Direct naar artikelinhoud

Onderzoeksraad: politiek en ambtenarij bemoeien zich te vaak met 'onafhankelijk' onderzoek

Politici en ministeries bemoeien zich te vaak met de onderzoeksvragen, de bevindingen en de conclusies van onafhankelijke onderzoekers. De onderzoekers naar beleid, rampen of bestuurlijke misstanden moeten daardoor in de praktijk hun onafhankelijkheid 'waar nodig bevechten'.

Tjibbe Joustra (rechts), voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), tijdens een gesprek tussen de Kamercommissie van Defensie en leden van de OVV over het ongeval met mortieren in Mali.Beeld anp

Dat blijkt uit de donderdag verschenen studie 'Onafhankelijk onderzoek in het publiek belang' van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Daarin komen dertig ondervraagden aan het woord die de laatste jaren betrokken waren bij tientallen onafhankelijke onderzoeken. Zij beschrijven hun ervaringen bij hun pogingen de waarheid boven tafel te krijgen na een ramp, of andere pijnlijke gebeurtenissen die leidden tot beroering in de maatschappij.

De Onderzoeksraad, die zelf in het najaar nog de val van minister Hennis van Defensie inleidde, noemt onafhankelijk onderzoek een steeds belangrijker 'tegenmacht' in de samenleving. Het is daarom 'cruciaal' dat onderzoekers niet door machthebbers worden aangestuurd.

Drie soorten

De OVV beoogt met de publicatie een reeks tips te geven voor toekomstige onderzoeken, om zeker te zijn dat 'oordeelsvorming niet zal worden gehinderd door de behoefte een eigen straatje schoon te vegen'. Instanties of commissies moeten zelf hun onderzoeksvraag kunnen formuleren, dienen als enige zeggenschap te hebben over bevindingen en conclusies, en moeten zelf hun onderzoeksteam kunnen samenstellen. In de praktijk is het niet altijd vanzelfsprekend dat aan deze voorwaarden wordt voldaan.

In de studie worden drie soorten onafhankelijk onderzoek onderscheiden: onderzoek van wettelijk vastgelegde instanties als de OVV, de Nationale Ombudsman of de Algemene Rekenkamer; onderzoek door tijdelijke commissies; en onderzoek door de inspecties en kennisinstituten van departementen. Die laatste categorie staat het meest bloot aan externe druk, zoals onlangs bleek uit een Nieuwsuur-uitzending over het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) van Justitie. Daar zouden de uitkomsten van drugsonderzoeken door de departementale leiding in een gewenste richting zijn gestuurd. Minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) stelde drie commissies in die hem voor de zomer moeten rapporteren over de gang van zaken bij het WODC.

Kwetsbaarheid voor externe druk is er ook bij onderzoeksinstanties die niet aan ministeries zijn verbonden, zoals de OVV zelf

Tijdsdwang

Kwetsbaarheid voor externe druk is er ook bij onderzoeksinstanties die niet aan ministeries zijn verbonden, zoals de OVV zelf. Ook dan 'kunnen bewindspersonen en andere betrokkenen belang hebben bij de uitkomst van een onderzoek en zullen zij om die reden soms proberen om het optreden van een instantie of commissie subtiel te beïnvloeden', stelt de OVV.

Oud-onderzoekers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal- en Cultureel Planbureau (SCP) verklaren vandaag in de Volkskrant over de vele manieren waarop beleidsmakers zich met onderzoeken bemoeien. Ze kunnen sturen met de informatie die ze aanleveren en met de persberichten die bij een onderzoek verschijnen. 'Of ze leggen tijdsdwang op. Ze eisen dat een onderzoek voor een bepaalde datum of juist later verschijnt', aldus oud-SCP-uitgever Richard van den Brink. 'Op een voor hun gunstig moment. Dat is abject. Ze horen netjes met de armen over elkaar de uitkomsten af te wachten.'

Buigen voor belanghebbenden is uit den boze
De Onderzoeksraad voor Veiligheid

Einddoel

De OVV maant onderzoekers niet te bezwijken voor zulke druk. 'Buigen voor belanghebbenden is uit den boze.' Het kan wel helpen relaties goed te houden door begrip te hebben voor hun positie, ook omdat dit de kans op acceptatie van het eindoordeel vergroot. Maar het einddoel van onafhankelijk onderzoek is altijd een 'gezaghebbend referentiepunt' te zijn. Dat vereist alertheid op manipulatie en bovenal 'een rechte rug'.

Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) deed bij de in ontvangstname de aanbeveling dat al haar collega-politici het rapport binnen handbereik moeten hebben, 'zo niet onder het kussen dan toch zeker op het bureau'.


Onafhankelijk onderzoek blijkt hoofdpijndossier. 'Onderzoekers durven nauwelijks iets te zeggen'

Een overheid die beleid maakt, heeft nuchtere feiten nodig. Logisch. Maar politici en ambtenaren hebben sterk de neiging om onderzoek naar hun hand te zetten, constateert de OVV. (+)