Sociaal lijden kankerpatiënt onderbelicht
Nederlandse huisartsen zijn te weinig op de hoogte van mogelijkheden om psychische gevolgen van een ernstige ziekte te behandelen.
Dat zegt huisarts Kees Ruijs, die vrijdag aan de Vrije Universiteit in Amsterdam promoveert op een onderzoek naar ondraaglijk lijden bij kankerpatiënten. Ruijs volgde kankerpatiënten in de laatste fase van hun ziekte. 88 procent had symptomen die wezen op ‘ondraaglijk lijden’, een belangrijk criterium voor euthanasie. In de helft van de gevallen bleken niet de lichamelijke factoren doorslaggevend, maar was vooral sprake van psychisch of sociaal lijden. Ruijs noemt het voorbeeld van een patiënt die steeds moest hikken en dat beleefde als ondraaglijk lijden. ‘Het ondraaglijke zat niet zozeer in lichamelijk ongemak, maar in het hikken in openbare ruimtes. Wij hebben het ondergebracht bij lijden vanwege verlies van waardigheid.’
Van de kankerpatiënten die thuis sterven, kiest één op de zeven voor euthanasie. Dat is ‘ongelooflijk veel’, vindt Ruijs. Hij vraagt zich af of huisartsen voldoende zijn toegerust om met psychisch lijden als gevolg van een ernstige ziekte om te gaan. ‘In Amerika en Canada is palliatieve zorg veel meer een specialisme dan in Nederland’, zegt hij. In die landen zijn therapieën ontwikkeld die ernstig zieke patiënten helpen weer betekenis te geven aan hun leven of hun waardigheid terug te vinden. ‘Zulke therapieën zitten niet in het curriculum van de Nederlandse huisarts’, zegt Ruijs, die zelf ook doceert aan een huisartsenopleiding. ‘Zij krijgen een module palliatieve zorg, maar die richt zich vooral op symptoombestrijding. Daarnaast leren ze hoe ze een euthanasieprocedure goed kunnen doen.’