Vogels beschermen doe je niet alleen door ernaar te kijken en ervan te genieten, maar vooral door je gedrag aan te passen.
Die boodschap draagt Vogelbescherming Nederland uit in een nieuw, strategische programma voor de komende vijf jaar. Dat is vanmiddag gepresenteerd in Amsterdam. De organisatie, met 150.000 leden, spreekt van een “trendbreuk” in het beleid.
Sommige vogelsoorten gaan hard achterruit
De afgelopen decennia is dat beleid overigens redelijk succesvol geweest. Zo zijn sommige vogelsoorten als ooievaar, lepelaar en zilverreiger weer talrijker dan ooit werd gedacht. Maar andere soorten gaan hard achteruit, zoals veldleeuwerik, tapuit en patrijs, en dreigen uit te sterven. De organisatie schrijft:
“Er is tot op heden onvoldoende perspectief voor het duurzaam behoud van tal van vogelpopulaties en natuur in Nederland. En dat is onacceptabel.”
In actie komen
Nederlanders zouden meer zelf in actie moeten komen, vinden de vogelaars. “Wij allemaal” kunnen tuinvogels voederen, kaas kopen van boeren die weidevogels beschermen, beschutting bieden voor nestelende vogels onder dakpannen, meer bloemen in tuinen te planten waar insecten op af komen.
Ook wil Vogelbescherming meer uitleg geven aan mensen die van de natuur op, bijvoorbeeld, de Waddenzee, genieten, maar door onvoldoende kennis daarbij vogelsoorten verstoren. Directeur Fred Wouters:
“Het bemoedigende is dat het leeuwendeel van de mensen zegt: ‘Joh, dank je wel, ik ben blij dat je dit vertelt want ik wist dat helemaal niet’.”
Lees ook het uitgebreide verhaal in NRC Handelsblad: ‘De burger moet wat gaan doen voor zijn vogels‘. (€)