Recherchewerk politie gehinderd door ‘te weinig kennis en ervaring’

De opsporing van strafbare feiten door de politie wordt bemoeilijkt door zo’n “160 knelpunten”. Het werk van de rechercheurs in Nederland (12.500 agenten) wordt onder meer gehinderd door “een te laag kennisniveau en gebrek aan ervaring’’ bij de politie, te veel administratieve lasten en een angstcultuur bij politie en Openbaar Ministerie.

Alle knelpunten staan beschreven in het door de Politieacademie opgestelde rapport Recherchetoestanden. De studie gebeurde in 2011 maar leverde zulke droevige resultaten op dat besloten werd het rapport tot op de dag van vandaag niet te publiceren. Deze week maakte minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie, VVD) bekend dat het niveau van de opsporing met spoed “fundamenteel verhoogd moet worden”.

Een kopie van de vertrouwelijke studie uit 2011 is in handen van NRC. “Het rapport is nog niet achterhaald. De problemen zijn alleen maar erger geworden”, zegt Nicolien Kop. Zij is lector criminaliteitsbeheersing en recherchekunde aan de Politieacademie in Apeldoorn en opsteller van het rapport.

Oudere rechercheurs weten zich geen raad met social media

Volgens Kop is er sprake van jarenlang “achterstallig onderhoud” bij de recherche waardoor er een “digitale generatiekloof” is ontstaan. Klassieke rechercheurs weten zich bijvoorbeeld geen raad met social media. Er zijn bij de politie te weinig cybercrime agenten en specialisten op het gebied van financieel-economische criminaliteit. Ze moeten “versneld worden geworven”, schrijft Van der Steur. Kop verwacht dat deze rechercheurs vooral van buiten de politie moeten komen:

“Het gaat hier om terreinen die veel huidige rechercheurs niet aantrekkelijk vinden. Ze zijn bij de politie gegaan om op straat boeven te vangen. Snuffelen in papieren wordt niet het meest sexy onderdeel van de recherche gevonden.”

Rechercheurs zijn volgens de studie ook bang fouten te maken. Het OM is bevreesd voor “een negatief imago”. Kop heeft het over een angstcultuur:

“Rechercheurs durven het hoofd niet boven het maaiveld uit te steken en dat speelt te meer in deze onzekere tijden van reorganisatie. Je wilt natuurlijk wel graag blijven.”