Gedragscode EU tegen terreur op internet

De grote spelers op internet krijgen binnenkort een uitnodiging voor overleg in Brussel. Dat is al eens eerder gebeurd, maar na de terreuraanslagen in Parijs vinden de ministers het tijd dat terreurboodschappen van IS of Al Qaida sneller en vaker door internetproviders van sites worden gehaald. 'Het is onverteerbaar dat als je nu op YouTube 'onthoofding' en 'Syrië' intikt, je nog steeds van die gruwelijke films te zien krijgt', zei een nauw betrokken EU-ambtenaar.

De bijeenkomst van de Europese ministers in het Letse Riga was geheel gewijd aan de toegenomen terreurdreiging. De bewindslieden willen de radicalisering van moslims via internet een halt toeroepen. Een gedragscode om terreurpropaganda te verwijderen, past daarin. Een wettelijk verbod stuit op juridische bezwaren omdat het de vrijheid van meningsuiting kan belemmeren.

Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) benadrukte dat Nederland nationaal al bezig is met zo'n gedragscode. 'Maar zoiets regelen in Europees verband is beter. Anders houd je dat waterbedeffect, waarbij de terroristen met hun beeldmateriaal van het ene naar het andere land verhuizen.'

Europol uitgebreid

De ministers besloten verder dat Europol - de EU-organisatie voor politiesamenwerking - wordt uitgebreid met een dienst die getraind is in het opsporen van terreurclips. Europol kan de internetproviders dan verzoeken de gewraakte beelden te verwijderen.

Gehoor gevend aan de oproep van EU-antiterreurcoördinator De Kerchove besloot de EU ook te onderzoeken of eigen clips de radicalisering van jonge moslims kunnen tegengaan. De Kerchove meent dat wanneer IS wordt neergezet als wat het volgens hem is - een club van gevaarlijke gekken en verkrachters - de aantrekkingskracht ervan zal afnemen.

Extra grenscontrole

Om terugkerende jihadstrijders sneller te traceren zal aan de buitengrenzen van de EU systematisch worden gecontroleerd op verdachte personen. De criteria voor wat als verdacht geldt, worden momenteel opgesteld. Verder achten de ministers het noodzakelijk nieuwe regels af te spreken om de handel in zware (militaire) wapens tegen te gaan. Ze hamerden tevens op de noodzaak dat nationale veiligheidsdiensten hun informatie over terroristen delen, bijvoorbeeld via Europol.

Verschillende ministers onderstreepten dat het nakomen van reeds aangenomen antiterreurmaatregelen belangrijker is dan nieuwe actieplannen lanceren. 'Gaan we nu ook echt doen wat we beloven?', hield de Duitse minister van Binnenlandse Zaken De Mazière zijn collega's voor. In de Riga-verklaring die na afloop werd aangenomen, wordt een snellere en krachtiger uitvoering van besluiten expliciet genoemd. Volgens minister Opstelten hebben de aanslagen in Parijs 'iedereen weer op scherp gezet'.