Direct naar artikelinhoud

Amerika komt terug van ultrastrenge straffen

Een bewaker in de Adelanto Detention Facility in Californië.

Zwart Amerika weet het maar al te goed: de politie is niet je beste vriend en justitie straft je strenger om je kleur. De onlusten in Ferguson laten dat eerste weer eens zien. Maar aan dat tweede wordt voorzichtig iets gedaan.

Nog even en het mag weer in de Verenigde Staten: op het schoolplein achter een vriendje aan jagen (hij cowboy, jij indiaan, zoiets) en PANG PANG roepen. Het beleid van Amerikaanse scholen om een leerling in zo'n geval te schorsen, is op zijn retour.

En wat geldt voor kinderen die de regels overtreden, geldt ook voor volwassenen die een misdrijf begaan: Amerika behandelt hen milder. Een heel klein beetje milder, dat moet gezegd. Maar toch is dat al groot nieuws, want tientallen jaren lang werd het land alleen maar strenger. De gevolgen - uitpuilende gevangenissen en hoge kosten - worden niet meer aanvaard en dus zijn allerlei overheden aan een voorzichtige koerswijziging begonnen.

Die merken sommige Amerikanen dus al op jonge leeftijd. Toen in Maryland vorig jaar Josh Welsh (toen 7) niet zijn vinger als de loop van een denkbeeldig pistool gebruikte, maar een koek die hij half op had gegeten en waarvan het restant op een vuurwapen leek, werd hij meteen naar huis gestuurd wegens 'bedreiging'. Het geval kwam de school op veel kritiek te staan, en de organisatie van wapenbezitters, de NRA, maakte de kleine Josh lid voor het leven. Hij mocht weer terugkomen. En ver weg in Florida kwam er zelfs een wet die scholen beperkt bij het disciplineren van schietspelletjes: de 'Pop-Tart'-wet heet die, naar die koek.

Travis
Nu zou je hulp voor schietgrage kinderen, zeker als die van de NRA komt, nog kunnen opvatten als een symptoom van het Amerika dat graag spijkerhard wil zijn. Maar er is meer aan het veranderen. Van de ministeries van onderwijs en justitie in Washington moeten scholen het kalmer aan doen. Wegsturen moet het laatste redmiddel worden. Automatisme mag helemaal niet meer: de schoolleiding moet altijd kunnen kiezen voor een correctie die de band tussen leerling en school niet doorsnijdt.

Want als dat wel gebeurt, gaat zo'n jongere dezelfde weg als Travis, uit Wake County in de staat North Carolina, waar strengheid nu nog wel een dogma is. Tot en met wat in Nederland groep 8 zou heten, was hij een modelleerling, daarna niet meer. Op een dag stond hij in de buurt van een vechtpartij. Volgens de regels had die 'betrokkenheid' meteen tot gevolg dat hij werd geschorst voor de rest van het jaar: acht maanden.

Daar kwam bij dat het incident werd behandeld door de school-agent. Veel scholen hebben politie in huis, vooral sinds de schietpartij op de middelbare school van Columbine, bij Denver, in 1999. Als zo'n agent een misdrijf ziet, geeft hij dat aan. Als de verdachte dan ouder is dan zestien, zoals Travis ten tijde van die vechtpartij, treedt in North Carolina weer een ander automatisme in werking: je wordt berecht als volwassene.

Van de ministeries van onderwijs en justitie in Washington moeten scholen het kalmer aan doen. Wegsturen moet het laatste redmiddel worden

Vergrote kans
Als getuigen niet hadden bevestigd dat hij tijdens de vechtpartij met een paar meisjes had staan praten, had Travis nu een strafblad gehad. En omdat werkgevers daar steevast naar vragen, zou hem dat automatisch hebben gehinderd bij het vinden van werk.

Daarmee zou hij dan al halverwege zijn van wat in de VS de 'school-naar-gevangenis-pijplijn' heet. In Wake County wordt in een schooljaar ruim 15.000 keer per jaar een leerling voor korte tijd weggestuurd, en 337 keer voor langere tijd. Voor elk van hen, vooral in die laatste categorie, vergroot dat de kans dat ze definitief wegblijven, geen goede opleiding krijgen en dus arm blijven of in de kleine of grote criminaliteit terechtkomen. En een flink deel van hun leven in de gevangenis doorbrengen.

