‘Dure benzine goed voor milieugedrag’
‘De prijs van dingen is de hele gereedschapskist’, zegt de Amerikaanse milieu-econoom Jason Shogren.
Amsterdam
Nee, zelf heeft hij voor zijn vlucht uit Amerika óók niet de CO2-uitstoot gecompenseerd die zijn vlieggedrag veroorzaakt. Eigenlijk had het wel gemoeten, erkent milieu-econoom, voormalig adviseur van president Clinton en hoogleraar Jason Shogren, die vorige week op uitnodiging van het Planbureau voor de Leefomgeving PBL in Den Haag een lezing hield over milieubeleid. Maar ja. ‘Er zijn zo veel dingen waaraan je moet denken.’
Als econoom heeft hij meteen een praktische suggestie. ‘Je kunt gedrag veranderen door mensen een andere keuze te geven. Bij orgaandonatie heeft het prima gewerkt om burgers hun organen beschikbaar te laten stellen, tenzij ze aangeven dat ze dat niet willen. Vroeger was het vaak andersom. De participatie neemt enorm toe wanneer je de keuze omdraait.’
Dat kun je ook toepassen op vliegtickets. ‘Waarom zit het compenseren van je CO2-uitstoot niet standaard in de prijs, tenzij je aangeeft dat je dat niet wilt? Ook dat is nu omgekeerd, als de keuze al bestaat. Niet alle luchtvaartmaatschappijen bieden de keuze, en ik denk wel te weten waarom. Waarschijnlijk willen ze de vraag naar tickets niet laten dalen door de prijs ervan te verhogen.’
Shogren is expert op het gebied van wetenschappelijk onderzoek naar de ‘juiste prijs’ van goederen en diensten voor het milieu. Veel economen denken dan aan belastingen en subsidies, maar volgens anderen zijn er alternatieve methoden om het gewenste effect te bereiken, zoals het verhogen van sociale druk. Je kunt doemscenario’s verspreiden waar mensen bang van worden, zoals oud-vicepresident Al Gore deed met zijn film en boek. Of een beroep doen op schuldgevoel en sociale rechtvaardigheid, zoals paus Franciscus afgelopen maand deed.’
Zegt u het maar: wat is het beste gereedschap in de kist van de milieu-econoom?
‘De prijs van dingen is de hele gereedschapskist. Soms indirect door ongewenste opties duur te maken. Dan kiezen de meeste mensen voor de andere afslag die de minste vervuiling veroorzaakt, het minst afdoet aan biodiversiteit en het minste effect heeft op klimaatverandering.’
Je moet mensen dus dwingen.
‘Vaak wel, maar ik noem dit liever geen dwang. Het is nog steeds vrijwillig. Bij dwang denk ik aan commanderen en controle, zoals via wettelijke voorschriften. Wat wij economen ‘de juiste prijs’ noemen, betekent dat er een prijs wordt gezet op vervuiling. Als je die niet wilt betalen, is het verder aan jou.’
Gedragsverandering via morele oproepen en schuldgevoel hebben geen effect?
‘Dat debat wordt gevoerd. Vanuit de psychologie, sociologie, religieuze studies, filosofie en ethiek wordt geëxperimenteerd met andere mechanismen dan prijs. We weten al dat die elkaar kunnen tegenwerken. Als jij toevallig al van plan was het goede te doen om de juiste reden, kun je aarzelen als daar ook nog een prijs wordt opgezet. Als de juiste prijs slecht gedrag van burgers oplevert, zijn we niet geïnteresseerd.
Overreding, sociale normen en sociale druk zijn nuttig om overgangen tot stand te brengen. In mijn land probeert de energiemaatschappij burgers te beïnvloeden via informatie op hun energierekening. Daar staat niet alleen het bedrag dat jij moet betalen, maar ook dat van je buren. Zo kun je zien of jij een enorme verspiller bent, vergeleken met de rest. Voel ik me dan schuldig en hang ik minder kerstverlichting op of sproei ik de tuin minder vaak? Of zeg ik na een poosje: nou ja, dat is nu eenmaal hoe ik omga met energie?’
Zolang je het makkelijk kunt betalen waarschijnlijk dat laatste, denkt Shogren. Een beroep op morele argumenten kost tijd. ‘Het heeft tientallen jaren geduurd voordat niet-rokers dezelfde rechten kregen als rokers.’ Prijzen leiden volgens hem tot snelle en permanente verandering. ‘Als je de benzineprijs verhoogt, passen mensen zich aan. Maak vlees duurder en de vraag daalt.’
Het is effectief, maar kennelijk ook moeilijk. Waarom?
‘De afgelopen veertig jaar waren belastingen op milieugedrag vaker bedoeld om de inkomsten van overheden te vergroten dan gedrag te veranderen. Soms werd de opbrengst zelfs gebruikt om programma’s op het gebied van gedragsverandering te financieren. Een probleem is dat lagere inkomens zwaarder worden getroffen door directe prijsmaatregelen. Wie weinig verdient, besteedt bijvoorbeeld relatief meer aan energie en draagt dus een groter deel van de milieulast dan iemand die rijk is.’
Maar de schade die mensen doen aan klimaat en milieu neemt toe naarmate ze meer verdienen.
‘Dat lijkt inderdaad op een rechte lijn omhoog. Volgens sommige theorieën neemt de schade weer af zodra mensen aan hun basisbehoeften hebben voldaan en hun geld aan andere dingen kunnen besteden. Ik betwijfel of dat het algemene beeld zal zijn.
Bovendien: als je meer geld hebt en dat uitgeeft aan zonnepanelen, bezuinig je op je energierekening. Waar besteed je dat geld dan weer aan? Aan ecotoerisme of een grotere auto? We zien dat zuiniger auto’s leiden tot méér kilometers, omdat rijden goedkoper wordt.’
Dus opnieuw: hogere prijzen?
‘Het blijft neerkomen op goede burgers tegenover goede prijzen. De juiste prijs voor benzine helpt de goede burger meer dan een zuinige auto. Maar soms kunnen die twee samengaan.’ <