Direct naar artikelinhoud

Het is nog geen echte inhaalslag, maar vrouwen zijn iets vaker kostwinner

Foto ter illustratieBeeld ANP XTRA

Vrouwen hebben iets vaker dan voorheen een hoger inkomen dan hun partner. Dat blijkt uit CBS­-cijfers die door deze krant zijn geanalyseerd. 

In 2016 had 17 procent van de stellen een vrouwelijke kostwinner, in 2011 was dat 15 procent. Dat betekent dat, ondanks emancipatiegolven en hoger opgeleide vrouwen, in 83 procent van de huishoudens de man nog altijd het meeste geld verdient.

Stellen met een vrouwelijke kostwinner lijken werk en zorg gelijkwaardiger te verdelen dan stellen met een mannelijke kostwinner. Uit de cijfers blijkt namelijk ook: bijna de helft van de vrouwen met een partner die meer verdient dan zij, is niet economisch zelfstandig. Dat betekent dat ze niet voldoende inkomen heeft om van te leven als de relatie strandt. Mannen zijn vaker economisch zelfstandig, ook al verdient hun partner meer.

Je zou kunnen zeggen dat vrouwen meer keuzes hebben in de verdeling van werk en zorg dan mannen.
Tanja van der Lippe, hoogleraar sociologie Universiteit Utrecht

Het geringe aantal vrouwelijke kostwinners laat zien hoe diep de verwachtingen nog zitten die we hebben van mannen en vrouwen, zegt hoogleraar sociologie Tanja van der Lippe van de Universiteit Utrecht. Ze doet veel onderzoek naar mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt en naar de verdeling van werk en zorg. “Ook als we aan jonge mensen vragen wat ze later willen, zeggen jongens vaker dat ze een goede baan willen en meisjes nog altijd vaker dat ze werk en zorg willen combineren.”

Dat is niet omdat vrouwen nu eenmaal zo zijn aangelegd, zegt ze. “Keuzes worden ingegeven door omstandigheden, opvattingen komen ergens vandaan. Het maakt uit of kinderen een werkende moeder hebben, of ze vrouwelijke leidinggevenden zien.”

Jonge stellen zonder kinderen

De CBS-cijfers laten niet zien in welke leeftijdscategorie de groei zit van het aantal vrouwelijke kostwinners. Het meest waarschijnlijk is dat die veroorzaakt wordt door de jonge vrouwen, die inmiddels hoger zijn opgeleid dan mannen. Uit eerder CBS-onderzoek, over 2012, blijkt dat het percentage vrouwelijke kostwinners het hoogst is onder jonge stellen zonder kinderen. Zodra stellen hun eerste kind krijgen, keldert dat percentage weer.

Ook hoogleraar organisatiepsychologie Naomi Ellemers benadrukt dat het in Nederland zo populaire anderhalfverdienersmodel – vader werkt fulltime en moeder in deeltijd – cultureel bepaald is. “In andere landen zien we op de arbeidsmarkt meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Dan kun je niet volhouden dat vrouwen biologisch nu eenmaal zo in elkaar zitten dat ze bij de kinderen willen blijven.”

Wat de hoogleraren betreft moet de overheid een handje helpen, willen we als samenleving meer vrouwelijke kostwinners. Dat in 2016 meer vrouwen het hoogste salaris hadden dan in 2011, betekent niet dat de emancipatie nu vanzelf verder gaat. Het is belangrijk vaderschapsverlof verder uit te breiden, zegt hoogleraar Van der Lippe, en quota voor vrouwen in de top zijn belangrijk. “Want dan verander je omstandigheden waaronder mensen keuzes maken.”

Want niet alleen vrouwen laten hun keuzes beïnvloeden door traditionele rolpatronen. Van der Lippe: “Je zou kunnen zeggen dat vrouwen meer keuzes hebben in de verdeling van werk en zorg dan mannen. Het is voor mannen misschien nog wel lastiger om een stap terug te zetten, dan voor vrouwen om meer te gaan werken.”

Emancipatiebeleid is vooral gericht op de vraag: hoe krijgen we meer vrouwen aan het werk. Terwijl de vraag ook zou kunnen zijn: hoe kunnen we mannen meer zorgtaken geven. Van der Lippe: “Daar worden nu voor het eerst, met de uitbreiding van het vaderschapsverlof, stappen in gezet. Maar ook daarin loopt Nederland nog steeds erg achter.”

Lees ook de column van Ger Groot terug over dit onderwerp: De vrouw die meer werkt, de man die meer zorgt? Alleen als het crisis wordt. Nederland wentelt zich in de illusie dat werk er vooral is voor het welzijn van de eigen ziel. En daar betalen we een prijs voor.