Het slachtoffer had sinds eind 2010 een seksuele relatie met de veertiger. Hij was sindsdien al drie keer veroordeeld voor geweld tegen haar. Toen hij op 13 februari 2014 langs kwam, kregen ze opnieuw ruzie. Hij verweet haar onder meer dat ze geen echte relatie met hem wilde. De beklaagde sloeg haar, bonkte haar met het hoofd tegen de muur en haalde een mes over haar keel.

Ze verloor het bewustzijn en werd vastgebonden wakker. De twee volgende dagen werd ze herhaaldelijk geslagen, gestampt en verkracht. Hij nam ook foto’s van het gewonde en doodsbange slachtoffer.

Op 15 februari kwam haar moeder langs, omdat ze zich zorgen maakte. Ze trof een ravage aan op het appartement, met overal bloed. Haar dochter had een hersenbloeding, een klaplong, een gebroken neus, een snijwonde in de hals, een afgebroken tand en tal van kneuzingen. Ze was vier maanden arbeidsongeschikt en zal voor de rest van haar leven de gevolgen van het geweld dragen.

De verdediging had een herkwalificatie naar slagen en verwondingen gevraagd, maar het hof oordeelde dat er hier wel degelijk sprake was van foltering. De beklaagde betwistte ook de feiten van verkrachting en gevangenhouding, maar ook dat vond het hof bewezen.

Om hem niet elk toekomstperspectief te ontnemen, kreeg hij zeven jaar cel. Hij moet het slachtoffer een provisionele schadevergoeding van 10.000 euro betalen.