Luister naar

Met half budget maar meer vrijheid werkt ICCO aan bestaansrecht armen vijftig jaar ontwikkelingswerk

Nieuws
ICCO viert het vijftigjarig bestaan in de meest turbulente tijd uit zijn geschiedenis. Met 90 procent minder overheidssubsidie en een halvering van het budget móét het roer wel om. Pluspunt is dat ICCO meer vrijheid krijgt dan ooit om te werken aan de eigen speerpunten.
Stephan Bol
zaterdag 23 mei 2015 om 03:00
Met half budget maar meer vrijheid werkt ICCO aan bestaansrecht armen vijftig jaar ontwikkelingswerk
Met half budget maar meer vrijheid werkt ICCO aan bestaansrecht armen vijftig jaar ontwikkelingswerk nd

Utrecht

Geen collectebus, geen acceptgiro’s, geen speciale inzameling in de kerk: ontwikkelingsorganisatie ICCO heeft zich altijd gehouden aan de stilzwijgende afspraak dat er geen beroep werd gedaan op gul gevende kerkleden. ‘De afspraak heeft nooit op papier gestaan, maar we hebben ons er strak aan gehouden’, zegt Jone Bos (83), eerste directeur van ICCO. Het gentleman’s agreement was nodig om de angst bij de afdelingen werelddiaconaat van de hervormde en gereformeerde kerken weg te nemen dat de eigen collecte-inkomsten terug zouden lopen.

De afspraak zorgde ervoor dat ICCO vijftig jaar lang vrijwel volledig afhankelijk is geweest van overheidssubsidie. Het jubileum dat deze week gevierd werd, markeert een keerpunt in het bestaan van de interkerkelijke hulporganisatie. Nu het Rijk de subsidies in sneltreinvaart afbouwt, kan ICCO niet terugvallen op een traditie van particuliere fondsenwerving. Directeur Marinus Verweij wil niet alsnog een poging in die richting wagen. ‘Anders zouden we keiharde concurrenten worden.’ ICCO werkt liever samen met organisaties als Edukans en Tear. Erg intensief is de samenwerking met Kerk in Actie, waarmee vaak gezamenlijke projecten worden uitgevoerd en waarmee ICCO een gezamenlijk lidmaatschap van giro555 heeft.

steun van overheden

In plaats van particulieren te bestoken, doet de organisatie meer aan institutionele fondsenwerving, vertelt Verweij in het kantoor in het dienstencentrum van de Protestantse Kerk Nederland. In toenemende mate moet het geld voor de projecten die ICCO steunt, komen van overheden in landen waar de projecten worden uitgevoerd, bedrijven en internationale fondsen zoals de Bill en Belinda Gates Foundation of het goededoelenfonds van Mastercard. Verweij ziet daarvoor voldoende potentie, maar met de snelheid waarmee de overheid de subsidies stopzet, kan hij geen vervangende geldbronnen aanboren.

Is ICCO te lang afhankelijk van de overheid gebleven? ‘Dat is natuurlijk wijsheid achteraf, maar ik zie dat organisaties die eerder hun inkomsten hebben verbreed, daarmee nu meer ervaring hebben en met meer partijen al langere tijd samenwerken. Het is niet zo dat ik denk dat het ICCO niet gaat lukken. Maar het vergt een lange adem.’

Een blik op de jaarverslagen toont hoe sterk het beschikbare budget van de organisatie de laatste jaren schommelt. In 2007 kreeg ICCO nog 130 miljoen euro, in 2010 was de begroting teruggelopen naar 103 miljoen. Toen het gedoogkabinet VVD, CDA en PVV besloot sterk te korten op het ontwikkelingsbudget, viel ICCO in 2010 terug naar 70 miljoen. Inmiddels is met externe fondsen dit bedrag weer teruggebogen naar 90 miljoen euro. Na volgend jaar valt de jaarlijkse overheidssubsidie van 70 miljoen euro echter terug naar 7 miljoen. ICCO moet veel nieuwe fondsen werven en Verweij verwacht hooguit de helft over te houden. Dat betekent minder projecten steunen en ontslagen onder het personeel. Hoeveel, kan hij nog niet zeggen. Dat hangt ervan af hoeveel fondsen het komend half jaar nog worden aangeboord.

