Luister naar

Pionier Jan Schrijver blijft hopen op meer biologische boeren

Nieuws
Jan Schrijver, een van de eerste biologische boeren in Nederland, vindt dat we meer moeten ­nadenken over wat we eten. ‘Het langdurig gebruik van ­chemische bestrijdingsmiddelen is een onderschat gevaar voor de volksgezondheid.’
Petra Noordhuis Petra Noordhuis
zaterdag 10 februari 2018 om 03:00
De groente gaat in kisten naar de winkels, zodat geen verpakkingsplastic nodig is.
De groente gaat in kisten naar de winkels, zodat geen verpakkingsplastic nodig is. Marlies Deen

Sint Maarten

Wie zich bij een biologisch boerenbedrijf een ouderwetse boerderij voorstelt waar kromme worteltjes handmatig worden gesorteerd, wordt bij De Lepelaar in het Noord-Hollandse Sint Maarten meteen uit de droom geholpen. Dit biologisch-dynamisch tuindersbedrijf bestaat uit twee met zonnepanelen bedekte panden, een kas en ruim zeventig hectare land. ‘We hebben hier in 2004 nieuw kunnen bouwen’, vertelt Jan Schrijver (68), die in januari een van de drie genomineerden was voor de Tuinbouw Ondernemersprijs. In de schuur staan een sorteermachine voor aardappels en bieten, een weegmachine en een spoelmachine. ‘Wij zijn best modern hoor’, zegt hij glimlachend.

Hij laat de twee koelcellen zien waar kisten met aardappels, rode en witte kolen en winterpenen hoog staan opgestapeld. De groente gaat in kisten naar de winkels, zodat geen verpakkingsplastic nodig is. Van het land komen nu alleen boerenkool en palmkool. In de ‘koude kas’, die alleen door de zon wordt verwarmd en niet met fossiele brandstoffen, doet de zon al zijn werk op deze heldere winterdag. Er groeit peterselie, selderij en winterpostelein. ‘Winterpostelein is een vergeten groente. Heb je het nog nooit gegeten? Dan snij ik wat voor je af. Het is heel milieuvriendelijk, want het heeft bijna geen stikstof nodig om te groeien’, vertelt hij. ‘Het is ook heel gezond.’ In de zomer groeien in de kas sperziebonen, snijbonen, tomaten en komkommers. Op het terrein van De Lepelaar is verder nog een biologische winkel te vinden en het woonhuis van Jan Schrijver en zijn vrouw Inge. Hun drie kinderen zijn allang de deur uit.

bestrijdingsmiddelen

‘Het langdurig gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is een onderschat gevaar voor de volksgezondheid’, stelt hij. ‘Te veel mensen krijgen kanker. We zouden wat meer moeten nadenken over wat we eten. Zo zitten op aardbeien allerlei gifstoffen. Die kunnen als een cocktail gaan werken: er kunnen verbindingen ontstaan die schadelijk zijn voor de gezondheid. Afgelopen zaterdag waren mijn vrouw en ik in Warmenhuizen bij een uitvoering van de toneelvereniging. Een vrouw vertelde daar dat een aantal werknemers van een chrysantenbedrijf onlangs parkinson had gekregen. Dat zou goed kunnen komen door de chemische bestrijdingsmiddelen die zij veel hebben gebruikt, want die werken in op het zenuwstelsel. Onder artsen is ook bekend dat relatief veel fruittelers vruchtbaarheidsproblemen hebben. Dat komt doordat chemische stoffen niet in de natuur thuishoren. Ze worden niet door het lichaam herkend en werken daardoor in op het immuunsysteem en op de vruchtbaarheid.’

Schrijver was begin jaren zeventig een van de eerste biologische boeren in Nederland. ‘Alle biologische boeren pasten met elkaar om een tafel’, vertelt hij aan zijn eigen keukentafel, terwijl hij om zich heen kijkt alsof hij ze weer ziet zitten. Het leek er even op dat hij geen boer zou worden, hoewel hij opgroeide op een boerderij in Warmenhuizen en naar de middelbare tuinbouwschool ging. ‘Daar leerde je dat je grootschalig moest telen en het liefst met maar één of twee teelten. Daar had ik niet zo veel zin in. In deze regio heb je veel koolteelt. Mijn leven lang alleen maar kolen kweken, leek mij te eenzijdig.’

Hij kreeg ook te horen dat je met ­bestrijdingsmiddelen moest werken. Dat wilde hij niet. ‘Scheikunde was een sterke kant van mij en ik kwam erachter dat bestrijdingsmiddelen negatief uitwerken voor het bodemleven’, vertelt hij.

In de jaren zestig verschenen verschillende boeken die wezen op de gevaren van het grootschalige gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw. Het beroemdste boek is Silent Spring (Dode Lente) van Rachel Carson, een Amerikaanse biologe die waarschuwde voor de gevolgen van gechloreerde koolwaterstofverbindingen, een groep bestrijdingsmiddelen waaronder ook DDT valt. Dit beruchte en in Europa inmiddels verboden middel is slecht afbreekbaar en hoopt op in het milieu: na de insecten leggen de vogels het loodje en wordt het stil in de lente.

