In 2011 stapte Stevaert naar de rechter omdat zijn ex-minnares Houda E., een Marokkaanse prostituee, hem wou chanteren: er zouden sekstapes uitlekken als hij geen 666.000 euro betaalde. De opnames werden echter nooit teruggevonden. Uiteindelijk werd de zaak geseponeerd en werd Houda E. buiten vervolging gesteld. Zij heeft het bestaan van de tapes altijd ontkend.

De Marokkaanse diende op haar beurt klacht in, omdat Stevaert volgens haar misbruik maakte van haar zwakke, financiële situatie om haar ertoe aan te zetten hun relatie voort te zetten. Ook zou ze tijdens het lezen van het onderzoeksdossier op verklaringen van haar vriendin Zahra E. zijn gestoten, die ook betrokken was bij de vermeende sekstapes. De vrouw beweerde vernomen te hebben dat Stevaert bedreigingen zou geuit hebben tegen Houda en haar gezin, als ze volhardde in haar besluit om elk contact met Stevaert te mijden. Zowel het gerecht als Stevaert wilde vervolgens niet kwijt waarom nog een verhoor moest gebeuren en wat het resultaat ervan was.

Eerder waren er al heel wat roddels over affaires die Stevaert zou hebben gehad, maar die werden steeds door alle partijen ontkend.