onrust

Jone Bos was erbij toen Jo Verkuyl, professor missiologie aan de Vrije Universiteit, vijftig jaar geleden een vergadering belegde voor mensen uit de zending van de hervormde en gereformeerde kerken en christelijke sociale organisaties zoals het CNV. ‘Binnen de grote protestantse kerken bestond een groeiend gevoel van onrust over de scheve verdeling tussen rijk en arm in de wereld.’

Bovendien was de Tweede Kamer in november 1964 juist akkoord gegaan met het beschikbaar stellen van vijf miljoen gulden voor het werk van maatschappelijke organisaties die actief zijn in de derde wereld. Dat was niet eerder vertoond. De Interkerkelijke Coördinatie Commissie Ontwikkelingssamenwerking kon namens de protestantse kerken aanspraak maken op een miljoen gulden. Dat ging onder strikte voorwaarden. ‘Er mocht geen belastinggeld gebruikt worden voor missionaire projecten’, zegt Bos. ‘Het geld moest gaan naar de opbouw van organisaties die zich bezighielden met zaken als onderwijs, medische voorzieningen en de ontwikkeling van de landbouw, zonder onderscheid op religie.’

Onder de bij ICCO betrokken partijen werd dit als acceptabele voorwaarde gezien, zegt Bos.

‘We beseften dat we ook met geld van buitenkerkelijke Nederlanders zouden werken. Het was andere hulp dan het steunen van een theologische school of een zendingsproject. Daar bleven de bestaande zendingsorganisaties voor bestaan.’

De kleine gereformeerde kerken schaarden zich in eerste instantie niet achter het initiatief. ‘Organisaties als de Verre Naasten konden op een geheel kerkelijk publiek steunen en wilden expliciet het evangelie met woord en daad kunnen blijven brengen.’ Die houding veranderde langzaam en in de jaren negentig kwam er voor de samenwerkende christelijke hulporganisaties Prisma een bestuurszetel bij ICCO. In 2012 werd de samenwerking verder verdiept toen Prisma, Edukans, Kerk in Actie en ICCO een coöperatie gingen vormen, gebaseerd op een gezamenlijke visie. De organisaties werken samen waar mogelijk, maar behouden hun eigen identiteit.

De organisatie richt zich de komende jaren op twee hoofdthema’s: het vergroten van bestaanszekerheid en bestaansrecht van arme bevolkingsgroepen. Zij worden geholpen in hun eigen inkomen te voorzien en op te komen voor hun rechten. Er worden niet langer zoals vroeger subsidies van de overheid doorgesluisd naar kansrijke projecten in ontwikkelingslanden. ‘We werken nu meer met leningen, investeringsfondsen en garanties. Dat stimuleert de bedrijvigheid vaak beter.’

keuzevrijheid

De vrijheid om eigen keuzes te maken, is de positieve keerzijde van de terugtredende overheid, stelt Verweij. Hij noemt als voorbeeld een project in Madagaskar. ICCO helpt boeren daar bij het verbouwen van vanille en kruidnagel, bereid hen voor op cyclonen die elk jaar het eiland treffen, werkt aan voedselzekerheid voor de afgelegen gebieden en helpt bij het oprichten van coöperaties om de producten voor een eerlijke prijs te verkopen. ‘We krijgen daarin een grotere rol als organisatie. We zijn niet meer alleen de financier, maar mede-uitvoerder.’

Begint ICCO na een halve eeuw aan een tweede leven? ‘We worden meer een sociale onderneming. Maar met nog dezelfde doelstelling als vijftig jaar geleden. Die is niet veranderd.’

