Luister naar

Vurige monden voeden

Nieuws
Een laaiend haardvuur geeft veel gezelligheid en warmte in huis. Maar hoe staat het met de milieuvervuiling?
Maarten Dijkstra rd
woensdag 7 oktober 2015 om 03:00
Vurige monden voeden
Vurige monden voeden

Wat is er mooier dan eigenhandig houtblokken te stapelen, die aan te steken en je even later te warmen aan laaiende haardvlammen? Daar kan toch geen thermostaatknop tegenop? Of gooien milieubezwaren roet in het eten?

Gerangschikt naar oplopend rendement ziet het rijtje binnenhuisbrandhaarden er ongeveer zo uit: open haard, elektrische kachel, gaskachel, houtkachel (in de varianten speksteen-, tegel- en pellet-), ketel (CV/VR/HR/HRE), zonneboiler en warmtepomp. Zo lijkt de aanschaf simpel, maar ja: behalve rendement spelen ook zaken als prijs, comfort, smaak, uitstraling en milieu een rol.

De meest rendabele systemen – zonnepanelen en warmtepompen – kosten (op de korte termijn) het meest. En om nu te zeggen dat je daarmee stoere aandachtstrekkers in huis haalt … Qua uitstraling bieden ze weinig meer dan de traditionele cv-systemen, waarin het borrelende water door een ketel wordt verwarmd en de radiatoren met een knopje worden bediend.

Nee, dan houtkachels. Zware gevallen met vurige buiken op pootjes. Niks geen knopjes op hun flank, maar een open mond die gevoed wil worden met takken, stammetjes en blokken, die de eigenaar na noeste arbeid eigenhandig onder een afdak te drogen heeft gelegd.

Hoewel ze minder rendabel zijn dan zonneboilers en warmtepompen benaderen ze wel het rendement van een traditionele VR-ketel. Bovendien bieden ze warmte en gezelligheid in de vorm van echte vlammen, appelleren ze aan de oerinstincten en pyromane neigingen van veel mannen, kosten ze (op de korte termijn) lang niet zoveel als hun rendabeler ‘broers’ en vreten ze geen stroom en gas, waardoor ze dus heel milieuvriendelijk lijken. Of zit er toch een addertje onder het hout?

schadelijke stoffen

Onder de houtstapel van een open haard schuilt een wel heel grote ‘adder’: het stoken van blokken in een open haard heeft een rendement van slechts 10 procent. Door de noodzakelijke trek verdwijnt de meeste warmte via de schoorsteen naar buiten. In veel gevallen kost de open haard zelfs warmte en moet de cv-installatie het warmteverlies bij stoken. Daarnaast komen bij de verbranding schadelijke stoffen vrij die vervolgens in de kamer belanden. ‘In een duurzaam huis hoort een open haard dan ook niet thuis!’ stelt organisatie Duurzaam Thuis.

Wie toch wil genieten van een knapperend houtvuurtje, kan beter voor een gesloten houtkachel gaan. Helaas ziet milieuorganisatie Milieu Centraal ook nadelen aan dit soort verbranders: ‘Dat hout een duurzame brandstof is, betekent niet dat hout stoken zonder meer milieuvriendelijk is. Voor de productie en het transport is bijvoorbeeld wel fossiele brandstof gebruikt. Bovendien ontstaat er bij houtverbranding gemakkelijk luchtvervuiling door fijnstof, kankerverwekkende koolwaterstoffen, koolmonoxide en zware metalen. Voor het milieu is een toename van houtkachels en open haarden in woonwijken niet gewenst’, aldus een woordvoerder.

Aan de andere kant: ‘Houtkachels met een hoog rendement dragen wel minder bij aan klimaatverandering dan gasgestookte verwarming. Hout is een duurzamere brandstof voor de kachel dan aardgas. Het draagt niet bij aan het opraken van fossiele brandstoffen, aardgas wel. Bovendien versterkt de verbranding van hout klimaatverandering niet, mits het hout afkomstig is uit duurzaam beheerde bossen. De bomen die worden teruggeplant, nemen tijdens de groei de CO2 op die vrikwam bij de houtverbranding.’

