AMSTERDAM - In de komende jaren moet de begeleiding van jonge topsporters bij hun schoolopleiding veel intensiever. Vooral talenten uit het noorden en oosten van het land ervaren de combinatie met school als zwaar, omdat de zogenaamde LOOT-scholen, speciaal voor leerlingen met topsportambities, vaak ver van huis liggen. De stichting Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport opteert naast de huidige veertien gespecialiseerde onderwijsinstellingen voor nog eens zes extra scholen. En het liefst zo snel mogelijk. Staatssecretaris sport, Margo Vliegenthart, zegde toe de aanbevelingen in het rapport 'Met LOOT naar de top' financieel te ondersteunen.
De stichting LOOT heeft de afgelopen tien jaar met succes honderden topsporters begeleid bij aangepaste schoolopleidingen. Arnold Bruggink, Cedric van der Gun, Inge de Bruijn en Jacco Eltingh zijn enkele beroemde exponenten van de LOOT-scholen. Steeds meer onderwijsinstellingen zien in dat de vele aanpassingen in hun dagelijkse programma's - uitstel van tentamens, vermindering huiswerk, individuele begeleiding - ook positieve bijeffecten tot gevolg hebben. Zo krijgen leraren te maken met bijzonder gemotiveerde leerlingen. De klasgenoten van de topsporters blijken ook aangestoken te worden door de 'drive', die de jonge sporters tonen. Piet van den Berg van het Gelders college in Arnhem: "Wij kampen inderdaad niet met de problemen die je heden ten dage waarneemt op veel 'normale' scholen": overspannen leraren, gedemotiveerde leerlingen, een rotsfeer. Onze mensen hebben echt nog voldoening in het lesgeven."
Maar het kan beter. Initiatiefnemer Gobius Du Sart van LOOT: "Vandaar de ontwikkeling van het rapport. En wat blijkt: we hebben niet alleen meer plekken nodig voor aankomende topsporters, de begeleiding moet ook veel intenser. En meer op maat. Zo merken we dat het aanbod, nu eigenlijk voornamelijk de niveaus HAVO en VWO, uitgebreid moeten worden. Hoewel zoiets wettelijk lastig ligt, moeten jonge topsporters ook bijvoorbeeld het VMBO kunnen volgen. Wij doen er alles aan dergelijke wensen volgend schooljaar al in te voeren. De vraag is namelijk zeer groot."
Staatssecretaris Vliegenthart: "De huidige maatschappij en topsportmentaliteit zijn de laatste jaren enorm veranderd. Topsport er 'even' bijdoen, is niet meer van deze tijd. Alles moet van jongs af aan in het teken staan van zo'n sportieve loopbaan. En dan nog is het de vraag of iemand de absolute top wel redt. Daarom is het van groot belang dat jonge topsporters ergens op terug kunnen vallen. Als overheid hebben wij daar een rol in. De precieze invulling van overheidszijde bespreken we de komende maanden met LOOT. Als we weten wat de plannen kosten, zijn wij definitief aan zet."