Herken moderne slavernij via online cursus
Den Haag
Het Rode Kruis, het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA), VluchtelingenWerk en coördinatiecentrum tegen mensenhandel CoMensha slaan de handen ineen. Een woensdag online geplaatste cursus moet de tienduizenden hulpverleners van de organisaties helpen slachtoffers van mensenhandel beter te herkennen.
Bij mensenhandel, ook wel bekend als moderne slavernij, gaat het volgens CoMensha om ‘het werven, vervoeren, overbrengen, opnemen of huisvesten van een persoon, met gebruik van dwang (in brede zin) en met het doel die persoon uit te buiten’. Deze uitbuiting kan in de seksbranche spelen, maar ook gelden bij werk waar de mensenrechten in het geding komen door de slechte arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. Paspoorten moeten dan bijvoorbeeld bij de werkgever worden ingeleverd en de werknemer maakt lange dagen voor een veel te laag loon. Deze situaties komen volgens het Rode Kruis voor in de tuinbouw en horeca.
slachtoffers
Van de 5765 in Nederland geregistreerde slachtoffers in 2012-2016 was ruim driekwart vrouw, blijkt uit het cursusmateriaal. Met name buitenlandse vrouwen zijn relatief vaak slachtoffer van seksuele uitbuiting. Dat migranten zo kwetsbaar zijn, komt doordat ze de taal vaak niet machtig zijn, ze een beperkte kennis hebben van hun rechten en niet weten wie ze kunnen vertrouwen.
Op papier dalen de cijfers over slachtoffers van mensenhandel. Toch komen de hulporganisaties in actie, omdat ze vermoeden dat die cijfers niet de werkelijke situatie weergeven. ‘We willen er alerter op zijn. Juist in deze periode was er in Nederland een groter aantal asielzoekers en migranten. Deze groep is extra kwetsbaar voor mensenhandel’, meldt woordvoerder Lisa van Leeuwen van het Rode Kruis. In de cursus, die vrij toegankelijk is via de site van CoMensha, draait het om het herkennen van signalen van mensenhandel en wat iemand moet doen om slachtoffers te helpen. Naast het extra trainen van eigen hulpverleners willen de hulporganisaties asielzoekers en kwetsbare migranten voorlichting geven over de risico’s op mensenhandel, zodat zij zelf ook weerbaarder zijn. <
Door te letten op een optelsom van heel kleine signalen is mensenhandel te herkennen, vertelt Wouter Bijlsma, coördinator noodhulp bij het Rode Kruis Rotterdam-Rijnmond.
Met name migranten vragen aandacht, stelt hij. ‘Het kan gaan om fysieke sporen: tatoeages op vreemde plekken of blauwe plekken, maar dat is wel erg extreem. Je kunt ook letten op afwijkend gedrag: iemand die niet wil praten als iemand anders in de buurt is bijvoorbeeld. Dit soort waarnemingen leidt tot een niet-pluisgevoel.’
Wie dat gevoel heeft moet vervolgens ‘niet de therapeut uithangen’ of vragen ‘of iemand slachtoffer is van mensenhandel’, waarschuwt Bijlsma. ‘Zoiets aan de kaak stellen, kan ook bedreigend zijn, want wie zegt hun dat je te vertrouwen bent? Wat je wel kunt doen is mensen erop wijzen dat ze in een land zijn waar zij rechten hebben en vrij mens zijn. Dat ze niet per se dingen moeten doen van anderen en dat de politie er is om je te helpen. Dit in tegenstelling tot in sommige andere landen. Je moet ze dus wegwijs proberen te maken en bijvoorbeeld verwijzen naar de website van CoMensha.’