Direct naar artikelinhoud

Woningcorporaties: verwacht niet te veel van wettelijke wijzigingen

De conclusies van de enquêtecommissie zijn niet verrassend. Toch was sprake van een nuttige exercitie.

De conclusies en adviezen van de parlementaire enquêtecommissie over misstanden bij de woningcorporaties ogen op het eerste gezicht weinig verrassend. Door middel van versterking en bundeling van het toezicht moeten zelfverrijking, riskante bouwprojecten en grootschalige grondaankopen tot het verleden behoren. Ook de berisping van wilde bestuurders en slapende commissarissen viel te verwachten. En, inderdaad, ook de harde kritiek op weifelende en zwabberende politici hoort bij een grondig rapport.

Ondanks de weinig verrassende inhoud van het uiteindelijke rapport was de parlementaire enquête wel degelijk een nuttige exercitie. De parlementaire verhoren zijn een katalysator geweest van de recente veranderingen in de corporatiesector. De salarissen zijn al ingeperkt, de commissarissen stellen zich al scherper op, derivaten worden minder vaak afgesloten en - mede door de crisis - zijn commerciële bouwprojecten grotendeels geschrapt.

Het kabinet heeft in samenspraak met het parlement nog geen grote wettelijke wijzigingen doorgevoerd om de misstanden te beteugelen. De Tweede Kamer wilde wachten op de enquêtecommissie om de discussie over wijzigingen met de jongste inzichten te kunnen voeren.

Aangezien fraudeurs en foutenmakers overal opduiken, zal een aanscherping van de wet op zich niet afdoende zijn.

Wettelijke wijzigingen

Van eventuele wettelijke wijzigingen moet niet te veel verwacht worden. De enquêtecommissie toonde immers aan dat vooral individuele bestuurders de fouten maakten. Met veel andere bestuurders was weinig mis. Aangezien fraudeurs en foutenmakers overal opduiken, zal een aanscherping van de wet op zich niet afdoende zijn. De invoering van één centrale toezichthouder is een logisch voorstel om in laatste instantie te kunnen corrigeren.

De politieke discussie zal zich richten op de beperking van het takenpakket van corporaties. In de ogen van de commissie mogen corporaties alleen huizen beheren van arme huurders en moeten zij de investeringen in leefbaarheid, koophuizen en 'maatschappelijk vastgoed' (scholen en zorgcentra) sterk beperken. Deze afbakening oogt te knellend en zal bij gemeenten slecht vallen. Bovendien is nog te onduidelijk hoe de corporaties voldoende geld kunnen verdienen om de huurders een betaalbare woning te blijven bieden.