Direct naar artikelinhoud

Bijstandsgerechtigen hebben sneller werk als ze zelf zoeken

Bijstandsgerechtigden hebben een grotere kans werk te vinden als ze zelf beslissen hoe ze op zoek gaan naar werk en alleen hulp krijgen als ze daar behoefte aan hebben. Anders worden ze gedemotiveerd en verkleint hun kans op werk juist.

Werkzoekenden bij het UWV in Amsterdam.Beeld anp

Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam bij de gemeentelijke Dienst Werk en Inkomen (DWI), die de taak heeft mensen aan het werk te helpen. 'Bijstandsgerechtigden zijn gemotiveerder als ze autonoom op zoek gaan naar vacatures dan wanneer ze die aangereikt krijgen,' zegt onderzoeker Jessie Koen.

Op zich is een quotum van één keer solliciteren per week goed, maar hoe bijstandsgerechtigden dit aanpakken moet zo veel mogelijk door henzelf worden besloten om de kans op succes te vergroten, zegt Koen. 'Ze gaan dan eerder zoeken naar vacatures die echt bij hen passen; daarmee is de kans dat ze een baan vinden ook groter. De zoektocht wordt dus effectiever.' Dat betekent niet dat bijstandsgerechtigden geen hulp kunnen gebruiken. Dat is echter wel een kwestie van maatwerk, zegt Koen, anders werkt het averechts.

Pyschologische processen
Hoewel het onderzoek alleen is gedaan bij de meest kansrijke groep bijstandsgerechtigden vermoedt zij dat de resultaten ook zullen gelden voor andere groepen. 'Het gaat om fundamenteel psychologische processen.'

Eerder bleek uit een onderzoek van de Vrije Universiteit dat de vacaturecarrousel waarmee de Dienst Werk en Inkomen bijstandsgerechtigden aan het werk probeerde te krijgen, contraproductief heeft gewerkt.

Andere methoden die DWI inzette bij de re-integratie bleken wel succesvol, waaronder de verplichte zoekperiode voor aanvragers van een bijstandsuitkering. Dit houdt in dat aanvragers pas een uitkering krijgen nadat ze vier weken naar werk hebben gezocht.

De onderzoeken van de UvA en de VU worden morgen besproken in de gemeenteraad.