Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

Grieken zijn koppig, maar EU ook

Griekse schulden Deze maandag praat de Eurogroep verder over de financiële steun aan Griekenland. De inzet is minimaal.

De Grieken zijn boos over mogelijke extra bezuinigingen.
De Grieken zijn boos over mogelijke extra bezuinigingen. Foto Louisa Gouliamaki/AFP

„Jezus Christus”, verzucht een hoge EU-functionaris, na een uiteenzetting van wat nodig is om te voorkomen dat de Griekse schuldkwestie wéér ontspoort. „Rode wijn wordt beter naarmate je die langer laat liggen. Dat gaat hier niet op.”

Tien dagen terug hielden eurolanden spoedberaad over Griekenland. Maandag praten de ministers van Financiën verder. De crisis sleept zich al zeven jaar voort, duwde Griekenland vorig jaar bijna uit de eurozone (Grexit) en zit in een nieuwe impasse, nu de onderhandelingen tussen Athene en internationale geldschieters zijn vastgelopen.

De timing is ongelukkig. De bijeenkomst van de ‘Eurogroep’ maandag is de laatste voor een reeks belangrijke verkiezingen - om te beginnen in Nederland - en gedoe in verkiezingstijd ziet niemand zitten. Minister Jeroen Dijsselbloem is extra gemotiveerd, omdat het mogelijk zijn ‘afscheidsklus’ is als Eurogroep-voorzitter. Na de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen is het onwaarschijnlijk dat de PvdA’er kan aanblijven.

Zonder akkoord kan Griekenland in juli niet aan zijn financiële verplichtingen voldoen. De Duitse minister en hardliner Wolfgang Schaüble suggereerde vorige week dat Grexit wat hem betreft nog steeds een optie is. Stoere taal, maar het zou ook een gigantische afgang zijn voor de eurozone, na alle energie die is gestoken in het bij elkaar houden van de club. Met die andere exit erbij, de Brexit van de Britten, zou het gevoel van Europese desintegratie verpletterend zijn.

Beleidsmakers benadrukken graag dat Griekenland een ‘speciaal geval’ is, maar het is moeilijk nuchter blijven als de geldschieters het behalve met Griekenland ook met elkaar niet makkelijk eens worden. Eurolanden, de Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationale Monetair Fonds (IMF) kwamen eind 2015 een derde hulppakket overeen, van 86 miljard euro. Het IMF heeft nog steeds niet besloten of het meedoet, omdat het de bezuinigingen die overige geldschieters eisen volstrekt onrealistisch vindt.

Lees ook: Griekse crisis kan in 2017 zomaar weer oplaaien

Cruciaal argument

De inzet maandag is minimaal, klinkt het al dagen kalmerend in Brussel: het zou al heel wat zijn als er overeenstemming komt over het hervatten van de EU-missies naar Athene, waarmee om de drie maanden wordt gecontroleerd of de Grieken opschieten.

Financieel is het IMF niet nodig: de eurozone is ondanks de economische misère van de afgelopen jaren draagkrachtig genoeg. Maar voor Duitsland en Nederland was deelname van het instituut een cruciaal argument bij het overhalen van nationale parlementen om Griekenland te helpen.

Soms gaat snoeihard bezuinigen zelfs het IMF kennelijk te ver. Eurolanden willen dat Athene in 2018 een ‘primair begrotingsoverschot’ (zonder rentelasten) laat zien van 3,5 procent. Dat is onhaalbaar met wat nu aan maatregelen op tafel ligt, aldus het IMF. Om aan de kritiek tegemoet te komen, willen eurolanden met Athene praten over het ‘voorprogrammeren’ van extra bezuinigingen, die ‘actief’ worden zodra het begrotingsdoel inderdaad dreigt te worden gemist.

De Grieken zijn razend. Ook naar het IMF toe, omdat het de discussie over extra bezuinigingen heeft losgemaakt. Zelf zegt het fonds nooit om die extra bezuinigingen gevraagd te hebben. Tegelijk heeft het wel statuten die verhinderen dat het programma’s steunt die stoelen op „onrealistische aannames”.

Het IMF verwijt de Grieken overigens óók gebrek aan realisme. Zo willen die niet verder tornen aan pensioenen. Die zijn al vaak verlaagd, maar slokken nog steeds 11 procent op van het jaarlijkse bruto nationaal product (bnp). Het gemiddelde in de eurozone: 2,2 procent. Volgens de Grieken is verder ingrijpen niet nodig, omdat de inkomsten door een beter belastingregime zullen toenemen. Maar volgens het IMF kent de bestrijding van „de notoire belastingontduiking” tot dusverre maar ,,een zeer beperkt succes”.

Griekenland moet dus meer doen, zegt het IMF. Maar het moet tegelijk meer gematst worden. De Griekse staatsschuld is met bijna 180 procent van het bnp zó groot, dat geen enkele groei dit zal kunnen goedmaken. „We kunnen zeker een programma ondersteunen met minder ambitieuze hervormingen, maar onvermijdelijk zal dit gepaard moeten gaan met meer schuldverlichting”, aldus Poul Thomsen van het IMF.

Schuldverlichting is echter weer tegen het zere been van eurolanden die kiezers hebben beloofd dat elke cent vroeg of laat terugkomt. De Eurogroep ging wel akkoord met het dragelijker maken van de schuld (lagere renterisico’s, langere looptijd), maar kwijtschelden blijft taboe. „Ze moeten hem wel terugbetalen”, zei Dijsselbloem begin deze maand.

Lees ook deze column van Maarten Schinkel: Don’t mention de Griekse staatsschuld

Amper herstel

Het IMF is „te somber”, zei Dijsselbloem toen ook. Het gaat „veel beter” met Griekenland, het zag vorig jaar „het hele jaar economische groei”. Hij had het nog niet gezegd of het Griekse statistische bureau kwam met onverwacht slecht nieuws: in het vierde kwartaal van 2016 kromp de economie. De groei over héél het jaar viel daardoor ook tegen: 0,3 procent.

Dat is amper herstel te noemen, maar het zal eurolanden er niet milder op maken. Daarvoor is Griekenland teveel een principekwestie geworden, die tot het bittere eind wordt uitgevochten.