Luister naar

Psychisch ziek en toch kiezen voor het leven

Nieuws
Hendriëlle de Groot
vrijdag 9 oktober 2015 om 19:41
Psychisch ziek en toch kiezen voor het leven
Psychisch ziek en toch kiezen voor het leven Sjaak Verboom

Vorig jaar kozen 41 mensen voor euthanasie vanwege een psychische ziekte.

Ook voor Charlotte (28), die kampt met een chronische eetstoornis en ernstige depressie, was euthanasie een optie. Maar ze kiest voor het leven.

Arnhem

‘Al zestien jaar heb ik anorexia. Bijna alle klinieken in Nederland heb ik gezien, in sommige ben ik meer dan eens opgenomen geweest. Uiteindelijk hebben de behandelaren tegen mij gezegd dat ik niet meer te helpen ben. Zelfs het ziekenhuis in de buurt, waar ik vaak lag voor mijn lichamelijke toestand, kon niets meer voor mij betekenen. Ik was psychisch en lichamelijk helemaal op. Ik verlangde naar rust en verwachtte die alleen te kunnen vinden in de dood. Toen kwam mijn psychiater met het voorstel voor euthanasie. Ze kende mij al negen jaar en zag hoe erg ik leed aan mijn trauma’s en aan de anorexia. Waarom de euthanasie niet meer doorging, kan ik me niet meer herinneren. Met hulp van mijn therapeuten probeerde ik mijn leven zo leefbaar mogelijk in te richten.

Ik geloof niet meer dat ik ooit van mijn eetstoornis en depressie af zal komen, want het zit heel diep. Dat heeft alles te maken met mijn jeugd, waarin ik een groot trauma heb opgelopen. Door alle onrust en geweld thuis begon ik met afvallen. Ik had iets voor mezelf, iets wat bij mij hoorde en waar ik controle op had. Ondanks mijn moeilijke jeugd, was het mijn allergrootste wens om zelf een kind op de wereld te zetten. Toen ik hoorde dat ik in verwachting was, was ik door het dolle heen. De vreugde overheerste, de angst kwam later pas. De zwangerschap verraste mij: mijn lichaam was er met zo veel ondergewicht eigenlijk niet toe in staat. In een eetstoorniskliniek kreeg ik begeleiding. Maar toen mijn zoon geboren was, keek ik niet naar hem om. Ik kon de zwangerschapskilo’s niet accepteren, viel hard terug in mijn eetstoornis en ik belandde in een postnatale depressie, die drie jaar geduurd heeft.’

vastgebonden

‘Na de geboorte werd ik al snel opgenomen op de gesloten afdeling van een psychiatrische instelling. Ik was erg afgevlakt en had geen gevoelens voor mijn zoontje of partner. Ik verkeerde in levensgevaar, omdat ik geen sondevoeding accepteerde. Daar hebben ze mij toen, op bevel van de rechter, dwangvoeding gegeven. Dat was verschrikkelijk. Ik werd door vijf man vastgehouden en vastgebonden op een bed en kreeg spuiten om rustig te blijven. Daarna moest ik de separeercel in met een verpleegkundige, die ervoor zorgde dat ik de sondevoeding er niet uit kreeg, want ik had zo veel trucjes. Maar na twee weken zagen ze in dat het niet hielp. Zelfs de verpleegkundige kon het niet meer aanzien. ‘Dat arme meisje’, zei ze. Toen zijn ze overgegaan op een ander middel: het geven van slaapinjecties. Zo werd ik twee weken in slaap gehouden. Ik heb me daaraan overgegeven, ik kon ook niet anders. Toen ik wakker werd, kon ik helderder nadenken, omdat mijn lichaam voeding kreeg. Stap voor stap ging ik meer eten. Het ging heel moeizaam, het bleef een innerlijke strijd.

Medicatie en therapie sloegen niet aan, ik bleef erg depressief. Uiteindelijk besloten de artsen het laatste redmiddel toe te passen: elektroshocktherapie (ECT). Ze brengen je dan onder narcose en dienen spierverslappers toe. Via elektroshocks wekken ze een epileptische aanval op. Ik begon met twee keer in de week en ik denk dat ik in totaal meer dan veertig keer ECT heb gehad. Extreem veel. Helemaal verward werd ik wakker na zo’n behandeling. Ik wist niet meer waar ik woonde, vrienden herkende ik niet meer.

in verzet

Toch waren de elektroshocktherapieën niet voldoende om mij overeind te houden. Ik ging vrijwillig naar de gesloten afdeling, maar na een halfjaar was de depressie nog net zo heftig aanwezig. Ik besloot weg te gaan, maar dat mocht niet. Er werd een advocaat ingeschakeld en ik kreeg een zitting met de rechter, psychiater, verpleegkundigen en advocaat. Ze wilden mij een rechterlijke machtiging geven, dat houdt in dat je gedwongen wordt behandeld. Voorafgaand aan de zitting sprak ik met mijn advocaat. Ik vertelde hem dat ik niet meer kon. Van de rechter moest ik een traumabehandeling volgen in een gespecialiseerd centrum. Maar ik ging in verzet, ik was op. Alle behandelingen had ik doorlopen, zelfs elektroshocktherapie. Dat heb ik rustig uitgelegd. Ze hadden meer begrip dan ik dacht, en zagen ook dat ik alleen maar aan het lijden was. Ik was moegestreden, ze namen mij serieus. We hebben, voor de tweede keer in mijn leven, over euthanasie gesproken. Mijn psychiater zou me helpen bij het indienen van de euthanasieaanvraag. Dat gaf mij rust. Juist omdat ze alles zo goed had uitgezocht, wist ze dat ik in aanmerking zou komen.