Een positief punt vanuit het oogpunt van comfort is dat de stralingswarmte uit houtkachels minder droge lucht afgeeft dan de convectiewarmte uit radiatoren en gaskachels; slijmvliezen en huid drogen dus veel minder snel uit. Houtkachels geven daarom een prettiger leefklimaat in huis. Daar komt bij dat ze voor veel minder luchtcirculatie zorgen, waardoor er minder stof in beweging is en bewoners zich bij een lagere luchttemperatuur prettiger voelen.

Na alle plussen en minnen nog steeds een brandend verlangen naar een houtkachel? Welke wordt het? Een pelletkachel, een speksteen- of tegelkachel of een ‘gewone’ houtkachel? De pelletkachel – rendement 94 procent – brandt op zogenaamde ‘pellets’, een Engelse term die ‘brokjes’ betekent – kleine, cilindervormige korreltjes gemaakt van restafval: zaagmeel en houtsnippers. De korrels zijn CO2-neutraal en bovendien een stuk goedkoper dan andere verbrandingsstoffen. Ze veroorzaken weinig vuil en geven geen geur af. Eén kubieke meter pellets levert net zoveel energie als 320 liter stookolie. Een zak van 20 kilo kost slechts 5 euro. In vergelijking met ‘gewone’ houtkachels verbruiken ze zo’n 30 procent minder hout. De opslag neemt drie keer zo weinig ruimte in. Een pelletkachel kost tussen de 2500 en de 5000 euro.

Het systeem geeft alleen nieuwe pellets uit een aparte voorraadruimte in de kachel vrij als er meer brandstof nodig is om de temperatuur te kunnen handhaven. Verspilling is hierdoor minimaal. De noodzaak om eigenhandig houtblokken te kloven en zelf het vuur te regelen, is helemaal nihil.

Wie toch liever met ‘echte’ blokken een brandstapel bouwt, kan het beste een speksteen- of tegelkachel aanschaffen, grote, massieve kachels van een steenachtig materiaal. Het duurt ongeveer een halfuur voordat hij is opgewarmd, maar daarna geeft de kachel regelmatig en langdurig warmte af. Het rendement ligt rond de 92 procent. Voor de installatie zijn veel ruimte en een stevige ondergrond nodig: een speksteenkachel weegt 500 tot 4000 kilo. Speksteenkachels hebben een erg lange levensduur en zijn onderhoudsvriendelijk. Ze kunnen wel honderd jaar meegaan. Maar ook al vervuilt de schoorsteen minder snel dan bij een houthaard, hij moet wel eens in de zoveel tijd worden geveegd. Prijzen starten bij 3000 euro. De ‘gewone’ houtkachel is iets goedkoper, maar heeft een veel lager rendement (75 procent). Het grote verschil met de speksteen- en tegelkachels is het materiaal waaruit de brandhaard bestaat: de ‘gewone’ houtkachel is van metaal, en dat geeft zijn warmte nu eenmaal sneller af dan steen. ¦

besmet met stookvirus

Een van de eerste dingen die Marcel van ’t Hul deed toen hij zijn rijtjeshuis in Elburg kocht, was het laten boren van grote gaten in plafonds en vloeren. ‘We waren in ons vorige huis een houtkachel gewend en dus besmet met het stookvirus. Ik geniet vooral van het ambachtelijke handwerk, van het natuurlijke verwarmingsproces waar je gevoel bij hebt. Heel anders dan een simpele druk op een knopje.’ De Van ’t Huls kochten een Morsø, een gietijzeren geval van 1800 euro met een spekstenen binnenkant. Hoewel zijn stookkosten op jaarbasis met zo’n 1000 euro daalden, raadt Van ’t Hul mensen niet aan om alleen op basis van financiële overwegingen een houtkachel aan te schaffen. ‘Je moet het vooral mooi vinden om te stoken, om hout te zoeken, te kloven en te stapelen.’ Omdat Van ’t Hul onbehandeld hout gebruikt en met alle roosters open stookt, valt de roetaanslag in zijn kachelpijp enorm mee. ‘Een bevriende brandweerman zei ooit: ‘‘Schoorsteenbranden ontstaan als er een bocht in het kanaal zit of als het om een gemetseld geval gaat.’’ Mijn schoorsteen is van metaal en kaarsrecht. In de herfst voer ik altijd een kleine, visuele inspectie uit, maar ik zie nooit een verstopping.’

