Trouwe kerkganger laat zich minder vaak registreren als orgaandonor
Gemeenten met een hoog aandeel trouwe kerkgangers hebben vaak relatief weinig inwoners die zich hebben laten registeren als orgaandonor.
Dat concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van dinsdag gepubliceerde cijfers. De gegevens bevestigen eerder gepubliceerde cijfers naar de donorregistratie per gemeenten door het platform ‘Ja of nee’, waarin partijen als de Hartstichting, de Nierstichting en het ministerie van Volksgezondheid zich hebben verenigd.
Veertig procent van de Nederlanders van twaalf jaar en ouder stond volgens het CBS op 1 januari 2014 ingeschreven in het donorregister. Iets minder dan een kwart geeft toestemming voor het gebruik van zijn of haar organen of weefsels na het overlijden – al dan niet met uitzondering van bepaalde organen. Een klein deel laat de beslissing hierover aan nabestaanden over. Elf procent geeft expliciet geen toestemming.
De registratie in het orgaandonorregister blijft achter in de grote steden en bij inwoners van gemeenten op de zogenoemde biblebelt.
Het registratiepercentage voor orgaandonatie is het laagst op Urk (22,6 procent), gevolgd door Staphorst (26,1) en Den Haag (30,3). De minste toestemming voor orgaandonatie wordt gegeven door inwoners van Urk (8,4 procent), Staphorst (12,0) en Neder-Betuwe (13,6).
Noord-Brabant
Uitgesplitst naar provincie is het aandeel ingeschrevenen met 43 procent het hoogst in Noord-Brabant. Daar geeft ook een relatief hoog aandeel van 27 procent toestemming voor donatie. In Zuid-Holland en Flevoland is dat met 21 procent aanzienlijk lager. Deze provincies tellen ook het laagste aandeel geregistreerden. Mensen die zich niet hebben geregistreerd als donor, geven als reden dat ze het een ‘akelig idee’ vinden of dat ze ‘er nu niet over willen nadenken’. Anderen gaven aan er niet geschikt voor te zijn vanwege ouderdom of ziekte.
Religieuze redenen werden ook vaak vermeld, zoals ‘mag niet vanwege geloof’.
Een deel gaf toe laks, lui en gemakzuchtig te zijn. Andere personen zeiden dat ze onvoldoende vertrouwen hadden in de overheid of het systeem, de voorlichting niet voldoende vonden, en bang waren voor misbruik.
Ook gaven mensen die zich niet hebben laten registeren vaak aan dat de familie of partner wel weet of zij na hun dood organen willen doneren. <