Direct naar artikelinhoud

Kunstmuseum Bern aanvaardt erfenis Gurlitt

Kunstmuseum Bern krijgt de lusten van de Gurlitt-collectie en de Duitsland de lasten. Dat is de conclusie die door velen werd getrokken na afloop van de persconferentie maandag in Berlijn waarop het museum  in Zwitserland bekend maakte dat het de omstreden erfenis van Cornelius Gurlitt aanvaardt.

Het Kunstmuseum Bern in de gelijknamige hoofdstad van Zwitserland heeft de erfenis van kunstverzamelaar Gurlitt aanvaard. De waarde van de collectie zou rond een miljard euro liggen.Beeld reuters

Volgens Christoph Schäublin, voorzitter van de museumstichting, is die beslissing te verantwoorden doordat de roofkunst in de nalatenschap (de kunst die Joden onder het nazi-bewind hebben moeten afstaan) niet naar Zwitserland gaat, maar door Duitsland wordt teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaren.

Kunstmuseum Bern was tot enig erfgenaam benoemd door de op 6 mei overleden Cornelius Gurlitt. Hij heeft decennia lang meer dan 1500 kunstwerken verborgen gehouden die zijn verzameld door zijn vader, Hildebrand Gurlitt. Deze kunsthandelaar deed veel zaken met de kopstukken van het Duitse nazi-bewind.  De collectie was door de Duitse justitie ontdekt tijdens een huiszoeking vanwege mogelijke belastingfraude. Vanwege de vele juridische vragen rond de nalatenschap heeft het Zwitserse museum een half jaar lang onderzoek gedaan alvorens de erfenis te accepteren.

Eind vorige week bleek dat familieleden van Cornelius Gurlitt alsnog diens testament gaan aanvechten, omdat hij paranoïde waanvoorstellingen zou hebben gehad toen hij zijn laatste wens opstelde.  Betwijfeld wordt of die actie succes zal hebben, maar in theorie kan  een Duitse rechter  beslissen dat de nalatenschap niet toebehoort aan Kunstmuseum Bern, maar aan een neef en nicht van Gurlitt.

Omdat Cornelius Gurlitt kort voor zijn dood een overeenkomst had getekend met de Duitse autoriteiten over teruggave van roofkunst, was het na zijn dood nodig een nieuwe overeenkomst te sluiten met diens erfgenaam, Kunstmuseum Bern.

Eind vorige week bleek dat familieleden van Cornelius Gurlitt alsnog diens testament gaan aanvechten
Op deze foto uit 1925, uitgegeven door het Kunstsammlungen Zwickau museum, Hildebrand Gurlitt.Beeld ap

Roofkunst

Zoals verwacht blijven de circa 600 kunstwerken uit het appartement van Gurlitt in München die als mogelijke roofkunst worden beschouwd , voorlopig in een depot in Beieren. Een 'taskforce', een groep van internationale experts onder Duitse leiding, is al een jaar lang bezig om de herkomst van deze kunstwerken in kaart te brengen.

Dit werk gaat onverminderd door. De Duitse regering blijft de kosten dragen van dit onderzoek, dat het vanwege schuldbesef over de oorlog zelf meent te moeten uitvoeren. Berlijn blijft ook verantwoordelijk voor de afhandeling van ingediende en toekomstige claims op kunstwerken van de oorspronkelijke Joodse eigenaren of hun erfgenamen. Als die terecht zijn, worden deze 'zonder mitsen en maren' teruggegeven, zei de Duitse minister van Cultuur, Monika Grütters, maandag.

Opvallend is dat de partijen ook afspraken hebben gemaakt over de 238 kunstwerken die werden gevonden in de voormalige woning van Cornelius Gurlitt in het Oostenrijkse Salzburg. Deze verzameling is nooit onderzocht doordat justitie in Oostenrijk een verzoek van Duitsland tot huiszoeking had afgewezen.

Vermoedelijk bevat deze collectie ook roofkunst. Kunstmuseum Bern gaat dat zelf inventariseren. Bij vermoeden van roofkunst wordt het desbetreffende werk overgedragen aan Duitsland voor verder onderzoek. Als het museum besluit het niet naar de taskforce te sturen, wordt het daar verantwoordelijk voor, ook als er later een claim op dat werk wordt ingediend.

Indien de expertgroep concludeert dat een kunstwerk geen roofkunst is, gaat dit alsnog naar Kunstmuseum Bern. Bij werken waarvan onduidelijk blijft of het roofkunst is, moet het museum beslissen of het die overneemt - met het risico dat het later alsnog wordt opgeëist.

De woning van Cornelius Gurlitt in Salzburg, Oostenrijk.Beeld getty

Overige bezittingen

Het onbesmette deel van de collectie-Gurlitt gaat naar Kunstmuseum Bern. Dat zijn naar schatting 300 kunstwerken, waaronder veel landschappen van de overgrootvader van Cornelius Gurlitt, de schilder Louis Gurlitt (1812-1897). Bern krijgt ook de beschikking over het geld dat Cornelius Gurlitt bezat, alsmede de opbrengst van zijn woningen in München en Salzburg.

Entartete Kunst

De grootste verrassing is de Entartete Kunst ('ontaarde kunst') in de collectie-Gurlitt, kunst die door het nazi-bewind tijdens een grootscheepse campagne uit musea was weggehaald. Er zijn in Duitsland stemmen opgegaan om deze werken niet naar Zwitserland te laten vertrekken. Maar Kunstmuseum Bern krijgt deze ook.

Claimanten hadden op openbaarmaking van de boekhouding aangedrongen. Met behulp van de aantekeningen van Hildebrand Gurlitt hopen zij hun recht op een kunstwerk te kunnen aantonen. De namen van kopers van Hildebrand Gurlitt zijn geanonimiseerd, dus is het de vraag of zij met deze openbaring geholpen zijn.

Het historische materiaal gaat eerst naar Bern voor onderzoek, maar wordt over zes jaar permanent in bruikleen gegeven aan Duitsland.