Raad Amsterdam stemt (bijna) unaniem voor nieuwe zeesluis

De versnelde aanleg van de sluis in het Noordzeekanaal is volgens de gemeente goed voor de economie in de hoofdstedelijke haven en de regio Amsterdam. De Noordersluis uit 1929, decennialang de grootste sluis ter wereld, zou volgens de planning van het Rijk in 2029 worden vervangen. Nu gebeurt dat tien jaar eerder in 2019. De totale kosten worden geschat op 880 miljoen euro.

Volgens het gemeentebestuur en het Havenbedrijf is haast geboden, omdat de technische staat van de huidige sluis kritiek is en die mogelijk al in 2018 de maximum capaciteit van 95 miljoen ton bereikt. Met een grotere en bredere zeesluis kan de overslag in de Amsterdamse haven verder doorgroeien naar 125 miljoen ton.

Volgend jaar zal Rijkswaterstaat een bouwconsortium aanwijzen dat de nieuwe zeesluis gaat bouwen. De nieuwe 'voordeur' van het Noordzeekanaal wordt 500 meter lang, 18 meter diep en maximaal 70 meter breed.

Alleen de Partij voor de Dieren stemde tegen de bouw van een nieuwe zeesluis, omdat die partij met het oog op de klimaatcrisis 'niet wil investeren in een haven die drijft op kolen en olie'.

GroenLinks en SP stemden voor nadat de wethouder had beloofd zich in te zetten voor het verduurzamen van de haven. Ze zei geen nieuwe gronden beschikbaar te stellen voor de opslag van meer kolen. GroenLinks wil dat de kolen voor 2040 de haven uit zijn en kreeg daarvoor steun van D66, PvdA en SP.