Direct naar artikelinhoud

Amnesty: meer bewijzen marteling in Oekraïne

Amnesty International verzamelt steeds meer bewijzen van marteling en ontvoering in het oosten van Oekraïne. Dat meldde de mensenrechtenorganisatie vandaag. In de afgelopen drie maanden werden journalisten, activisten en demonstranten hard geslagen en op andere manieren gemarteld.

Oekraïense soldaten in de buurt van Donetsk

Uitgebreide en betrouwbare cijfers zijn er niet te geven, maar Amnesty beschikt wel over een lijst met daarop de namen van 100 burgers die gevangen worden gehouden. Volgens de Verenigde Naties zijn er in de afgelopen 3 maanden 222 mensen ontvoerd in de regio. Het Oekraïense ministerie van Binnenlandse Zaken spreekt van 500 ontvoeringen tussen april en juni.

'De meerderheid van de verdwijningen is het werk van gewapende separatisten, die hun slachtoffers vaak mishandelen en martelen tot ze instorten", zei een woordvoerder van Amnesty International. Een vrouw vertelde hoe ze werd gedwongen om met haar eigen bloed een separatistische leus op een muur te schrijven. Zowel pro-Russische separatisten als medewerkers van de veiligheidsdiensten maken zich schuldig aan misdaden, al zouden de laatsten dit minder vaak doen.

Donderdag werd bekend dat de leiders van Rusland, Duitsland en Frankrijk een nieuw bestand willen in het oosten van Oekraïne. De nieuwe Oekraïense president, Petro Porosjenko, zegde 1,5 week geleden een eenzijdig staakt-het-vuren met de pro-Russische separatisten in het oosten van zijn land op. Sindsdien heeft het regeringsleger diverse steden, zoals Slovjansk en Artemivsk, op de separatisten heroverd. Het bestand, dat op 20 juni van kracht werd, heeft weinig effect gehad. Beide partijen beschuldigen elkaar ervan dat ze het hebben geschonden.