Afrikaanse, Amerikaanse en Europese militairen trainen in Harskamp
De scenario’s spelen zich af in Mali. Hun wapens: laptops, radio’s, telefoons en landkaarten.
Harskamp
Gilles Bationo is kolonel in het leger van Burkina Faso en weet niet of hij zomaar met een journalist mag praten. ‘Even overleggen met iemand die boven mij staat.’ Hij wordt doorverwezen, maar krijgt in tweede instantie goedkeuring. ‘Dit is een oefening, in het echt mag ik ook niet zomaar een journalist te woord staan.’
De breedlachende chief operation loopt terug naar de laptops in het hoekje waar zijn team is neergestreken. ‘De situatie op dit moment: verschillende militante groeperingen vechten met elkaar. Van hieruit coördineren we de operaties in het veld en voorzien we de mensen daar van informatie, zodat we de bevolking goed kunnen beschermen. We zijn op vredesmissie.’
Hij noemt de scenario’s die hij sinds het begin van de training is tegengekomen realistisch. ‘Ik ben gestationeerd geweest in Timboektoe, Mali, dus ik weet wat daar speelt.’
gevaarlijke situaties
Het United States Army Africa is voor de internationale Western Accord 2015-training met partners uit zestien verschillende landen neergestreken op de Generaal Winkelmankazerne in Harskamp. Van 20 tot 31 juli oefenen ongeveer tweehonderd officieren met operatieplanning, voorspellingen van gevaarlijke situaties en het vergaren van inlichtingen op het gebied van veiligheid. ‘Stel er wordt een VN-helikopter uit de lucht geschoten, dan moeten de officieren in het hoofdkwartier aan het werk: Hoeveel gewonden zijn er? Wie moet assistentie verlenen? Is het gebied waar de helikopter is neergestort veilig? Daarmee kunnen zij weer de mensen in het veld aansturen. Het is een informatiecentrum’, legt kapitein Corné Dalebout uit.
doordenken
Het gaat er chaotisch aan toe in het fictieve sectorhoofdkwartier in Harskamp. De ruimte is klein, mannen en vrouwen in uniformen lopen kriskras door elkaar. ‘Maar er is structuur’, verzekert Dalebout.
Trainer Ben Doomernik staat in een rustig hoekje aan een tafel. Afrikaanse collega’s rollen nieuwe landkaarten uit en voeren overleg. De Nederlandse luitenant-kolonel heeft in Mali gewerkt en is ervaren op het gebied van inlichtingenwinning. Hij noemt de oefening geweldig. ‘Deze kennisuitwisseling is belangrijk. In mijn team zit iemand uit Nigeria die zich dagelijks bezighoudt met Boko Haram. Hij deelt diepte-informatie die je in kranten niet tegenkomt. Wij leren hun bijvoorbeeld beter te organiseren, maar ook om door te den ken. Stel, er staat een konvooi stil. Dan wil ik dat ze vragen stellen als: Mag dat daar? Is het gevaarlijk? Moet er steun heen? Wat betekent dat? Daar hamer ik op, want zulke vragen mis ik te veel.’
Voor de hand ligt het niet om tachtig Afrikaanse officieren en ruim honderd Amerikanen en Europeanen in Nederland te laten samenkomen om scenario’s uit Mali te oefenen. ‘De training zou plaatsvinden in Liberia’, zegt generaal-majoor Michiel van de Laan, ‘maar daar brak vorig jaar ebola uit. De Amerikanen wilden de oefening afblazen. Dat was voor ons een kans. Wij hebben namelijk baat bij deze oefeningen. Nederland draagt met zo’n 450 militairen bij aan de missie in Mali. Daarnaast wil het Nederlandse leger een rol spelen op het gebied van trainingen. Op deze manier zetten we onszelf op de kaart. We krijgen niets dan lof.’
Dat beaamt de Amerikaanse brigadier-generaal Kenneth Moore. ‘Het is een groot succes. Het doel van onze Afrikaanse missie is de capaciteiten van de Afrikaanse partners te vergroten en hun legers verder te professionaliseren. Met deze oefening is daarin weer een stap gezet.’ <