Voor dat laatste hoef je in Amerika niet eens zoveel te misdoen, en ook dat is weer te danken aan allerlei automatismen. Je moet langer zitten als je vaker in de fout ging, als je een wapen gebruikte, of als discriminatie een factor was. In veel staten krijgen rechters voorgeschreven hoeveel jaar ze minimaal moeten geven en is vervroegde vrijlating bij goed gedrag nagenoeg afgeschaft. Het summum van automatische strengheid is wel het 'three strikes and out'-principe, waarbij je in sommige staten levenslang krijgt na de derde misdaad, hoe klein die ook is. De term komt uit het honkbal: drie slag en je bent uit.

Maar ook daarbij is hier en daar een kentering te zien. Zo stemde de bevolking van de staat Californië in november 2012 in een referendum voor het verzachten van 'three strikes'. Daardoor kwam Martin Stagi eind 2012 vrij. Hij had een hele reeks kleine misdrijven op zijn kerfstok toen hij in 1996, 36 jaar oud, betrapt werd op het bezit van wat drugs. Dat was genoeg om hem voor '25 jaar tot levenslang' op te bergen.

Met dank aan Obama
Terwijl zo in Californië na 2012 duizenden mensen vrijkwamen, zat in Colorado Billy Ray Wheelock (50) gevangen zonder de hoop dat dat hem ooit nog zou overkomen. In 1993 was hij veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, zonder uitzicht op vervroegde vrijlating. De rechter die dat vonnis velde, had geen keus: die straf schreef de wet voor, omdat Wheelock crack op zak had in de buurt van een school. Dat hij nu toch vrij is, heeft hij te danken aan president Barack Obama.

Die maakte tot voor kort maar spaarzaam gebruik van zijn recht om veroordeelden gratie of strafvermindering te geven, maar in januari gaf hij acht voor drugshandel veroordeelden hun vrijheid. En het wonderlijke was: de Republikeinen in het Congres, die er altijd als de kippen bij zijn om de Democratische president af te schilderen als zwak, links en ronduit gevaarlijk voor het land, maakten er geen herrie over.

In veel staten krijgen rechters voorgeschreven hoeveel jaar ze minimaal moeten geven en is vervroegde vrijlating bij goed gedrag nagenoeg afgeschaft
Een tot slaapzaal omgebouwde sportzaal in Mule Creek State Prison, Californië.

Wheelock en de acht andere door Obama in vrijheid gestelde gevangenen waren dan ook veroordeeld onder de 'Anti-drugsmisbruikwet' van 1986, waarvan beide partijen in de Amerikaanse politiek inmiddels wel de gebreken inzien. Die wet zette hoge minimumstraffen op het bezit en verkopen van verdovende middelen boven een bepaalde hoeveelheid. De anti-drugswet is in 2010 milder gemaakt, maar dat had geen terugwerkende kracht. Wheelock had dus nog steeds vastgezeten als Obama zijn gebaar niet had gemaakt.

En mogelijk wordt het meer dan een gebaar. Minister van justitie Eric Holder heeft een oproep gedaan aan advocaten in heel de VS om hun cliënten aan te melden als hun geval lijkt op dat van de acht die gratie kregen: ze hebben geen geweld gebruikt en zijn naar de huidige inzichten veel te zwaar gestraft. Het zou om negenduizend mensen kunnen gaan. En zelfs bij dat bericht ging er geen rilling door het land.

Dat zal Todd Clear en Natasha Frost niet verbaasd hebben. Want Amerika, schrijven die twee criminologen in het boek 'The Punishment Imperative', is eindelijk over de angst heen aan het raken die het tientallen jaren in de greep hield. Angst voor de misdaad, maar ook: angst voor de eigen medeburgers.

Einde in zicht
In hun boek beschrijven ze de straflustigheid van de VS beurtelings als een ziekte en als een sociaal experiment. Veertig jaar lang was streng straffen - en als dat niet hielp nog maar weer strenger straffen - het enige wat de politiek wist te bedenken tegen misdaad. Met als gevolg dat inmiddels driekwart procent van de bevolking achter de tralies zit, bijna tien keer zoveel als in Nederland, en Amerika het sociale laboratorium bij uitstek is geworden voor de hypothese dat een bevolking met straffen tot goed gedrag gebracht kan worden.

