Direct naar artikelinhoud

'Geleerd om nooit blij te zijn'

Carla van Os (rechts) naast Mauro en zijn pleegmoeder. 'Blij? Het moet normaal zijn dat kinderrechten gerespecteerd worden'.

Ze zat met Mauro aan tafel bij 'Pauw & Witteman' toen CDA-prominent Henk Bleker hem het beruchte briefje toeschoof met een uitnodiging voor een voetbalwedstrijd. Ze zat met hem op de publieke tribune in de Tweede Kamer toen hij urenlang onderwerp was van debat. En ze stond met hem op het Haagse Plein voor het Kamergebouw toen voor het oog van de pers tranen over zijn wangen rolden. In dat woelige najaar van 2011 kon de oplettende kijker haar overal in beeld zien: Carla van Os, een van de meest invloedrijke lobbyisten op het gebied van asielbeleid.

De van oorsprong Brabantse (46) draait al jaren mee in politiek Den Haag. Zijn er debatten over het Nederlandse asielbeleid, dan loopt de juriste van kinderrechtenorganisatie Defence for Children in wijde broeken, met losjes opgestoken haar en mappen in de arm over het Binnenhof. Voorafgaand aan zo'n vergadering heeft ze vaak contact met Kamerleden, vooral van de oppositie. Alle 06-nummers van de fractiespecialisten staan in haar telefoon, behalve van die van de VVD, PVV en SGP. In roerige tijden is het bel- en sms-verkeer intensief. Aanspreken gaat met de voornaam. "Is dat gek?"

Na een kleine negen jaar stopt ze. Ze wilde weer studeren, na eerder al drie studies te hebben afgerond. In Groningen gaat ze een proefschrift schrijven over de belangen van het kind in vreemdelingenprocedures. Ze heeft voor zichzelf een 'kloppend verhaaltje' bedacht om haar vertrek te verklaren. "Mijn allereerste opdracht op mijn allereerste werkdag in 2005 was om iets te bedenken voor geïntegreerde kinderen die Nederland moesten verlaten. Nu, na jaren, is er het kinderpardon. Dat is toch wel een erg grote mijlpaal."

Ze vertelt het in het vergaderzaaltje op het kantoor van Defence for Children waar ze morgen afscheid neemt. Dat kantoor staat middenin Leiden en is gevestigd in een voormalig weeshuis. De kasten tegen de muur zijn behangen met krantenknipsels over heikele asielkwesties, een verzameling die vooral het werk van Van Os zelf is. Ertussen hangt een cartoon van Fokke en Sukke. "Die spindoctor van Mauro", zeggen de twee verkleed als CDA'er. "Kunnen we die niet inhuren?" Van Os moest erom lachen toen die in 2011 verscheen. "Ik voelde me wel vereerd. Ik lees die strip altijd."

In Nederland was het geaccepteerd dat gezinnen en kinderen op straat werden gezet. Nu vindt niemand dat meer normaal."

Hoe stelt u zichzelf eigenlijk voor? Als lobbyist?
"Nee, als jurist. Ik vind lobbyen geen professie. Mijn professie is mijn inhoudelijke kant, mijn juridische kennis over migratie en kinderrechten. Vanuit die kennis kan ik in contact treden met politici en ambtenaren. Zij kunnen beleid veranderen. Ik merk dat Kamerleden het heel fijn vinden dat ik weet hoe het zit. Ze raadplegen me ook als er besluiten genomen moeten worden. Als we het zus en zo afspreken, valt die groep kinderen er dan binnen? Ik weet niet of mensen mij zien als lobbyist. Ik zie mezelf toch vooral als kinderrechtenmevrouw."

Al tijdens uw studie journalistiek ging u als voorlichter aan de slag bij Stichting Vluchteling. Stelde de journalistiek u teleur?
"Ik wilde dingen veranderen en dacht dat je dan de journalistiek in moest gaan. Daar ben ik mislukt, want ik ben totaal niet van de objectiviteit. Ik ging me in die tijd verdiepen in de Koerdische zaak en ben een paar keer naar Turkije geweest. Daar schreef ik ook stukken over, maar al snel kreeg ik de vraag: wat vinden de Turken dan? Ik ben wel heel duidelijk van het partij kiezen. Klaas Keuning van Stichting Vluchteling zei toen tegen me: 'Carla, je moet iets doen met die drang van je om dingen te willen veranderen.' Toen ben ik rechten gaan studeren en naar Defence for Children gegaan."

Viel er via die weg wel wat te veranderen?
"Ja, ik vind dat heel concreet en aanwijsbaar. Er is veel meer aandacht voor kinderrechten gekomen. Toen ik negen jaar geleden begon, zaten kinderen tot zes maanden in vreemdelingendetentie in afwachting van hun uitzetting. Nu is dat in principe geschrapt. Uitgeprocedeerde kinderen werden op straat gezet. Nu zijn er gezinslocaties. Worteling was een onbestaand begrip. Nu is het een vanzelfsprekend begrip. Er is zelfs een regeling voor gewortelde kinderen. Wat je ziet, is dat het in Nederland maatschappelijk geaccepteerd was dat gezinnen en kinderen op straat werden gezet, terwijl nu het omgekeerde het bepalende beeld is. Niemand vindt dat meer normaal. Ook de VVD niet, misschien de PVV."

