Dertigduizend zeereuzen per jaar
Hoe krijgt het havenbedrijf het voor elkaar om die elke keer weer zonder mankeren naar binnen te loodsen?
Rotterdam
Achter glas zijn vijftien mensen bezig het scheepvaartverkeer in de Rotterdamse haven in goede banen te leiden. Op beeldschermen volgen ze de positie van de schepen in en buiten de haven. ‘De zeeschepen hebben een label, de binnenvaartschepen niet’, wijst Tie Schellekens, persvoorlichter van het havenbedrijf.
Het binnenbrengen van de schepen is een complex gebeuren. ‘Het begint 57 kilometer voor de kust. Grote schepen moeten zich ruim 48 uur van tevoren aanmelden bij het havencoördinatiecentrum (HCC)’, aldus Rob Gutteling, plaatsvervangend havenmeester. ‘Dat doen de agentschappen die de grote reders in Rotterdam vertegenwoordigen. Ze kennen de diepgang van hun schepen en weten of die bijvoorbeeld gebruik moeten maken van de Eurogeul.’ Geulvaart is verplicht bij zogeheten marginale schepen, zeereuzen met een diepgang van meer dan 17,40 meter. ‘Ik heb zo een keer het binnenlopen van de Berge Stahl, een van de grootste bulkcarriers ter wereld, meegemaakt’, vertelt Schellekens. ‘Dat zou ’s morgens vroeg gebeuren op 24 december. Maar er was ijsafzetting. Daardoor kon de helikopter van de loods niet landen. Dus liepen we pas ’s avonds net voor Kerst binnen. Dat vonden ze thuis echt niet leuk.’
ligplaats toewijzen
‘Het HCC verzorgt de langetermijnzaken van schepen die ons willen bezoeken’, aldus Gutteling. ‘Het wijst ligplaatsen toe volgens het toelatingsbeleid van de haven. Ook zorgt het ervoor dat andere dienstverleners, zoals roeiers, slepers en loodsen, weten dat het schip eraan komt.’ Sommige schepen krijgen een speciale behandeling, weet Gutteling. ‘Bijvoorbeeld containerreuzen van meer dan vierhonderd meter lang, of schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren. Deze schepen kunnen niet zomaar een willekeurige ligplaats toegewezen krijgen.’
Schepen worden beoordeeld op hun veiligheidsniveau, vervolgt de havenmeester. ‘Is dat hoger dan het niveau van onze haven, dan moeten we het schip bij aankomst strenger controleren. Dat kan het geval zijn bij schepen uit bijvoorbeeld oorlogsgebieden. Bij twijfelgevallen sturen we er een inspecteur op af.’
Ook moet er een gezondheidsverklaring worden ingevuld: heeft het schip zieken aan boord? ‘In de haven is in 1935 voor dergelijke ziektegevallen een quarantaineterrein geopend. Het is nog nooit gebruikt’, aldus Schellekens.
grotere schepen
Als alles in orde is en het tij meezit, kan het schip binnenkomen. De schepen worden dan begeleid vanuit twee verkeerscentrales, een bij Hoek van Holland en een in de Botlek. ‘Die houden voortdurend contact met de binnenkomende schepen.’
Al de dertigduizend zeeschepen en honderdduizend binnenvaartschepen per jaar in de haven hebben te maken met de verkeersbegeleiders van het havenbedrijf. Dat blijkt hard nodig. ‘In totaal zijn er in de haven elk jaar tachtigduizend bewegingen van zeeschepen en ongeveer een miljoen van binnenvaartschepen’, aldus de havenmeester.
Door de aanleg van de Tweede Maasvlakte zal de begeleiding van de schepen door het HCC de komende tijd veranderen. Gutteling: ‘De schepen worden steeds groter. Ze hebben daardoor meer ruimte nodig en kunnen elkaar van en naar de Tweede Maasvlakte niet overal passeren. Daarop moeten we anticiperen. We oefenen er nu al voor op een simulator.’
portofrotterdam.com