Direct naar artikelinhoud

Nepnieuws een gevaar? Denk even na voor je retweet

Nepnieuws een gevaar? Denk even na voor je retweet
Beeld Nanne Meulendijks

Nepberichten overspoelen de sociale media. De techniek is niet het probleem, het is de mens zelf met zijn zwak voor nieuwtjes.

In weerwil van wat het spreekwoord zegt, is de leugen juist sneller dan de waarheid. Op sociale media tenminste. Nepnieuws bereikt op Twitter veel meer mensen dan echt nieuws, het bereikt hen eerder en het wordt ook vaker doorgegeven. En het zijn niet de spinnen in het web die de foute roddels verspreiden. Nepnieuws vindt zijn weg vooral via eenlingen, mensen die weinig volgers kennen en ook weinig anderen volgen.

Door een nepbericht over president Obama kelderden de beurzen met 130 miljard dollar

Maar wat Amerikaanse wetenschappers die het fenomeen op sociale media onderzochten, het meest verbaasde, is dat nepnieuws niet wordt vermenigvuldigd door zogeheten bots, computerprogrammaatjes die berichten oppikken en verspreiden. Het is de mens zelf met zijn voorliefde voor nieuwigheidjes die de leugens rondbazuint, schrijven de onderzoekers van het befaamde technologie-instituut MIT in Boston in het vakblad Science.

Complottheorieën

Nepnieuws is van alle tijden. Volgens een ander gezegde is de waarheid het eerste slachtoffer in een oorlog. Maar met de opkomst van de sociale media heeft het begrip een nieuwe dimensie gekregen en kan één bericht immense gevolgen hebben. In 2013 bijvoorbeeld verscheen het twitterbericht dat er een explosie in het Witte Huis was geweest waarbij president Obama gewond was geraakt. Het bericht was nep, het was verspreid door mensen die de site van persbureau AP hadden gehackt, maar het gevolg was dat de aandelen op de Amerikaanse beurzen in een paar minuten tijd 130 miljard dollar aan waarde inboetten.

Het fenomeen is echter nauwelijks goed onderzocht. Wetenschappers hebben wel bekeken hoe berichten of geruchten de wereld rondgingen, zoals de ontdekking van het Higgs-deeltje of de aanslag bij de marathon van Boston. Of ze bestudeerden het verschil tussen de verspreiding van wetenschappelijke verhalen en complottheorieën. Maar het bleef bij wat in de wetenschap anekdotisch bewijs heet.

Een probleem is dat nepnieuws tegenwoordig door politici wordt omarmd, schrijven ze. Het gaat niet meer om waar versus bedrog, of om echt versus nep. Politici bestempelen nieuwsbronnen als betrouwbaar of niet, al naar gelang ze in hun straatje passen. “Het begrip nepnieuws heeft geen enkele connectie meer met de waarheid.”

Factcheckers

In dat wespennest hebben ze zich niet gewaagd; voor hun onderzoek hanteren ze de objectievere begrippen ‘waar’ en ‘niet waar’. Ze bekeken 126.000 berichtenstromen op Twitter – 126.000 originele tweets die in totaal door drie miljoen twitteraars 4,5 miljoen keer zijn geretweet. En die berichten zijn door factcheckers op waarheidsgehalte beoordeeld.

Uit hun analyse bleek dat het foute nieuws 70 procent meer kans had om te worden doorgestuurd, dat een waar gebeurd bericht er zes keer zo lang over deed om 1500 mensen te bereiken, en dat een fout bericht twintig keer zo snel uitgroeide tot een keten van minstens tien retweets.

En zoals gezegd, de onware berichten gingen niet sneller rond doordat ze werden verspreid door mensen met een breed netwerk. En de bots zorgden wel voor een snelle verspreiding, maar maakten daarbij geen onderscheid tussen waar en onwaar. De mens doet dat wel, beweren de onderzoekers, “want mensen hebben een zwak voor iets wat nieuw is. En fout nieuws is nu eenmaal vaker afwijkend en dus nieuw. Bovendien delen mensen nieuwtjes graag omdat dat delen hen status geeft.”

Die conclusie vinden ze behoorlijk beangstigend, en dan hebben ze de partijen die bewust nepnieuws verspreiden, buiten beschouwing gelaten. Eén lichtpuntje zien ze wel: “Het ligt niet aan de bots. We weten nu dat we er met een technologische oplossing niet zijn.”

Lees ook: Zelf een nepbericht maken? Hier is het recept. Of moeten we het Twitter-riool zuiveren?