Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Terrorisme

Twee Nederlandse Syriëgangers pleegden zelfmoordaanslag

Exterieur van het gebouw van de AIVD in Zoetermeer.
Exterieur van het gebouw van de AIVD in Zoetermeer. Foto ANP/ Lex van Lieshout

In 2013 hebben twee Nederlandse Syriëgangers een zelfmoordaanslag gepleegd. De eerste reisde vanuit Syrië door naar Irak en pleegde daar een aanslag met een rugzakbom. De ander deed dat in Syrië door middel van een autobom. Dat maakte minister Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) vandaag bekend op een persconferentie.

Wanneer de aanslagen plaatsvonden, maakte Plasterk niet bekend, evenmin hoeveel mensen bij de aanslagen om het leven zijn gekomen.

Er gaat nog steeds veel dreiging uit van terugkerende Syriëgangers. Dat staat in het vandaag gepresenteerde jaarverslag van de AIVD. Inmiddels zijn dat er ongeveer dertig. Ruim honderd Nederlanders vertrokken naar Syrië om zich daar aan te sluiten bij de jihad. De AIVD gaat ervan uit dat inmiddels meer dan tien Nederlandse Syriëstrijders gesneuveld zijn. Onder de uitreizigers naar Syrië bevinden zich ook steeds jongere personen en vrouwen. Of dat is omdat vrouwen hun man achterna reizen, vermeldt de AIVD niet.

De strijd in Syrië zorgt ook in de moslimgemeenschap voor onrust en verharding van standpunten, constateert de dienst. Gematigde geluiden, onder meer van imams, dreigen daardoor te worden genegeerd of zelfs veroordeeld.

Digitale spionage een zorg

Een andere zorg is digitale spionage. De dienst ziet dat praktisch elke inlichtingendienst ter wereld aan digitale spionage doet.

Daarbij zijn vooral overheidsinstanties een aantrekkelijk doelwit, zoals het ministerie van Buitenlandse Zaken en Defensie, maar ook het bedrijfsleven, vooral de energie-, biotechnologie-, chemie- en hightechsector in Nederland. Buitenlandse diensten en organisaties vergaren daarbij technische, wetenschappelijke en bedrijfseconomische informatie. Ook sijpelt veel intellectueel eigendom weg naar het buitenland. Het AIVD-verslag vermeldt geen specifieke landen, maar bekend is dat onder meer China, India, Rusland en Brazilië actief aan digitale spionage doen.

De schade bedraagt honderden miljoenen euro’s per jaar. Ook burgers kunnen slachtoffer worden, vooral van digitale sabotage. Zo werd vorige week nog bekend dat de gegevens van 50.000 Nederlandse accounts gestolen zijn bij een grootschalige datadiefstal die in Duitsland ontdekt werd.

Nederland is extra kwetsbaar voor digitale aanvallen vanwege een goed ICT-netwerk en het hoge aantal computers per huishouden. Daarnaast heeft Nederland met AMS-IX in Amsterdam een van de grootste internetknooppunten ter wereld.

Acties links-extremisten harder

De dienst constateert verder dat acties van links-extremisten harder worden. Rechts-extremisme is volgens de inlichtingendienst gemarginaliseerd. Alleen een demonstratie van de PVV werd door enkele rechts-extremisten aangegrepen om zich te profileren.

De geheime dienst stelt vast dat in 2013 verschillende buitenlandse diensten in Nederland agenten rekruteerden en aanstuurden. Ook hebben buitenlandse diensten geprobeerd politieke inlichtingen te vergaren. Waar mogelijk is dit verhinderd.

Opvallend is dat verantwoordelijk minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) in het jaarverslag niet langer zijn mantra herhaalt dat de dienst zich aan de Nederlandse wet houdt. Nu heet het dat de AIVD de “kaders goed in acht neemt” maar ook dat “aanscherping en actualisering van bepaalde procedures noodzakelijk” zijn, nadat vragen ontstonden over de werkwijze van de dienst na onthullingen van klokkenluider Edward Snowden.