stooktips

1. Gebruik schoon, droog hout.

2. Zorg voor hoge verbrandingstemperaturen.

3. Stook niet bij windstil of mistig weer.

4. Leeg de aslade regelmatig.

5. Zorg voor een goede rookafvoer en laat de schoorsteen één keer per jaar reinigen.

6. Let op vlammen en rook: vlammen moeten heldergeel of blauw en de rook kleurloos zijn.

7. Zorg voor voldoende zuurstoftoevoer.

8. Maak het vuur aan met aanmaakblokjes of houtjes, en niet met vloeibare stoffen.

9. Zorg voor voldoende ventilatie in de ruimte waar gestookt wordt.

10. Laat het houtvuur vanzelf doven.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Roni Pinchas: 'Ik besefte opeens: dit is hoe het leven met God eruit hoort te zien, dit had Hij blijkbaar voor mij in petto.'

De Israëlische Roni wil gelovige jongeren helpen groeien: 'Er zijn veel deuren voor mij opengegaan'

De Israëlische Roni Pinchas (24) woont sinds vorig jaar in Nederland. 'Elke keer als ik het moeilijk heb, denk ik eraan dat mijn leven niet van mij is; het is een offer aan God.'

'Ik heb op zoveel nichtjes en neefjes mogen passen. Ik voel me daardoor vaak gezegend.'

Ruth en haar man kregen geen kinderen: 'Ik geloof dat ik op een andere manier een erfenis doorgeef'

Ruth van Schothorst (52) past regelmatig op neefjes en nichtjes. Zelf kreeg ze geen kinderen. 'Wat ik het moeilijkst vind, is dat ik geen leven heb doorgegeven. Na mij stopt het.'

'Ik sta aan de vooravond van een nieuw leven.'

Rien moest negen maanden revalideren. 'Ik heb maanden gehuild, maar ook veel gebeden'

Rien Tromp (70) kreeg een dwarslaesie. Na negen maanden te hebben doorgebracht in een revalidatiecentrum, ziet zijn leven er heel anders uit. ‘Er komt een tijd dat het allemaal weer beter gaat met mij.’

Hannah Klein Nibbelink (19) en Lars Bakker (19)

Deze twee jongeren hebben een christelijk tussenjaar genomen. 'Het was een spiegel voor mezelf'

Wat als je nog niet weet wat je wil doen na de zomervakantie? Lars Bakker (19) en Hannah Klein Nibbelink (19) kozen allebei voor een 'christelijk' tussenjaar. 'Ik houd me vooral bezig met praktische taken.'

Marisca Kenter-van der Zwaan: 'Mijn vaste baan levert ongeveer twee derde en m’n blog een derde van mijn salaris op.’

Marisca blogt over leven met een budget: 'Ik maak me erge zorgen over de toekomst van mijn zoons'

Marisca werkt als communicatiedeskundige voor een zorgorganisatie en blogt over het moederschap. ‘Ik praat en schrijf open over onze geldissues. Daarmee stimuleer ik anderen ook dat taboe te doorbreken.’

Wilco van Wakeren: 'Hoop geeft kracht om je gelaat omhoog te blijven richten.’

Legerpredikant Wilco werd mindfulnesstrainer: 'Dapper zijn is niet op een slagveld iemand redden'

Als dominee aan het front zorgde hij voor de geestelijke gezondheid van militairen tijdens uitzendingen in onder meer Afghanistan. Nu is Wilco van Wakeren mindfulnesstrainer. ‘Je zou kunnen zeggen dat Jezus mindful was.’