Direct naar artikelinhoud
Commentaar

'Greenpeace is groter en succesvoller geworden dan goed voor haar is'

Met het vertrek van Greenpeace-bestuurders zouden de eigenlijke problemen niet zijn opgelost: de institutionalisering van een rebellenclub. Dat schrijft Sander van Walsum in het commentaar van de Volkskrant.

Greenpeace-activisten.Beeld afp

Zelden genoot Greenpeace zoveel goodwill als een half jaar geleden, na de vrijlating van dertig milieuactivisten - de 'arctic 30' - door de Russische autoriteiten. De episode die daarmee werd afgesloten, bevatte alle elementen van het activisme waarmee Greenpeace sinds haar oprichting in 1971 groot is geworden. Milieuridders in rubberbootjes troffen, of zochten, een oppermachtige tegenstander zonder scrupules en verwierven daarmee een groot moreel gezag.

Hoe betrekkelijk dat gezag was, bleek korte tijd later toen ze vrijwel niemand konden mobiliseren voor hun actie tegen het lossen van de Russische Noordpoololie in Rotterdam. Als hogere economische belangen in het geding zijn, staat Greenpeace er vaak alleen voor. Dat is het lot van een organisatie waarvoor symboliek vaak belangrijker is dan een tastbaar resultaat.

Afzetten
Wie zich zo nadrukkelijk afzet tegen de grote boze buitenwereld moet ook zichzelf scherp de maat nemen. Daarin is Greenpeace duidelijk in gebreke gebleven. Niet alleen vloeken het beleggingsbeleid en het reisgedrag van Greenpeace-bestuurders met het geloof van de groene kerk, ze reageerden ook nog eens verkrampt op kritiek die ze daarmee bij de eigen medewerkers oogstten.

Greenpeace zal de onvrede over de schending van haar 'kernwaarden' niet kunnen negeren. Met het geëiste vertrek van Kumi Naidoo, directeur van Greenpeace International, en programmadirecteur Pascal Husting zal het eigenlijke probleem van Greenpeace echter niet zijn opgelost: de institutionalisering van een rebellenclub. Ze voert nog actie zoals ze dat in haar beginjaren deed, maar heeft zich intussen ontwikkeld tot een gelaagde instelling met kantoren in 40 landen, ruim 2,5 miljoen donateurs, managers, jaarrekeningen en eigenbelangen. Die ontwikkeling brengt een zekere verzakelijking van de interne verhoudingen met zich mee - ongeacht de vraag wie bij Greenpeace de leiding heeft. Voormalige actievoerders komen terecht op posities die zij misschien helemaal niet begeren en waarvoor ze wellicht ook niet zijn toegerust. Managers 'van buiten' hebben geen voeling met 'de basis'. Greenpeace is groter en succesvoller geworden dan goed voor haar is. Dat is allerminst een luxeprobleem.

Sander van Walsum is verslaggever van de Volkskrant.

Als hogere economische belangen in het geding zijn, staat Greenpeace er vaak alleen voor