Nog geen duidelijkheid over vervolging Wilders om 'minder Marokkanen'
Het Openbaar Ministerie in Den Haag weet nog niet wanneer het beslist over vervolging van PVV-leider Geert Wilders. Het OM heeft duizenden aangiften tegen de PVV-voorman in behandeling over uitlatingen die hij 20 maart deed tijdens een verkiezingsbijeenkomst. Hij vroeg toen aan zijn aanhangers in Den Haag of ze meer of minder Marokkanen in die stad en in Nederland willen. 'Minder, minder, minder', scandeerde de zaal. 'Dan gaan we dat regelen', reageerde de PVV-leider.
Justitie onderzoekt nog steeds of er grond is om Wilders om deze uitspraak voor de strafrechter te brengen voor het aanzetten tot discriminatie en haat. Ook bekijkt het OM een aanvullende aangifte van een aantal organisaties, waaronder het Landelijk Beraad Marokkanen. Daarin staat dat Wilders in hun ogen een gewoonte van dit soort uitingen heeft gemaakt.
De bij de aangifte betrokken advocaten hebben onlangs bij het OM aangedrongen op een snel besluit. In een brief aan de Haagse hoofdofficier van justitie Henk Korvinus vragen zij zich af waarom het onderzoek zo lang moet duren. De voortdurende onduidelijkheid leidt tot spanningen, vinden de raadslieden Tamara Buruma en Göran Sluiter. Zij citeren met instemming koning Willem-Alexander, die in de jongste troonrede opmerkte dat haatzaaien, dreigen met geweld of discriminatie van bevolkingsgroepen 'onder geen enkele omstandigheid' wordt getolereerd.
Advocaat Sluiter noemde de kans op vervolging en veroordeling van Wilders eerder kansrijk, omdat die zijn pijlen deze keer heeft gericht op een specifieke bevolkingsgroep. Daarin verschilt de huidige zaak van die van de vorige, waarin Wilders de dans ontsprong.