‘Dat zie je nu weer gebeuren met die neonicotinoïden’, zegt Schrijver. Dit is een groep chemische bestrijdingsmiddelen die begin jaren negentig op de markt is gekomen. Deze ‘neonics’ hopen zich, net als DDT, in het milieu op en komen in voedselketens terecht. ‘De afgelopen jaren merk ik sterk dat insecten en weidevogels in aantal achteruitgaan. Vroeger kwam ik altijd vier of vijf nesten tegen op de akker, nu ben ik blij als ik er één heb, terwijl we toch bezig zijn met bloemrijke akkerranden en we ruige mest op het land gebruiken waar weidevogels van houden.’

Na de tuinbouwschool ging Schrijver tuinarchitectuur studeren in Amsterdam. Daar kwam hij in aanraking met mensen die graag onbespoten groente wilden eten. ‘Dit waren vooral mensen die gestudeerd hadden en die over bestrijdingsmiddelen dachten: dit kan toch niet goed zijn.’ Toen zijn vader ziek werd, nam hij toch het bedrijf over en ging experimenteren met onbespoten groente. Dat was in 1971.

‘Mijn vader zag er niks in. Er waren mensen die zeiden: dat houdt hij geen drie jaar vol. Maar ze zagen dat ik vrij snel meer ging verkopen. In Amsterdam waren jongerencentra die onbespoten groente wilden, zoals Paradiso en de Melkweg, en er openden biologische winkels. De afzet stelde in het begin niks voor, maar ik kon ervan leven omdat ik jong was en nog geen gezin had.’

De boerderij in Warmenhuizen waar hij opgroeide, doopte hij om tot De Lepelaar. ‘Ik heb het bedrijf zo genoemd, omdat het aantal lepelaars in Nederland beneden de tweehonderd was gezakt. De boerderij stond in een ‘vaarpolder’: je ging er met je schuitje naar het land. We woonden vlak bij het Zwanenwater bij Callantsoog, waar lepelaars hun voedsel vinden. Ik zag ze als kind veel op het land van mijn vader. Ik besloot dat ik zó wilde werken dat zo’n vogel ook kon bestaan. Het heeft vijftien jaar geduurd voor ik ze weer geregeld zag. Ik merk dat hun aantal sinds een paar jaar weer afneemt.’

Het biologisch-dynamisch boeren moest hij zichzelf aanleren. ‘Biologisch betekent dat je uitsluitend gebruikmaakt van natuurlijke materialen. Dynamisch betekent dat je ook preparaten van kruiden gebruikt om bijvoorbeeld de mest mee te bewerken’, vertelt hij. ‘Ik werd lid van de biologisch-dynamische vereniging, ik heb er veel boeken over gelezen en ik heb bij andere bedrijven meegewerkt om het te leren, onder andere bij boer Haisma uit het Friese Bergum, een van de eerste kwekers van biologische groente. Je grijpt terug naar oude technieken. Zo werk ik met biologische koeienmest in plaats van kunstmest. Soms gebruik ik wat kippenmest. En ik geef de bodem geregeld rust. We telen telkens vijf jaar gewassen en daarna geven we het land twee jaar rust door het in te zaaien met gras, klaver of luzerne. Met zo’n gewas erop, kan de bodem herstellen.’

De grond rust geven vond hij in de beginjaren spannend. Kon het financieel wel uit? ‘Een goede rentmeester denkt ook aan de financiën’, zegt hij lachend. Het bleek te kunnen. ‘Je ziet dat na twee jaar rust de producten er goed bij staan. Ze hebben minder last van schimmels en insecten.’

bijen

Hij loopt naar buiten om een akker te laten zien die is ingezaaid met gras en klaver. Op het erf komen de krokussen al op. De bijen hebben in januari al gevlogen, vertelt hij. De klimaatverandering maakt het werk van de boer lastiger. ‘We hebben vaker te maken met een langere periode van droogte of juist met veel neerslag. We hebben er schade van.’

We lopen de zompige akker op, waar tussen het gras klaver staat. ‘Klaver legt stikstof in de grond vast, het gras geeft stevigheid’, vertelt hij. ‘Als het gras gaat overheersen in plaats van de klaver, weet je dat het land weer bemest is met stikstof. In de twee rustjaren halen we nog wel wat van het land af, namelijk gras, klaver en luzerne. Dat ruilen we met veehouders voor mest’, vertelt hij. ‘In de vijf productiejaren wisselen we intensieve gewassen zoals graan en aardappels, die veel van de grond vragen, af met minder intensieve gewassen zoals bospeen, kool en kruiden.’

Hij vindt het mooi om in cycli van zeven jaren te werken, een bijbels getal. Hij is christen en kerkelijk meelevend lid van de Hervormde Gemeente in Warmenhuizen-Harenkarspel. ‘Ik heb vanuit een wetenschappelijk oogpunt voor het biologisch boeren gekozen, maar door mijn geloof was ik misschien wel ontvankelijk voor goed rentmeesterschap en stond ik open voor experimenten.’