Toch werd het mij allemaal te veel, een paar dagen na de zitting. Ik nam een overdosis medicatie in, die ik al maandenlang had opgespaard. Er ging veel voorbereiding aan vooraf: zo speelde ik in op de onwetendheid van stagiaires bij de apotheek. Ik was toen nog opgenomen in een psychiatrische instelling, maar de medicatie is nooit aan het licht gekomen tijdens controles. Na het innemen van de medicatie had ik nog een afspraak met de psychiater. Ze kwam langs op de afdeling, dus ik kon er moeilijk onderuit komen. Over een paar uur ben ik er toch niet meer, dacht ik. ‘Wat zie jij geel’ zei de psychiater. Toen ik bekende dat ik een overdosis genomen had, belde ze direct een verpleegkundige. De instelling grensde aan het ziekenhuis, met spoed werd ik erheen gebracht. Mijn lever deed bijna niets meer. Als ik een uur later gevonden zou zijn, had ik het niet overleefd, vertelden de artsen.’

bang

‘Toen ik bij bewustzijn kwam, kon ik alleen nog maar huilen. Er leek iets te zijn gebeurd in mijn hoofd. Ik wilde helemaal niet dood, ik was vooral bang. Bang dat ik dit niet zou overleven. Ik besefte dat mijn zoon een moeder nodig heeft, vooral omdat ik die zelf nooit heb gehad. Ik wilde dat hij een normale, stabiele jeugd zou krijgen.

Bij thuiskomst wilde mijn zoon niet veel van mij weten. Ik heb het initiatief aan hem overgelaten. Nu is hij steeds vaker overdag bij mij en dat bouwen we langzaam op. De band met mijn zoontje is er eindelijk. Ik heb het gevoel dat ik net bevallen ben. De eerste stapjes, de eerste woordjes, ik heb veel moeten missen. Mijn geheugen is enorm aangetast. Verder dan een halfjaar terug gaan mijn herinneringen niet. Ik lees fragmenten terug in dagboeken, of mijn partner vertelt mij dingen. Ik maak overal notities en lijstjes van, omdat ik anders niet onthoud welke afspraken ik die dag heb. Het meest confronterend is dat ik de kraambox niet herkende. Natuurlijk, ik zag dat er kaartjes en babyspullen in lagen, maar ik had er geen herinneringen aan. Pas nu realiseer ik mij hoeveel ik gemist heb. Dat is raar: opeens heb je een kind van bijna drie.

Ik kan nu genieten van het leven. Van de zon die door het raam schijnt, van mijn zoontje, afspreken met vriendinnen of mezelf mooi opmaken. Mensen uit mijn omgeving zeggen dat mijn ogen meer glans hebben. Toch blijft het moeilijk, mijn lichaam laat me vaak in de steek. Als ik een dag wegga, moet ik daar dagen van bijkomen. Ik weet niet wat ik zou doen als ik weer heel hard zou terugvallen in mijn eetstoornis. Zestien jaar lang heb ik geknokt, ik wil niet meer terug naar hoe het was. Op mijn dieptepunt zat ik vol angsten. Er is een grens, ik kan me voorstellen dat ik voor euthanasie zou kiezen als ik die zou passeren.

Ik ben trots op wat ik heb bereikt. Mijn gezin is mijn alles, daaraan houd ik mij vast. Ik wil de moederrol op me nemen, mijn zoontje vaker bij me hebben, met hem naar de basisschool fietsen. Ik realiseer me wel dat ik de komende jaren niet zonder hulp kan. Dat hoeft ook niet, zolang mijn leven stabiel blijft. Mijn gezin geeft mij kracht om door te gaan.’

euthanasie in de psychiatrie

Mensen met een psychiatrische stoornis, zoals een dwangstoornis of schizofrenie, kunnen psychisch zo ernstig lijden, dat ze een doodswens hebben.