Het einde van dit experiment is in zicht, denken de twee criminologen. En de misdaad is gedaald. Maar niet door dat superstrenge straffen. Verschillen in strengheid tussen verschillende staten leidden bijvoorbeeld niet tot verschillen in misdaadcijfers. Die cijfers begonnen al twintig jaar geleden te dalen, maar politici gingen onverdroten door met het opschroeven van de straffen. Hun kiezers hadden immers ook nog steeds de 'toenemende misdaad' als zorg nummer één op hun lijstje staan, geholpen door hun nieuws-bron nummer één in die tijd, het lokale tv-nieuws.

Inmiddels zijn de grootste zorgen die Amerikanen kwellen werk en geld, als gevolg van de recessie. Diezelfde recessie heeft nog een ander gevolg gehad: Amerika is gaan beseffen hoe ongelooflijk duur al dat straffen is. Voor 4,7 miljard euro per jaar kun je een hoop bruggen repareren.

Verschillen in strengheid tussen verschillende staten leidden niet tot verschillen in misdaadcijfers

Verschuivingen op arbeidsmarkt
En toch: wie de veranderingen van de laatste paar jaar alleen maar verklaart uit misdaadcijfers en financiële overwegingen, mist de helft van het verhaal, denken Todd en Clear. Amerika is nu minder bang voor misdaad, maar ook minder bang voor een complete bevolkingsgroep: zwarte mannen.

Want dat werd hierboven bij al die voorbeelden van opgesloten Amerikanen nog even verzwegen: de gegratieerde crackdealer Billy Ray Wheelock is zwart. De voor zijn derde misstap langgestrafte Martin Stagi is zwart. De door zijn school als gevaarlijk sujet behandelde Travis is zwart. Alleen het jongetje voor wie politici en de schuttersvereniging het opnamen, dat was blank. Van alle zwarte mannen van 23 jaar oud, is de helft ooit eens gearresteerd.

In navolging van sociologen als Loïc Wacquant wijzen Clear en Todd erop, dat er in de tijd dat streng straffen in zwang raakte - eind jaren zeventig - belangrijke verschuivingen op de arbeidsmarkt waren. Het aantal banen voor laaggeschoolden daalde, en dat betekende met name dat er voor veel jonge zwarten in de grote steden geen werk meer was.

Zo'n grote groep jonge, zwarte mannen die weinig omhanden had, dat baarde de politiek destijds flinke zorgen. Toen in het gesegregeerde Amerika in veel zwarte buurten drugshandel het economische vacuüm opvulde, werden die als vanzelf het doelwit van de ordehandhavers. En zo nam gevangenschap de plaats in van wat in andere landen, en in de Verenigde Staten voor andere groepen, het sociale vangnet was.

Ontmanteling met kleur
In dat beeld van misdaadbestrijding als een vorm van sociale controle op een gevreesde minderheid, past ook het uitgebreide systeem van toezicht op voorwaardelijk vrijgelaten gevangenen. Die keren terug naar hun familie en buren met een lange lijst ge- en verboden. Elke overtreding resulteert in terugkeer naar de gevangenis.

Aan de strengheid van dát systeem wordt overigens nog niet gemorreld. Het wordt eerder uitgebreid, om politiek verteerbaar te maken dat uit het oogpunt van bezuiniging gevangenen worden vrijgelaten. Maar als de straffen zelf minder streng worden, maken de VS tenminste een begin met het ontmantelen van het grote correctionele experiment.

Daarbij is voor zwarten hoopvol dat ook die ontmanteling een kleur heeft. De gratieverlening voor crack-veroordeelden lag in de macht van een zwarte president. De instructie aan scholen om niet meer zoveel leerlingen weg te sturen, kwam van minister van justitie Eric Holder, eveneens zwart, die hem uitvaardigde omdat er bovengemiddeld veel zwarte leerlingen worden geschorst.

Obama heeft in de ruim vijf jaar dat hij nu president is, met al die tijd Holder als minister van justitie, zijn best gedaan om niet als 'zwarte president' gezien te worden. Maar het lijkt erop dat hij die schroom in de vroege nadagen van zijn presidentschap laat varen en het probleem wil aanpakken, waar hij zich als buurtwerker in Chicago, als advocaat en als senator in Illinois mee bezighield: de vicieuze cirkel waarin zijn eigen bevolkingsgroep zit.

De gebeurtenissen in Ferguson laten zien, dat het daar de hoogste tijd voor is.

Obama heeft in de ruim vijf jaar dat hij nu president is zijn best gedaan om niet als 'zwarte president' gezien te worden