Het marineschip Karel Doorman vertrekt met hulpgoederen naar West-Afrika voor de bestrijding van de ebolaepidemie. Dat laten minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) en minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen (PvdA) weten in een brief aan de Tweede Kamer.
De hulpgoederen worden aangeleverd door EU-lidstaten, internationale organisaties en hulporganisaties en worden geladen in Den Helder en een aantal andere havens. De Karel Doorman gaat in totaal ruim honderd voertuigen en vijftig containers vervoeren. Met de aanbieders is afgesproken dat de goederen in Liberia, Sierra Leone of Guinee worden ingeklaard en opgehaald.
Voor het eerst
De Karel Doorman, het nieuwste en grootste marineschip, is een van de bijdragen van Nederland aan de strijd tegen de ziekte. Het schip is volgens Hennis “bij uitstek geschikt voor een operatie als deze”. De inzet van het schip komt voor rekening van de EU en van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Doorlopende kosten als het salaris van marinepersoneel zijn voor rekening van Defensie.
Los van de inzet van het schip heeft Nederland tot nu toe ruim 35 miljoen euro vrijgemaakt voor het indammen van de ebolaepidemie. Op de Karel Doorman zal voor vijf miljoen euro aan hulpgoederen worden meegenomen die door het kabinet zijn betaald. Daartoe behoren beschermende kleding, mobiele klinieken en transportmiddelen. Het is voor het eerst dat dit op een dergelijke schaal gebeurt.
Trouw meldde gisteren nog dat de “genereus aangekondigde hulp” van Nederland nog op zich laat wachten en dat het schip dat 2,5 week eerder door Nederland werd aangeboden nog altijd in Den Helder lag. De JSS Karel Doorman werd eerder dit jaar in gebruik genomen en zal zo’n twee weken nodig hebben om in West-Afrika te geraken. (Novum)