De euthanasiewet maakt geen onderscheid tussen lichamelijk en psychisch lijden. In 2013 verdrievoudigde het aantal meldingen van euthanasie in de psychiatrie ten opzichte van 2012 (van 14 naar 42 gevallen). In 2014 bleef dat aantal met 41 meldingen stabiel, bleek deze week uit het jaarverslag van de toetsingscommissies. Ten opzichte van het totale aantal euthanasiegevallen (ruim 5300) gaat het om een klein percentage, maar er is veel discussie over. Het lijden van een psychiatrisch patiënt is veel lastiger te duiden dan lichamelijk lijden. De voorwaarden die de wet stelt, zijn dat het euthanasieverzoek vrijwillig en weloverwogen is, dat er sprake is van ondraaglijk een uitzichtloos lijden, dat de patiënt goed is voorgelicht over zijn situatie en vooruitzichten en dat er geen redelijke andere oplossing is. Daarnaast moet de arts ten minste twee consulenten raadplegen: een onafhankelijke arts en een psychiater.

‘suïcide is een momentopname’

Voorstanders van euthanasie bij psychiatrische patiënten wijzen erop dat euthanasie een gruwelijke zelfmoord zou kunnen voorkomen. Veel patiënten die om euthanasie vragen, hebben namelijk al diverse suïcidepogingen ondernomen, met traumatische gevolgen voor nabestaanden en omstanders. Een dood door geïnjecteerd gif of door het innemen van een drankje in het bijzijn van familie, lijkt humaner en minder traumatisch dan een sprong van een torenhoog flatgebouw.

Psychiater Jan Swinkels vraagt zich af of euthanasie zelfmoord kan voorkomen.

Samen met zijn collega Monique Janssen heeft hij een boek gepubliceerd met verhalen van mensen die suïcidepogingen overleefd hebben. ‘Suïcide is een momentopname. Veel mensen willen na een zelfmoordpoging niet meer dood. Sterker nog: het merendeel van de mensen die ik heb geïnterviewd voor mijn boek, wil daarna nooit meer dood. Een patiënt van mij heeft een zelfmoordpoging gedaan, maar die mislukte. Tot aan de operatietafel heeft hij geschreeuwd: ‘Ik wil niet dood, ik wil niet dood.’

Maar wat als psychiatrische patiënten aan alle criteria voldoen, ondraaglijk en uitzichtloos lijden en honderd procent zeker zijn van hun doodswens? Is het dan de taak van de arts om de patiënt te helpen met sterven? ‘Wij hebben ook de plicht om mensen te helpen en ze niet in de steek te laten. Als artsen willen we het goede doen, deugdzaam leven’, reageert Swinkels. ‘De vraag is of mensen echt dood willen. Wat mensen willen, weten ze vaak zelf niet. Ze willen niet meer lijden, gelukkig zijn. Euthanasie is wel de meest radicale oplossing. De dood is definitief en onomkeerbaar. Niemand kan zich voorstellen hoe het is om dood te zijn. We kunnen het de doden niet meer vragen.’

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Koningin Juliana neemt deel aan de Drentse fietsvierdaagse in juli 1975.

Dankzij een voorvader van Willem-Alexander ligt Ter Apel niet in Drenthe. Dat vonden de Drenten niet fijn

De Oranjes hebben op vele wijzen hun stempel op Drenthe gedrukt. Zonder Willem I had Ter Apel bij Drenthe behoord, inclusief het opvangcentrum voor asielzoekers.

De Q-koorts is aangetroffen op een boerderij met melkschapen.

Q-koorts in Gelderland: hoe groot is het risico voor de mens? Vier vragen

Voor het eerst sinds 2016 is in Nederland Q-koorts aangetroffen bij Nederlandse melkgeiten en melkschapen. De bacterie besmette in het verleden duizenden Nederlanders, van wie een deel jaren later nog worstelt met de medische nasleep.

Leerlingen van een vmbo-school worden getoetst bij het landelijk praktijkexamen mobiliteit en transport.

Praktijkonderwijs en vmbo kampen met forse daling leerlingenaantallen, doorstroomtoets lijkt oorzaak

Er zijn sterke aanwijzingen dat de nieuwe doorstroomtoets in groep 8, die de kansengelijkheid in het onderwijs moet bevorderen, leidt tot een forse daling van het aantal leerlingen dat naar het praktijkonderwijs of het vmbo gaat.

Marielle Paul: liefst vaste docenten.

Externe docent bijna twee keer zo duur

Den Haag

Als de gemeente de hele buurt erbij betrekt, en eerlijk communiceert over de knelpunten, komt nieuwbouw sneller op gang.

Zo krijgen gemeenten nieuwbouw sneller van de grond. 'Betrek niet alleen directe buren erbij'

Woningzoekers moeten door bezwaren van mondige burgers langer wachten op een huis. Hoe kan een gemeente nieuwbouw sneller op de rit krijgen? Vier tips van experts.

ChristenUnie-fractievoorzitter Bikker tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer op 26 maart. Bikker vertelde woensdag in Sven op 1 dat het kantoor van de partij met leuzen en stickers was beklad.

ChristenUnie doet aangifte na derde bekladding van partijbureau in een week tijd

Voor de derde keer in enkele dagen werd het partijkantoor van de ChristenUnie woensdagochtend tijd beklad met pro-Palestijnse leuzen. Aanvankelijk wilde de partij geen aangifte doen, maar heeft dat nu alsnog gedaan.