Direct naar artikelinhoud

Mag hoogleraar vrijuit entertainen?

Wijlen Pim Fortuyn werd in 1990 bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam.

Twee jaar later verscheen zijn provocerende boek Aan het volk van Nederland, de titel was ontleend aan een 18de-eeuws pamflet. Fortuyn zette frontaal de aanval in op het Nederlandse establishment dat in zijn ogen elkaar de bal toespeelde. De macht moest terug naar het volk. Vanaf 1994 droeg hij zijn populistische standpunten ook uit in een column in het weekblad Elsevier.

Toen het curatorium van de universiteit in 1995 moest beslissen over zijn herbenoeming werd besloten dat niet te doen wegens het gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing van zijn beweringen.

Hoogleraar Ewald Engelen is Pim Fortuyn niet. Maar zijn publicatie De schaduwelite is eveneens zonder enige wetenschappelijke onderbouwing een aanval op het establishment. Engelen ging nog een stap verder dan Fortuyn. Hij voegde 'onder druk van zijn uitgever' een lijst met namen toe die in de crisis 'leugens verspreidden, toezichthouders intimideerden, burgers chanteerden en de wetenschap corrumpeerden'. In de lijst kwamen zelfs namen voor van collega's aan de Universiteit van Amsterdam. Nu blijkt deze lijst een gimmick te zijn en is die er in de tweede druk uitgehaald. Ewald Engelen komt weg met een spijtbetuiging en kan zijn wetenschappelijk werk aan de universiteit gewoon voortzetten.

Engelen komt weg met een spijtbetuiging en kan zijn wetenschappelijk werk aan de universiteit gewoon voortzetten
Engelen ontleent extra autoriteit aan het feit dat media hem als 'professor' aankondigen

Hoogleraren hebben blijkbaar in twintig jaar tijd meer vrijheid gekregen om te roeptoeteren en te entertainen. Dat heeft veel met hun media-optredens te maken, waarin gepeperde quotes worden gevraagd en een wetenschappelijk afgewogen enerzijds/anderzijds-uitleg meteen het einde van het BN'erschap van de hoogleraar betekent. In 2003 maakte de rector-magnificus van de Universiteit van Amsterdam Paul van der Heijden daarom een onderscheid tussen het wetenschappelijk werk van een hoogleraar, waaraan 'strenge eisen van zorgvuldigheid en kwaliteit dienen te worden gesteld', en een bijdrage aan het publiek debat 'waarvoor deze kwaliteitsnormen niet gelden'.

In tegenstelling tot de publicaties van bijvoorbeeld Diederik Stapel valt De Schaduw-elite onder het laatste. Het is 'niet wetenschappelijk'. Maar dit betekent niet dat hoogleraren een vrijbrief hebben om allerlei onzin te berde te brengen, inclusief spoof en gimmick. Engelen ontleent extra autoriteit aan het feit dat media hem als 'professor' aankondigen. Om dit verder te etaleren is het boek ook nog uitgegeven door Amsterdam University Press.

Paul van der Heijden riep hoogleraren in 2003 daarom op tot 'zelfdiscipline' en een 'hoge standaard' in hun aanpalende werk voor een groot publiek. 'De wetenschapsbeoefenaar is óók in de publieke arena verplicht zorgvuldigheid, objectiviteit en professionaliteit te betrachten.'

Dat was elf jaar voor De schaduwelite.

Reageren?
p.dewaard@volkskrant.nl