Hedwig Smets had zijn partner op 26 mei 2012 na een banale discussie gewurgd in zijn woning in Mariekerke en het lichaam daarna gedumpt in een gracht in Zandhoven. Toen hij de volgende dag via de media vernam dat het lijk gevonden was, gaf hij zich aan bij de politie.

Smets heeft de feiten nooit ontkend, ook het opzettelijk karakter en de intentie tot doden betwistte hij niet. Zijn verklaringen werden ondersteund door de bevindingen van de wetsdokter waaruit bleek dat Bernard gestorven was door wurging, waarbij onder meer het keelskelet werd gebroken.

Zijn intentie om te doden bleek volgens de jury uit de duur van de wurging, die volgens Hedwig ongeveer een minuut werd aangehouden totdat Bernard geen teken van leven meer gaf. Ook de intensiteit van de

wurging, waardoor puntbloedingen en breuken in het keelskelet ontstaan waren, toonde zijn bedoeling om zijn partner te doden aan.

De strafmaat wordt op donderdag beslist. Op doodslag staan celstraffen van twintig tot dertig jaar, maar als er verzachtende omstandigheden aanvaard worden, kan de straf zakken naar minimum drie jaar.