Direct naar artikelinhoud
Opinie

'Slopen van Jihadistan heeft hoogste prioriteit'

We hebben te maken met twee naburige brandhaarden die de veiligheid en de interne cohesie van de hele Europese Unie bedreigen, schrijft Paul Brill. Het grootste gevaar dreigt in het Midden-Oosten. 'Het zou rampzalig zijn als er een heus Jihadistan zou ontstaan in het hart van de Arabische wereld.'

Raqqa in Syrië.Beeld reuters

Toen in 2005 de Europese grondwet per referendum werd voorgelegd aan de Nederlandse kiezers, brachten sommige voorstanders zwaar geschut in stelling om het omstreden document voor de electorale ondergang te behoeden. De lichten zouden wel eens kunnen uitgaan in Europa, zo luidde een omineuze waarschuwing. Erger nog, door afwijzing van de grondwet dreigde het hele bestel dat Europa sinds de Tweede Wereldoorlog zestig jaar vrede had gebracht, in ongerede te raken.

Dat bleek dus allemaal reuze mee te vallen. Gevalletje disproportioneel verbaal geweld. Europa werd niet verzwolgen door de duisternis, de vrede kwam niet in gevaar - en de Europese regeringen fabriceerden via een omweg een verdrag dat in grote lijnen overeenkwam met de grondwet. Veiligheidshalve werd het maar niet meer onderworpen aan een referendum in de landen die zich eerder zo weerspannig hadden getoond.

We zijn een kleine tien jaar later en komen er eens te meer achter dat je grote woorden beter kunt reserveren voor situaties die daar ook echt om vragen. Want ik zou zeggen: nu is er wel alle reden om een hoge alarmfase af te kondigen.

Niet vanwege de institutionele beslommeringen die altijd wel opspelen in Brussel, maar omdat we te maken hebben met twee naburige brandhaarden die de veiligheid en de interne cohesie van de hele Europese Unie bedreigen. Aan de oostflank: de crisis in Oekraïne en de Russische restauratiedrang. Aan de zuidflank: de opmars van de IS-jihadisten, die de hele regio in lichterlaaie dreigen te zetten.

Dubbele uitdaging
Niet het minste probleem van deze dubbele uitdaging is dat de twee gevaren de lidstaten van de EU niet in gelijke mate raken. Voor de Oost-Europese landen, waar de herinnering aan de Sovjet-overheersing nog zeer levendig is en Oekraïne als een testcase geldt, komt het er vooral op aan dat de EU zich niet laat ringeloren door het Rusland van Vladimir Poetin.

West-Europa heeft de meeste hoofdbrekens over het islamitisch extremisme, dat de liberale democratie en de open westerse maatschappij wenst uit te roeien. Bovendien tellen de West-Europese landen inmiddels een aanzienlijke moslimpopulatie, waardoor de instabiliteit van het Midden-Oosten naar hier dreigt uit de zaaien.

Beschikt de EU over het geopolitieke inzicht en de strategische slagkracht om zich op twee fronten tegelijk te weren? Duidelijk is dat van Brussel weinig of niets valt te verwachten. Hoge Vertegenwoordiger Catherine Ashton schittert door afwezigheid, wat overigens mede is te wijten aan het feit dat de belangrijkste hoofdsteden liever zelf het voortouw nemen. Ik kan daar niet erg rouwig om zijn. Sterker, de kans op een consistente aanpak is het grootst als het initiatief ligt bij Berlijn, Parijs en Londen. Dat initiatief houdt ook in: aangeven wat de prioriteit heeft.

Daarbij hoeft niet lang te worden gewikt en gewogen. Het grotere en acutere gevaar komt uit het Midden-Oosten. Het zou rampzalig zijn als er een heus Jihadistan zou ontstaan in het hart van de Arabische wereld.

Dat moet met vereende krachten en een uitgekiende combinatie van politieke, financiële en militaire middelen worden tegengegaan. Waarbij het zeer onverstandig zou zijn om ervan uit te gaan dat we de Amerikanen exclusief kunnen laten opdraaien voor het militaire werk, ook al blijft dat beperkt tot luchtsteun.

Missie heeft kans van slagen
Er is één lichtpunt: in aanzet heeft deze missie een redelijke kans van slagen. IS heeft weliswaar een verrassende kracht aan de dag gelegd, maar is ook geen titanische tegenstander. En er tekent zich een tegenmacht van formaat af, een Alliance Whose Name Must Not Be Spoken, zoals een Amerikaanse columnist het noemde. Een zeer bonte alliantie, die in meerdere of mindere mate steunt op Amerika en zijn westerse bondgenoten, de Koerden, het nieuwe en hopelijk minder sektarische bewind in Bagdad, Jordanië, Iran en zelfs het regime in Damascus (soms is een pact met de duivel bittere noodzaak).

Deze missie kan Russische politieke en diplomatieke steun goed gebruiken, zoals Moskou zelf er ook belang bij heeft dat het IS-gif zich niet verder verspreidt. Dat pleit ervoor om op dat andere front, Oekraïne, de zaken niet op de spits te drijven en serieus te proberen om tot een vergelijk te komen. Met name door een duidelijke bevestiging dat een NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne niet aan de orde is. We mogen niet de illusie hebben dat daarmee een definitieve streep zal worden gehaald door de Russische aspiraties, maar er kan allicht een beetje rust en tijd worden gewonnen.

Paul Brill is buitenlandcommentator van de Volkskrant
Reageren? p.brill@volkskrant.nl

Duidelijk is dat van Brussel weinig of niets valt te verwachten