Thea Hilhorst, hoogleraar humanitaire hulp aan de Universiteit Wageningen, ziet ook toekomst, al zijn de tijden veranderd. ‘Op het hoogtepunt van ICCO waren er maar vier medefinancieringsorganisaties die samen honderden miljoenen kregen van de overheid. Nu dingen veel meer organisaties naar minder geld. Bovendien is de invloed van kerken minder geworden.’

Hilhorst signaleert dat ICCO zich goed herpakt, ondanks de ‘onevenredige bezuiniging’ op de financiering. ‘Het profileert zich sterk op het ondersteunen van ondernemingen. De nieuwe trend van hulp en handel is goed opgepakt.’

grote bijdrage

Het jubileum markeert tegelijk vijftig jaar overheidssubsidie van ontwikkelingshulporganisaties. ICCO, Hivos, Cordaid en Oxfam Novib hebben volgens haar ‘onvoorstelbaar veel bijgedragen aan de ontwikkeling van derdewereldlanden’. ‘Veel organisaties die in deze landen opkomen voor rechtvaardigheid hebben in het verleden een band gehad met Nederland. In die zin is het jammer dat de bijdrage hiervoor kleiner is geworden.’

Ook oud-directeur Jone Bos is positief over het resultaat van vijftig jaar ICCO. ‘Ik denk dat honderdduizenden mensen in verschillende ontwikkelingslanden mede dankzij onze fondsen onderwijs hebben genoten, medische zorg hebben ontvangen en zijn geholpen om in hun eigen bestaan te voorzien. En vergeet niet onze steun om voor de mensenrechten op te komen in landen waar die onder druk stonden, zoals Zuid-Afrika tijdens de Apartheid en in Chili onder dictator Pinochet.’

Aangezien de kloof tussen rijk en arm groter is dan ooit, is het werk nog altijd van belang. ‘ICCO is nooit een doel op zichzelf geweest. Het was en is er vanwege de ongelijkheid in deze wereld en omdat ons geloof ons dwingt daar iets aan te doen.’ <

Tijdlijn

1965 Grote protestantse kerken en organisaties richten de Interkerkelijke Coördinatie Commissie Ontwikkelingshulp op. ICCO dingt mee naar overheidssubsidie van vijf miljoen gulden en bemachtigt een miljoen.

1972 Het werk van ICCO groeit en ICCO bemachtigt steeds meer overheidssubsidie. Pas vanaf 1972 vergoedt de overheid de werknemers van ICCO. Tot die tijd moest directeur Jone Bos bij de afdelingen werelddiaconaat van de hervormde en gereformeerde kerk ‘sappelen om een redelijk salaris’ voor zijn medewerkers.

1980 ICCO wordt een medefinancieringsorganisatie (mfo) van de overheid. Het door minister Jan de Koning van Ontwikkelingssamenwerking bedachte model kent een beperkt aantal organisaties grote bedragen toe. ICCO kan zelf beschikken over de besteding aan projecten en legt achteraf verantwoording af.

1989 Via de Stichting Oecumenische Hulp wordt ICCO lid van de samenwerkende hulporganisaties. Tegenwoordig maakt ICCO samen met Kerk in Actie aanspraak op een deel van de inkomsten van giro 555.

2000 Minister Eveline Herfkens stelt kritische vragen bij het bestaansrecht van ICCO. Is de organisatie een verlengstuk van haar ministerie geworden, of is ze nog geworteld in de samenleving? In 2003 volgt de campagne Grenzeloos Betrokken om de protestants christelijke achterban weer terug te vinden. ‘We zijn altijd bezig geweest met ontwikkelingshulp, zonder ons te bekommeren over het draagvlak in de samenleving en dan speciaal in protestantse kringen’, zei toenmalig directeur Jack van der Ham.

2005 In 2005 ontstaat de ICCO Alliantie van verschillende christelijke hulporganisaties. Hun subsidieaanvraag wordt beloond met een recordbedrag van 525 miljoen euro voor vier jaar.

