Vluchtelingen kunnen terecht in leegstaande gebouwen van het Rijk
Leegstaande gebouwen van de rijksoverheid kunnen worden ingezet voor de huisvesting van vluchtelingen die in Nederland mogen blijven.
Het zijn onder meer leegstaande kantoren, kazernes, zorginstellingen en gevangenissen. Het gaat om 80.000 vierkante meter waarin duizenden vluchtelingen kunnen wonen.
Minister Stef Blok (Wonen en Rijksdienst) maakte dat vrijdag bekend. Het Rijksvastgoedbedrijf biedt de panden, die voor de verkoop bedoeld zijn, aan aan de gemeenten. Die kunnen ze na de nodige aanpassingen inzetten om vluchtelingen die in Nederland mogen blijven een tijdelijke woning te bieden. De panden kunnen ook door het COA worden ingezet voor noodopvang.
Volgens premier Rutte moet het besluit er toe leiden dat er meer doorstroming komt van ruim 12.000 mensen die nu nog in een asielzoekerscentrum zitten, maar recht hebben op een woning. Het kan wel voorkomen dat meerdere families zullen moeten samenwonen in een huis. ‘Soberheid is onvermijdelijk.’ <
Een kleine veertig vluchtelingen hebben noodopvang Heumensoord bij Nijmegen vrijdagmiddag kort na aankomst weer verlaten, omdat ze ontevreden waren over de geboden voorzieningen. Dat heeft een woordvoerster van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) aan het ANP bevestigd.
Met name de inrichting van de slaappaviljoens schoot hen in het verkeerde keelgat. In de paviljoens zijn lange rijen slaapkamers voor acht personen. Sommige vluchtelingen vrezen dat ze niet genoeg privacy hebben.
De eerste honderden asielzoekers kwamen vrijdag aan op Heumensoord. Het paviljoendorp moet uiteindelijk plaats bieden aan maximaal drieduizend vluchtelingen. Het COA zegt dat de locatie momenteel nog volop in opbouw is. ‘Maar het is tijdelijk, de meeste mensen zijn hier met een paar dagen of weken weer weg. Niemand blijft langer dan vijftien weken.’
De mannen en vrouwen vertrokken om terug te gaan naar het aanmeldcentrum in Ter Apel. Volgens het COA kan dat niet. ‘Sommige mensen zijn alweer terug. Anderen worden ergens onderweg door de politie opgepikt, die ze dan weer bij het COA aflevert. Dan krijgen ze weer ergens een plekje, we laten niemand op straat staan.’