Hij gaat sinds vorig jaar een paar keer per jaar als leek voor in het kerkje van Eenigenburg. ‘De eerste keer dat ik voorging, heb ik over Adam gepreekt. Ik stel mij hem als landarbeider voor, als iemand die de aarde bewerkte en bewaarde. Ik heb hem de eigenschap van zachtmoedigheid toegedicht. Mensen die goed met de natuur en het land omgaan, zijn vaak zachtmoedige mensen.’

Hij werkt nog ongeveer de helft van de week op het bedrijf. ‘De opvolging is geregeld. Behalve mijn vrouw en ik zit onze zoon Reinout in de vennootschap en Joris Kollewijn, een agrarisch ondernemer die hier ooit stage liep.’ Hij is trots op zijn nominatie voor de Tuinbouw Ondernemersprijs. Bejo Zaden, een zaadteeltbedrijf, nomineerde De Lepelaar. ‘De organisatie controleert dan of je bedrijf goed loopt, want je kunt als kweker je werk goed doen, je moet de cijfers ook op orde hebben. We hebben de prijs niet gewonnen, maar ik ben er toch trots op dat we bij de drie genomineerden hoorden die uiteindelijk overbleven. Vroeger werden biologische boeren gezien als alternatievelingen, nu als echte ondernemers en als duurzaam voorbeeld voor andere tuinders.’

Hij is blij dat aan de universiteit van Wageningen tegenwoordig meer oog is voor het belang van biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid en dat de Verenigde Naties het eten van bonen promoten, als milieuvriendelijk alternatief voor vlees. In Nederland is nog geen 4 procent van de boeren biologisch, maar Schrijver heeft hoop dat dit gaat veranderen. ‘Ik denk dat chemische bestrijdingsmiddelen hun langste tijd hebben gehad. De weerstand ertegen neemt alleen maar toe.’

Hij laat op zijn smartphone een foto zien van een akker die met Roundup is bewerkt. De akker heeft een on­natuurlijke kleur door de knaloranje, door het gif verschrompelde plantenresten. ‘En daar groeit dan een paar weken later weer de sla op.’ <

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
'Bezwaar maken tegen nieuwbouw is volkssport nummer één aan het worden', zegt demissionair minister Hugo de Jonge.

Minister Hugo de Jonge: 'Boze buurmannen maken veel geluid, maar de mensen in de knel hoor je niet'

Boze buren die bezwaar maken tegen nieuwbouwprojecten, trekken te vaak aan het langste eind, vindt minister Hugo de Jonge. ‘We kennen toch allemaal wel jongeren die staan te springen om een woning?’

Twee van de initiatiefnemers: Femmetje de Wind en Huub Stapel.

'Allemaal een oranje keppel, op Koningsdag!' BN-ers komen in actie tegen golf van antisemitisme

De Joodse gemeenschap een hart onder de riem steken en de zwijgende meerderheid een stem geven, dat is het doel van 'Wij zijn allemaal oranje', een actie die plaatsvindt op Koningsdag.

Nieuwbouwprojecten lopen in meer dan 4 van de 5 gemeenten tegen bezwaren aan, zoals hier in de gemeente Bergen (NH). Bezwaarprocedures worden vooral door omwonenden begonnen.

Woningzoekende de dupe van bezwaarmakende burger. 'Omwonenden accepteren steeds minder'

Het is demissionair minister Hugo de Jonge een doorn in het oog: buurtbewoners die de bouw van nieuwe woningen tegen willen houden. Maar hoeveel woningen worden door bezwaren vertraagd, en wat zit er achter?

Duikers plaatsen koraal in het grote aquarium van Burgers' Ocean in Arnhem.

Burgers' Ocean vangt bedreigd koraal op in aquarium en gaat bouwen aan 'reservepopulatie'

Hoe stop je de verwachte verdwijning van belangrijke koraalriffen aan het eind van deze eeuw? Stop ze in grote aquaria wereldwijd, is de gedachte achter het project World Coral Conservatory (WCC).

De Arnhemse wijk Immerloo is een van de armste buurten van Nederland.

Arnhem gaat de schuld van tientallen gezinnen afkopen. 'De stap naar schuldhulpverlening is te groot'

Arnhem gaat in één klap de schulden aflossen van inwoners van de wijk Immerloo II. Waarom is dat nodig? 'Dit moet leiden tot een gesprek over onze omgang met schulden.'

Afgeschermde en bewaakte Israëlische ambassade in Den Haag.

Koranverbrandingen en oorlog Israël-Hamas vergroten kans op terroristische aanslag in Nederland

De kans op een jihadistische aanslag in Nederland is afgelopen jaar toegenomen, schrijft inlichtingendienst AIVD. Actuele gebeurtenissen als koranvernielingen en de oorlog tussen Israël en Hamas spelen daarbij een belangrijke rol.