Direct naar artikelinhoud

Nieuw probleem dreigt voor het koraal: blauwalgen

Koraalonderzoek op de Antillen.Beeld Rob Buiter

Blauwalgen bedreigen het koraal van de Antillen, het enige in ons koninkrijk. Onderzoekers zoeken naar een oplossing. ‘De voedselkringloop is hier flink verstoord.’

Het doet het goed op de vakantiefoto’s: het knalblauwe water van de Caribische zee. Maar voor het leven onder water betekent dat blauw vooral: armoede. “Alle vrije voedingsstoffen in het water worden direct gebruikt door bijvoorbeeld het koraal”, vertelt zeeonderzoeker dr. Fleur van Duyl van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) aan boord van onderzoeksschip RV Pelagia. Het schip vaart een half jaar tussen Nederland en de Cariben, om de veranderende oceanen te onderzoeken.

“Het ecosysteem van het koraal vaart juist wel bij die voedselarmoede, want in het water blijft in principe niets over voor algen die het water troebel zouden kunnen maken”, aldus Van Duyl.

Haar collega dr. Erik Meesters, koraalonderzoeker van Wageningen Marine Research was enkele jaren terug dan ook erg verbaasd toen hij op een diepte van zeventig meter voor de kust van Curaçao ineens dikke plakkaten met cyanobacteriën op de bodem vond. In de volksmond zijn dat de blauwalgen die bij ons in de zomer soms het zwemwater vergiftigen. “Ik doe hier al heel lang onderzoek, maar die blauwalgenbloei is echt iets van de laatste jaren”, aldus Meesters.

‘Er is geen goede zuivering van het afvalwater, dus de uitwerpselen eindigen vroeg of laat in zee’

Afvalwater

Op de Pelagia proberen Van Duyl en Meesters, samen met collega’s van de universiteiten van Delft, Wageningen en Amsterdam, in kaart te brengen waar die algenbloei vandaan kan komen. Meesters denkt dat de ‘overbemesting’ van de zee een hoofdrol speelt. Er komen jaarlijks vele honderdduizenden toeristen naar de Caribische eilanden. Het voedsel voor al die extra monden – en ook voor de vaste inwoners – moet zo goed als allemaal worden ingevoerd. Er wordt op de eilanden nagenoeg niets verbouwd. Die enorme stroom voedingsstoffen wordt, zegt Meesters, uiteindelijk allemaal omzet in uitwerpselen. “Die eindigen vroeg of laat in zee. Helaas heeft de aanleg van goede zuivering van het afvalwater op de Cariben niet overal de prioriteit die het zou moeten hebben.”

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Afvalwater
Beeld Rob Buiter

Met op afstand bestuurbare onderwaterrobots heeft Van Duyl vanaf de Pelagia op verschillenden diepten watermonsters verzameld. “Op sommige plaatsen kan ik al vrij fosfaat in het water meten. In het ideale geval worden alle vrije voedingsstoffen direct opgenomen door de koraalpoliepen. Daardoor zijn de hoeveelheden vrij fosfaat normaal gesproken zo gering dat je ze niet eens kan meten. Maar inmiddels kunnen we dus hoeveelheden meten waar algen van zouden kunnen profiteren.”

Met diezelfde robots heeft een onderzoeksteam van de Technische Universiteit Delft en Wageningen Universiteit watermonsters verzameld om de eventuele grondwaterstromen rond de eilanden in kaart te brengen. Een heel plaatselijke daling van het zoutgehalte zou bijvoorbeeld kunnen wijzen op een verdunning van het zeewater met weglekkend grondwater van de eilanden, inclusief alle voedingsstoffen die erin zitten. En met behulp van duikers hebben onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam ook monsters van de blauwalgen op de plaats delict verzameld. Terug in Nederland willen zij die precies op naam brengen, om zo het potentiële probleem nog beter in kaart te brengen.

Bedreiging

De blauwalgenmatten op de bodem van de Caribische zee zijn op dit moment nog geen directe bedreiging voor het koraal, denkt Meesters. “Maar dat kan het wel degelijk worden. De blauwalgenmatten komen nu alleen nog voor op een diepte waar het koraal niet meer genoeg licht vangt. Daarboven winnen de koraalpoliepen de competitie om de voedingsstoffen nog. Maar als er nóg meer voedingsstoffen in het water komen, is het niet ondenkbaar dat de blauwalgen daarvan gaan profiteren. Dan zouden ze het koraal kunnen bedekken, dat daardoor zal afsterven.”

‘Een gezond ecosysteem rond het koraal is eigenlijk een prachtig voorbeeld van een circulaire economie’

De algenbloei komt bovenop het beruchte probleem van het verbleken van koraal. Door de stijgende temperatuur van het oceaanwater sterven grote delen van het koraal in bijvoorbeeld het Groot Barrièrerif, aan de oostkust van Australië af. “In de Cariben valt dat probleem van blekend koraal nog relatief mee”, stelt Meesters. “De laatste periode dat we hier op grotere schaal verblekend koraal hebben gezien was in 2010. Op dit moment gaat het redelijk goed. De toestroom van voedingsstoffen is hier op dit moment een veel acuter probleem. Het rif krijgt hoe dan ook klap op klap. De toename van voedingsstoffen is natuurlijk al veel langer aan de gang, maar als het rif toch al onder druk staat door toerisme of door het veranderende klimaat, kan blauwalgenbloei bij die verhoogde voedingsstoffen misschien een echt probleem worden.”

Van Duyl ziet in de verstoorde voedselkringloop rond het koraal zelfs een les voor onze maatschappij. “Een gezond ecosysteem rond het koraal is eigenlijk een prachtig voorbeeld van een circulaire economie. Alle voedingsstoffen worden direct gebruikt, en wat later weer vrijkomt wordt meteen weer opgenomen. Door de enorme invoer van voedingsstoffen die niet worden hergebruikt, wordt dat delicate systeem flink verstoord.

“Behalve met al die voedingsstoffen zouden we op de Caribische eilanden ook veel beter met regenwater moeten omgaan. In de regentijd spoelt dat nu meestal, inclusief vruchtbare grond en voedingsstoffen zo de zee in. Vervolgens wordt het drinkwater ingevoerd of voor veel geld met een ontziltings­installatie uit zout water gemaakt. Dat moet toch slimmer kunnen.”

Expeditie 'Nico'

Het onderzoek van Fleur van Duyl en Erik Meesters is onderdeel van een grote Nederlandse expeditie onder leiding van het NIOZ. Het onderzoeksschip de RV Pelagia vaart in een half jaar van Texel naar de Cariben en terug onder de vlag ‘Netherlands Initiative Changing Oceans’, kortweg: NICO. Onderweg worden de kenmerken van de oceaan en de zeeën onderzocht. Daarvoor heeft het NIOZ ook gastonderzoekers van andere instituten en universiteiten uitgenodigd. “De oceanen zijn nog steeds goeddeels onbekend terrein”, stelt Henk Brinkhuis, directeur van het NIOZ. “Je zou zelfs kunnen zeggen dat we meer weten van de maan dan van de oceanen.” 

Lees ookKoraal sterft af door de zonnebrandcrème van toeristen