Een krijgsraad in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja heeft 54 militairen van het nationale leger ter dood veroordeeld wegens muiterij. Dat melden AP en AFP. De soldaten weigerden te vechten tegen terreurorganisatie Boko Haram omdat ze vonden dat ze te weinig wapens hadden.
De militairen werden in augustus ingezet om de steden Delwa, Bulabulin en Damboa te heroveren op de terroristen. Maar vanwege een gemeend tekort aan wapens wilden ze zich niet in het strijdgewoel mengen. De uitspraak moet nog worden goedgekeurd door de legerleiding, maar die verzet zich zelden tegen de krijgsraad. Volgens Nigeriaanse media worden de veroordeelden door een vuurpeloton geëxecuteerd. Vijf soldaten werden tijdens de rechtszaak vrijgesproken.
Bomaanslagen en gijzelingen
Het Afrikaanse land is verwikkeld in een gruwelijke burgeroorlog. Het Nigeriaanse leger vecht een harde strijd uit met de terroristen van Boko Haram. De terreurorganisatie wil een islamitische staat uitroepen in het noordoosten van het land, en schuwt daarvoor de middelen niet. Er worden geregeld bomaanslagen gepleegd en in april van dit jaar werden meer dan tweehonderd meisjes en vrouwen gegijzeld.
Intussen klagen troepen van het Nigeriaanse leger geregeld over een gebrek aan wapens, maar ook aan munitie, eten, loon en uitrusting. De legertroepen missen geregeld ammunitie voor hun AK-47-geweren, terwijl Boko Haram beschikt over raketwerpers en andere zware wapens. In september werden twaalf militairen ter dood veroordeeld omdat ze hun leider hadden beschoten en bekogeld met stenen. De soldaten waren boos over de dood van een aantal medesoldaten die volgens hen door een bevel van de officier in een hinderlaag terecht waren gekomen.