'Smart City Amsterdam op het gebied van parkeren niet zo smart'

Eind vorig jaar is de Uitvoeringsagenda Mobiliteit voor Amsterdam goedgekeurd. Een onderdeel van dat plan is het toevoegen van tweeduizend parkeerplekken in het centrum van Amsterdam. Toen ik dat hoorde was ik heel erg verbaasd. Voor een stad waar de grachten helemaal vol staan met stilstaande auto's, is dit een zeer eigenaardig doel. Auto's die stilstaan hebben namelijk niets met mobiliteit te maken, een auto is gemaakt om te rijden.

Gevecht om de vierkante centimeter
Maar blijkbaar gaat mobiliteit voor een groot gedeelte over parkeren. Laten we ons daar dan maar eventjes op concentreren.
De druk op de openbare ruimte in Amsterdam is zeer hoog. Fietsen, trams, geparkeerde auto's en openbare ruimte zijn constant met elkaar in gevecht om vierkante centimeters te bemachtigen. In die situatie is het zeer opvallend dat in het centrum meer dan twintig procent van de geparkeerde auto's erg weinig worden gebruikt (minder dan één keer per week, volgens de Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer). Deze voertuigen bezetten dus kostbare openbare ruimte, terwijl dat beperkt waarde toevoegt voor de bezitter. Vergunninghouders gebruiken tachtig procent van de parkeeruren, en dus parkeerplekken, in het centrum.
Amsterdam noemt zich een smart city. De onderliggende gedachte van het programma Smart cities is dat data en technologie kunnen helpen om de stad leefbaarder en efficiënter te maken. Dit probleem is een uitgelezen kans om innovaties toe te passen.

Een voorbeeldje. Gratis en voor niets heb ik samen met professionele partijen die dit tot uitvoer kunnen brengen een plannetje voor de gemeente gemaakt. De doelgroep is de 22 procent van de mensen die hun auto minder dan één keer per week gebruikt. We bieden hun de mogelijkheid hun auto tijdelijk elders te parkeren.

Deelauto's
Tegelijkertijd bieden we een pakket aan deelauto's aan, passend bij de behoefte van individuele bewoners. Als het wagenpark niet meer aansluit bij de behoefte, kan het aangepast worden. De vrijgekomen parkeerplekken worden gebruikt om de deelauto's te parkeren, extra openbare ruimte te creëren (bijvoorbeeld tijdelijke plantenbakken, straatmeubilair et cetera) en inkomsten voor de gemeente te genereren met de vrijgekomen parkeerplekken (gemiddeld ongeveer 90.000 euro per locatie per jaar).

Het betreft een experiment van zes maanden op een aantal gebieden van ongeveer honderd parkeerplekken. Hiervan kunnen er 22 worden vrijgemaakt om vier deelauto's te parkeren. Dit betekent dat er vijftien parkeerplekken vrijkomen voor hoogwaardige openbare ruimte. Er zijn dan drie extra plekken om betaald te parkeren. Voor het centrum betekent dit vijftien procent meer openbare ruimte waar nu parkeerstroken zijn, en drie procent meer plekken voor betaald parkeren.

Hoogwaardig openbaar
Als na het experiment blijkt dat op sommige locaties de wens er is om terug te gaan naar de oude situatie, dan kan dat. Dit betekent dat de bewoners een directe invloed hebben op de openbare ruimte in hun directe omgeving. Het kiezen voor het delen van een auto, wordt beloond met hoogwaardige openbare ruimte.

Een greep uit de negen belangrijkste ergernissen van Amsterdammers met betrekking tot parkeren die met dit concept (gedeeltelijk) worden opgelost:
Geen vrije parkeerplaatsen voor eigen auto: deelauto's hebben een vaste parkeerplek.

Niet ingewikkeld
Lange zoektijd voor eigen auto: deelauto's hebben een eigen plek.
Te veel auto's in het straatbeeld: 15 procent minder auto's in de straat.
Rondrijdende auto's op zoek naar een parkeerplaats: extra plekken voor betaald parkeren, dus minder zoeken voor bezoekers.
Te lang wachten op een parkeervergunning: dit is een goed alternatief, de wachtlijst kan korter worden.

Het is dus soms niet zo ingewikkeld. Het investeren in parkeergarages is symptoombestrijding en weggooien van Amsterdams belastinggeld. Er zal naar de onderliggende uitdagingen moeten worden gekeken.
Daarnaast is het voor een liberaal college opvallend dat er zwaar geïnvesteerd wordt in het kunnen parkeren van auto's en dat oplossingen die echt over mobiliteit (door de stad bewegen) gaan 'uit de markt' moeten komen. Alle vormen van autodelen en gedeelde mobiliteit zijn initiatieven uit het bedrijfsleven (Car2go, Greenwheels, Snappcar, et cetera). Deze voorbeelden geven wel mobiliteit aan de Amsterdammers en verlagen de druk op de openbare ruimte.

De gemeente heeft een unieke positie om openbare ruimte en mobiliteit integraal aan te pakken.
Een kwartiertje innovaties bekijken op internet is genoeg om te zien dat er een scala aan mogelijkheden is om de mobiliteit van bewoners te verbeteren en daarnaast de hoeveelheid stilstaande auto's te beperken. Van het toevoegen van stilstaande auto's in de stad wordt helemaal niemand beter. Niet smart voor een stad die zich smart city noemt.

Wilt u reageren? Dat kan. Scroll (een beetje) naar beneden om een reactie te plaatsen.