2015 ICCO bestaat vijftig jaar, maar verliest in dat jaar bijna alle overheidssubsidie. De organisatie gaat op zoek naar nieuwe financieringsbronnen, maar de tijd dringt. Het hulpbudget voor 2016 halveert.

langjarig effect van een miljoen gulden

Na lang aandringen kende ICCO-directeur Jone Bos in 1975 een miljoen gulden toe aan beroepstrainingsproject Hope Enterprises in Ethiopië. Zijn medewerker moest het verzoek zes keer indienen, voor hij ermee akkoord ging. Bijna twintig jaar later was Bos Nederlands ambassadeur in Ethiopië. ‘Ik vroeg of ik de vijf meest invloedrijke maatschappelijke organisaties van het land mocht bezoeken.’ Een van de bezoeken was aan Hope Enterprises, een naam die Bos op dat moment niets zei. ‘De directeur vertelde me dat hun organisatie in de jaren zestig was opgericht en erg klein was. Tot in de jaren zeventig een Nederlandse organisatie genaamd ICCO een miljoen gulden schonk.’ Met dat geld werd Hope Enterprises een van de grootste beroepsopleidingen van Ethiopië. Veel mensen die werken in de horeca, techniek en vele vrouwen hebben hier een opleiding genoten. ‘Het was prachtig om te zien hoe een subsidie twintig jaar later nog zoveel effect kon hebben. Dat was een openbaring voor me.’

 

 

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
De Q-koorts is aangetroffen op een boerderij met melkschapen.

Q-koorts in Gelderland: hoe groot is het risico voor de mens? Vier vragen

Voor het eerst sinds 2016 is in Nederland Q-koorts aangetroffen bij Nederlandse melkgeiten en melkschapen. De bacterie besmette in het verleden duizenden Nederlanders, van wie een deel jaren later nog worstelt met de medische nasleep.

Leerlingen van een vmbo-school worden getoetst bij het landelijk praktijkexamen mobiliteit en transport.

Praktijkonderwijs en vmbo kampen met forse daling leerlingenaantallen, doorstroomtoets lijkt oorzaak

Er zijn sterke aanwijzingen dat de nieuwe doorstroomtoets in groep 8, die de kansengelijkheid in het onderwijs moet bevorderen, leidt tot een forse daling van het aantal leerlingen dat naar het praktijkonderwijs of het vmbo gaat.

Marielle Paul: liefst vaste docenten.

Externe docent bijna twee keer zo duur

Den Haag

Als de gemeente de hele buurt erbij betrekt, en eerlijk communiceert over de knelpunten, komt nieuwbouw sneller op gang.

Zo krijgen gemeenten nieuwbouw sneller van de grond. 'Betrek niet alleen directe buren erbij'

Woningzoekers moeten door bezwaren van mondige burgers langer wachten op een huis. Hoe kan een gemeente nieuwbouw sneller op de rit krijgen? Vier tips van experts.

ChristenUnie-fractievoorzitter Bikker tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer op 26 maart. Bikker vertelde woensdag in Sven op 1 dat het kantoor van de partij met leuzen en stickers was beklad.

ChristenUnie doet aangifte na derde bekladding van partijbureau in een week tijd

Voor de derde keer in enkele dagen werd het partijkantoor van de ChristenUnie woensdagochtend tijd beklad met pro-Palestijnse leuzen. Aanvankelijk wilde de partij geen aangifte doen, maar heeft dat nu alsnog gedaan.

'Bezwaar maken tegen nieuwbouw is volkssport nummer één aan het worden', zegt demissionair minister Hugo de Jonge.

Minister Hugo de Jonge: 'Boze buurmannen maken veel geluid, maar de mensen in de knel hoor je niet'

Boze buren die bezwaar maken tegen nieuwbouwprojecten, trekken te vaak aan het langste eind, vindt minister Hugo de Jonge. ‘We kennen toch allemaal wel jongeren die staan te springen om een woning?’