Tweede Kamer worstelt met een imagoprobleem
Politiek Den Haag maakt zich op om te vieren dat de Tweede en Eerste Kamer 200 jaar bestaan.
Politicoloog Remieg Aerts verstoort het feestje op voorhand. ‘Het imago van de Tweede Kamer is niet goed.’
Den Haag
Remieg Aerts, hoogleraar politieke geschiedenis in Nijmegen, presenteerde vrijdag in de oude zaal van de Tweede Kamer het jubileumboek In dit Huis, een werk dat de geschiedenis van deze Kamer over twee eeuwen beschrijft en analyseert. Het is een wetenschappelijk opgezet werk, dus mag Aerts kritisch uitpakken. Met genoegen houdt hij de Tweede Kamer de spiegel voor. De Tweede Kamer staat vooral bekend als wetgevingsfabriek. De nadruk op de ‘output’ maakt dat de Tweede Kamer een praktische inslag heeft. Het accent van de Kamer ligt op het ‘vergader- en werkkarakter van het parlement’.
Henk te Velde, hoogleraar vaderlandse geschiedenis in Leiden, onderstreept dat in hetzelfde boek. ‘Het Nederlandse parlement heeft van oudsher een quasi bestuurlijke inslag, bijna onderdeel van de regering.’ De rol van volksvertegenwoordiging is ‘zwak ontwikkeld’, stelt hij vast.
Aerts denkt dat als gevolg daarvan de Tweede Kamer ‘nooit populair’ is geweest bij het volk. Het idee dat het parlement volksbezit is, leeft niet. Als voorbeeld daarvan noemt hij de jaarlijkse opening van de Staten Generaal. Het volk stroomt toe naar Den Haag omdat het Prinsjesdag is en het een glimp wil opvangen van de gouden koets of van andere rituelen die met het koningshuis zijn verbonden.
Kortom, de Tweede Kamer heeft een enorm imagoprobleem. De Tweede Kamer, gaat Aerts nog even verder met zijn verbale geseling, voert ook geen duidelijke regie over wat ze als instituut wil zijn en uitstralen. De profilering zit bij de politieke partijen die het parlement bevolken, en niet bij het instituut als zodanig. Grote voetbalclubs hebben hun eigen museum, de Tweede Kamer niet en dat is raar, vindt Aerts.
Juist dat instituut heeft er de voorbije eeuwen voor gezorgd dat Nederland behoort tot de selecte groep van landen die bestuurlijk het best functioneren. Aerts’ advies aan de jubilerende dames en heren politici is dan ook wat ‘assertiever’ te zijn bij het verdedigen en uitdragen van de eigen waarde als parlement. ‘Juist als kop van Jut belichaamt de Tweede Kamer de nationale gemeenschap en de democratie.’ De geleerde geschiedkundige wil het nog wel even compact samenvatten: ‘De volksvertegenwoordiging is belangrijk en de Tweede Kamer is geen nepparlement.’ <