Tieners missen digitale vaardigheid
Zoetermeer
Dat is de conclusie van twee onderzoeken naar digitale geletterdheid die vrijdag uitkwamen.
Volgens Remco Pijpers, namens de organisatie Kennisnet verantwoordelijk voor de monitor Jeugd en Media, hebben scholen weinig invloed op de digitale ontwikkeling van leerlingen tussen de 10 en 18 jaar. Het mediaonderwijs sluit niet aan op de belevingswereld van tieners en scholen zijn niet verplicht om hierover les te geven. Daardoor leren tieners digitale vaardigheden vooral buiten school in hun sociale omgeving. 59 procent van de jongeren geeft aan op school nauwelijks iets te hebben geleerd over mediawijsheid, blijkt uit onderzoek van Mediawijzer.net, waaraan meer dan 1000 jongeren meededen.
begrijpend lezen
Dat tieners handig zijn met smartphone en internet betekent volgens Pijpers niet dat ze op de juiste manier met online-informatie omgaan. ‘Vergelijk het met leesvaardigheid. Er is verschil tussen het kunnen lezen van letters en begrijpend lezen, het interpreteren van informatie.’
Dat bevestigt Mary Berkhout, programmadirecteur van Mediawijzer.net. ‘Dat je handig bent met media maakt je nog niet mediawijs.’ Voor de Monitor Jeugd en Media bouwden onderzoekers een digitale zoekomgeving. Hiermee kon het zoekgedrag van kinderen gemeten worden. ‘We hebben eigenlijk Google nagemaakt’, vertelt Pijpers. ‘We lieten de kinderen informatie over bijvoorbeeld Bolivia opzoeken. Vaak ging het bij de zoekopdracht al fout. Veel tieners weten niet hoe ze een goede vraag moeten formuleren. We zagen dat vmbo’ers vaak een hele zin intypen, maar dat levert meestal niet zo veel op. Ze wisten vervolgens ook niet waar ze dan wel op moesten zoeken. Vwo’ers zoeken juist meer op trefwoorden. Ook kijken zij vaker of de website betrouwbaar is en of andere bronnen de informatie bevestigen.’ Deze kloof tussen vwo- en vmbo-kinderen wordt versterkt door de invloed van de sociale omgeving, zoals het gezin. ‘In hoogopgeleide gezinnen lezen ouders en kinderen vaker een boek of de krant. Ook praten ze meer over internetgebruik. En ze hebben meer middelen om hun kinderen allerlei digitale mogelijkheden voor te schotelen, zegt Pijpers. ‘Daardoor worden kinderen getraind in begrijpend lezen en kritisch denken.’ Volgens Pijpers hebben laagopgeleide of kwetsbare ouders minder middelen om hun kinderen gelijke kansen te bieden.
Om deze kloof te verkleinen, moet er op scholen meer aandacht zijn voor digitale vaardigheden. ‘Dat moet je niet doen in een speciaal vak, maar geïntegreerd in het hele onderwijs. Bij geschiedenis leer je kritisch naar bronnen te kijken en bij Nederlands moet je naast boeken ook onlineteksten leren lezen.’ Pijpers is blij dat het regeerakkoord scholen verplicht stelt les te geven in digitale geletterdheid. Volgende week publiceert Kennisnet alvast een handleiding die scholen helpt een visie op digitale vaardigheden te ontwikkelen. ‘We moeten de invloed van scholen en ouders op de digitale ontwikkeling van kinderen meer in balans brengen’, vindt Pijpers. ‘Digitale opvoeding is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en scholen.’ <
Veel ouders willen wel met hun kinderen over internetgebruik en digitale vaardigheden praten, maar ze weten vaak niet hoe. Daarom ontwikkelde Pijpers speciale gespreksvragen over dit onderwerp:
Als jij morgen leraar zou zijn, wat zou je de kinderen leren over internet?
Wat zijn de drie belangrijkste apps op je smartphone?
Wat was je laatste zoekopdracht op internet?
Heb je nog tips voor wie ik moet volgen op internet?
Hoe zie jij op internet of iets betrouwbaar is?
Bron: Handboek Digitale Geletterdheid, kennisnet.nl