Ik weet niet of mensen mij zien als lobbyist. Ik zie mezelf vooral als kinderrechtenmevrouw."

Hoe ontstaat momentum voor zulke veranderingen?
"Vaak zijn het toevalligheden waardoor een versnelling ontstaat. In 2006 hadden we 120.000 handtekeningen opgehaald tegen het vastzetten van asielkinderen, we hadden een protest georganiseerd op het Plein, Kamerleden waren erbij, er was een brief naar de koningin verstuurd. Er gebeurde niets. Tot een tijdje later tv-presentator Sipke Jan Bousema me belde. Of het klopte dat een Chinees jongetje, Hui, hier al maanden in de cel zat. Toen hij vlak daarna aanschoof bij 'RTL Boulevard', barstte hij in tranen uit. Hij was er helemaal kapot van. Daarna bepaalde staatssecretaris Albayrak dat detentie van kinderen tot maximaal veertien dagen zou worden beperkt."

Na zulke beleidswijzigingen of gerechtelijke uitspraken reageert u doorgaans terughoudend. Bent u wel eens tevreden?
"Ik word niet betaald om te applaudisseren. Van Stan Meuwese, oud-directeur van Defence for Children, heb ik geleerd dat je nooit blij mag zijn, hooguit tevreden. Omdat het normaal moet zijn dat kinderrechten gerespecteerd worden. Als ik in het begin in stukjes voor de website schreef dat we ergens 'blij' mee waren, schrapte hij dat. 'Verheugd' mocht nog net. Maar er wordt hier heel vaak taart gekocht hoor. Bij positieve uitspraken van de rechter ga ik gebakjes halen."

U schroomt er niet voor om campagnes concrete gezichten te geven. Kan het niet zonder?
"De PvdA heeft zich er al een paar keer openlijk aan geërgerd dat we kinderpardonkinderen in de media brengen. Maar, zeggen wij dan, als we niks hadden gedaan, was er helemaal niets voor ze gebeurd. Journalisten bellen op: 'Heb je nog een kind voor me?' Zonder kind komt het niet in het nieuws. Maar we doen het niet altijd. Bij onze campagne 'Geen kind in de cel' hebben we er expres voor gekozen geen gezichten te gebruiken. Daarvoor waren de kinderen te kwetsbaar, de emoties te heftig. In plaats daarvan maakten we een boekje met interviewfragmenten en tekeningen van kinderen over hun tijd in de cel."

Heeft u wel eens spijt gehad dat u een asielkind in de media heeft gebracht?
"Nee, niet van de gevallen waarbij ik de keuze heb gemaakt. Heel vaak sta je ook met je rug tegen de muur. Bij Wime bijvoorbeeld, een jonge asielzoeker uit Limburg die een half jaar te oud was om onder het kinderpardon te vallen. Hij zat in vreemdelingendetentie in Rotterdam, zijn vlucht naar Angola was al geboekt. Het was letterlijk lastminutewerk. Naar de media stappen was gewoon het allerlaatste wat we konden doen. Hij wilde niet weg en dat is dan het enige wat telt. Of het lastig is om voor zulke zaken aandacht krijgen? Nee, nooit."

Journalisten bellen ons op: Heb je nog een kind voor me."

U heeft de media-aandacht voor Mauro, die u zelf opzocht, een 'aanslag' op hem genoemd. Was dat het waard?
"Ja, dat vond hij, dus vind ik dat ook."

Hoe invloedrijk vindt u uzelf?
"Ik vind Defence for Children invloedrijk. Ik zie wel dat ik daarbij vaak de controlerende, coördinerende rol heb gespeeld. Wat mensen aan de buitenkant zien, dat ben ik. Soms word ik per ongeluk wel eens de directeur van Defence for Children genoemd. Maar ik kan dit niet doen als daar geen geweldig team aan meewerkt. Als iemand naar ons kantoor belt met een verhaal en degene die opneemt doet niet aardig, dan bereikt dat signaal mij niet."

Vond u het erg om een boegbeeld te zijn?
"Nee, dat niet. Dit was de meest geweldige baan ever. Heel eervol. Ik ben ervan overtuigd dat het doorgaat. Dat het succes van Defence for Children niet afhangt van mij als persoon."

Carla van Os
Carla van Os werd in 1968 geboren in Veghel. Ze studeerde orthopedagogiek in Nijmegen en aansluitend hbo-journalistiek in Tilburg. Tijdens die laatste studie begon ze als voorlichter bij Stichting Vluchteling. Dat werk combineerde ze met een studie rechten in Leiden. Eind 2005 ging ze aan de slag bij Defence for Children als juridisch adviseur. De laatste jaren leidde ze de afdeling kinderrechten en migratie. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 stond ze op nummer 15 van de kandidatenlijst van GroenLinks. Ze werd niet gekozen. Van Os woont samen in Den Haag.