die van China is er grotendeels voor in de plaats gekomen.

Alleen voor Bouterse persoonlijk geldt dat de Noordzee nog altijd het kwaad vertegenwoordigt

Journalistiek

In de tweede plaats moet worden opgemerkt dat de ontwikkelingen op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie een moeilijk te overschatten impact hebben gehad.

Wat politici ook mogen beweren, de digitale revolutie is de enige revolutie die in de afgelopen veertig jaar in Suriname heeft plaatsgevonden. De introductie van de mobiele telefoon en de toepassingen van internet hebben geleid tot snellere en effectievere vormen van kennisproductie en informatieoverdracht.

Een van de sectoren waarin dit naar voren treedt, is de journalistiek. Hoewel deze in Suriname niet vrij is van zelfcensuur, valt de afgelopen jaren de vrijmoedigheid op waarmee op radio en televisie wordt gediscussieerd en tonen columnisten en commentatoren een verfrissend gebrek aan ontzag voor personen die in hoge publieke functies zijn geplaatst. De verspreiding van hun gesproken en geschreven woord via tal van media is een bemoedigende ontwikkeling, ook vanuit het perspectief van de relatie Nederland-Suriname.

Als derde belangrijke ontwikkeling moet gewezen worden op demografische verschuivingen die zich al aan het einde van de vorige eeuw aankondigden. De cijfers van de volkstelling van 2012 laten zien dat etnische groepen die decennialang de toon aangaven in Suriname Creolen, Hindostanen en Javanen nog altijd meer dan de helft van de bevolking uitmaken, maar in toenemende mate gezelschap hebben gekregen van Marrons en personen die verkiezen zichzelf als 'gemengd' of 'andere' te laten registreren. Marrons, 'gemengden' en 'anderen' vooral Brazilianen, Chinezen, Guyanezen en Nederlanders zijn de snelst groeiende groepen in Suriname.

Journalistiek in Suriname is niet vrij van zelfcensuur

Cohesie

Naar verwachting zal de gewijzigde bevolkingssamenstelling de integratie tussen de groepen bevorderen. Dit betekent niet dat etniciteit als ordenend principe zal ophouden te bestaan. Onder invloed van processen van transnationalisme en diaspora is het denkbaar dat het etnisch zelfbewustzijn van bepaalde groepen zelfs zal toenemen. Voor de cohesie tussen de bevolkingsgroepen en de vorming van een nationale identiteit lijken de verschuivingen echter goed nieuws.

Het is onmogelijk het effect van deze ontwikkelingen te voorspellen. Wel kan worden vastgesteld dat Suriname in de afgelopen regeerperiode boven zijn stand heeft geleefd en dat president Bouterse zijn tweede termijn is begonnen met het doorvoeren van ingrijpende bezuinigingen. Dit zal de menswaardigheid van het bestaan verder onder druk zetten.

Niet alleen de erfenis van de jaren tachtig vraagt immers om een oplossing, het garanderen van adequate basisvoorzieningen, het bestrijden van corruptie en het bevorderen van good governance zijn niet minder urgent. Wordt daarmee ernst gemaakt, dan kan menswaardig leven de boost krijgen die Pengel voor Bouterse een rolmodel in 1963 voor ogen stond en zal het mogelijk blijken om de welzijnssamenleving, waarnaar de zittende regering zegt te streven, gestalte te geven.

Kortom, bij veertig jaar onafhankelijkheid is er weinig reden tot feestvieren. Het lijkt meer in overeenstemming met de omstandigheden dat burgers terugblikken en dat politici zich beraden op duurzame investeringen in democratie, verdraagzaamheid en het één land, één volk-ideaal.

Peter Meel is historicus en de auteur van Man van het moment. Een politieke biografie van Henck Arron.

Suriname heeft de afgelopen regeerperiode boven zijn stand geleefd